Rudy Soetewey wint Poirot 2011

Rudy Soetewey ontving de Knack Hercule Poirotrprijs 2011 voor zijn thriller ‘Getuigen’ tijdens de tweede editie van Poirot in Bruges – Knack Thrillerfestival.

In de Brugse Stadsschouwburg is op zondagmiddag 26 juni de Knack Hercule Poirotprijs 2011 voor de beste Vlaamse thriller uitgereikt aan Rudy Soetewey. Hij werd bekroond voor zijn boek ‘Getuigen’, en ontving de prijs, een cheque van 5000 euro, uit handen van de succesvolle Nederlandse misdaadschrijfster Esther Verhoef. Bram Dehouck kreeg de Prijs van de Lezer. De ceremonie was meteen het startschot voor de tweede editie van Poirot in Bruges – Knack Thrillerfestival. ‘Getuigen’ (uitgeverij Kramat, 19,95 euro) is opgebouwd volgens een bekend procédé: een ogenschijnlijk banaal incident, in dit geval een confrontatie met baldadige jongeren op een late trein, loopt danig uit de hand. De gevolgen voor hoofdpersonage Martin Vandeweyngaert, een boekhouder die toevallig getuige was van de feiten, zijn niet te overzien: zijn wat teruggetrokken leventje wordt danig overhoop gegooid, en geleidelijk zinkt hij weg in een moeras van leugens, bedreigingen, misverstanden, angst en lafheid. Maar Martin vecht terug.

De jury was onder de indruk van de soepele, eenvoudige vertelstijl van Soetewey. Van de vaart ook waarmee hij zijn verhaal voortstuwt, en van de wijze waarop hij met veel naturel een aantal moeilijke maatschappelijke thema’s aanraakt, zonder ooit prekerig te zijn. Een perfect uitgebalanceerde en gedoseerde roman die de lezer steeds weer verrast, op het verkeerde been zet, doet verlangen naar meer. En die vooral zorgt voor datgene waar het uiteindelijk allemaal om te doen is: onversneden leesplezier.

De auteur is geen onbekende bij de Poirotjury: het is maar liefst de vierde keer dat hij werd genomineerd. Eerdere nominaties kreeg hij voor ‘Inbraak’ (2001), ‘Moord’ (2007) en ‘Vrienden’ (2009).

De juryleden – Linda Asselbergs (journalist Knack Weekend), Katrien Vervaele (auteur), Fred Braeckman (recensent), John Vervoort (recensent), Lukas De Vos (journalist VRT-radio), Patrick Van Gompel (VTM-journalist), Jean-Paul Mulders (journalist en schrijver) en Jan Haeverans (eindredacteur Knack Weekend) – waren dan ook verheugd dat ze zoveel constante kwaliteit eindelijk konden belonen, en ze waren het er unaniem over eens dat de Knack Hercule Poirotprijs 2011 toekomt aan Rudy Soetewey.

Nieuw dit jaar was de Prijs van de Lezer. Twee weken voor de uitreiking konden lezers op de Knacksite stemmen voor één van de vijf genomineerden: Naast Rudy Soetewey waren dat Bram Dehouck met ‘Een zomer zonder slaap’, Ludo Schildermans met ‘Getekend’, Schoemans met ‘Bastille’, en Koen Vermeiren met ‘De blik’. De uiteindelijke publieksfavoriet werd Bram Dehouck. Hij ontving zijn prijs uit handen van Patrick De Bruyn, die vorig jaar de Poirot won met ‘Dodelijk verlangen’.

Het grote interview met Poirotwinnaar Rudy Soetewey staat woensdag in Knack. Een verslag van Poirot in Bruges – Knack Thrillerfestival vindt u vanaf maandag op onze site. Een interview met eregast Esther Verhoef verscheen in ‘Knack zomert’, onze festivalspecial van juni.

Jan Haeverans

HET KLEINE GENOT

De Vette Thrillerjaren.

Juryverslag Knack Hercule Poirotprijs 2011.

Liefst 53 inzendingen – de helft toch van wat de Gouden Strop voor het hele Nederlandse taalgebied moest verwerken (111) – kreeg de jury van de Knack Hercule Poirotprijs dit jaar onder de ogen geschoven. Overdaad? Allicht. Maar daar zijn redenen voor. Populariteit, aanvaarding, experiment, trendsetting.

Dat het spannende boek, net als in de Angelsaksische landen en Scandinavië, verkoopt, is een understatement. Vaandeldrager Pieter Aspe zit al boven de twee miljoen verkochte boeken, de vertalingen rijgen zich aan elkaar. Dat het genre zowat overal infiltreert, valt niet alleen af te meten aan de talloze televisiereeksen of bioscoopfilms. Of aan de toenemende aandacht voor misdaad in de nieuwsuitzendingen.

Dat het een algemeen sociaal onderdeel van onze dagelijkse beeldvorming is geworden, is vooral te merken aan de verscheidenheid van behandelde onderwerpen, de stilistische variatie, en de vanzelfsprekendheid waarmee ook klassieke schrijvers zich aan de thriller wagen. Jef Geeraerts heeft ooit de poort gerammeid.

De laatste jaren zien we Aster Berkhof, John Vermeulen, Herman Portocarero, Fernand Auwera ongegeneerd techniek en thematiek van de thriller beoefenen, inbouwen, exploiteren. Dat is een enorme verrijking voor de nieuwe heimatliteratuur die de thriller geworden is, omdat hij kan ontsnappen uit een keurslijf van clichés, stokbeelden, en vastgeroeste plots.

Daar schuilt ook een gevaar in: meer eenvormigheid in de massaproductie, navolging, en uitloging van de menselijke, verwrongen geest. De jury heeft in de veelheid van het aanbod nochtans een nieuwe trend opgemerkt. Steeds duikt de vraag (en de klacht) op naar de eigenheid van het Vlaamse spannende boek: in tegenstelling tot de hard-boiled Amerikaanse whodunit, de gerechtsroman, de Scandinavische sombere vereenzamingsroman, of de Schotse stadstrauma’s leek Vlaanderen geen eigen stem te vinden.

Toch is die er. Het is de kleine, geborgen, intense dorpssaga. Met zijn verknipte zonderlingen, zijn schijnheilige schermen, zijn hang naar eenvoud, zijn ontreddering als oud botst met nieuw, zijn pijnlijke, psychologische escapades in de verboden wereld van lust, nijd, wreedheid en aftandse gedachten.

Dat vertaalt zich ook in een bemoedigende spreiding van het genre over ettelijke uitgeverijen. Er zat een knik in vijf jaar geleden, omdat de grote Manteaustal iedereen met talent van de markt afroomde, en met de opbrengst van de grote verkoopssuccessen (Aspe, Geeraerts, Deflo, Mendes, Lauryssens) jongere talenten kon en wou klaarstomen voor ambitieuzere misdaadromans.

Dat heeft geloond, maar het verdunde wel de spoeling. Aarzelend maar onmiskenbaar zijn nieuwe spelers op het terrein verschenen. Sommige auteurs kiezen voor een Nederlandse uitgever (De Zuid-Nederlandsche, Prometheus, De Geus), anderen voor uitgaven in eigen beheer (één van de voordelen van de computerrevolutie).

Maar hoopgevend is vooral dat zowel gevestigde als kleinere uitgeverijen met belangstelling inspelen op de genretrend. Van Halewijck en Houtekiet (Linkeroever) zijn terug, Davidsfonds en Arthus blijven mondjesmaat doorgaan, zelfs Lannoo in Tielt of Universa in Wetteren gaan voor een eerste worp, en Kramat is niet te beroerd om onervaren debutanten hun kans te geven.

Er is een duidelijke band in de selectie van de genomineerden voor de Knack Hercule Poirotprijs van dit jaar, de veertiende al sinds de bekroning van Staf Schoeters in 1998. Niet de uitwassen, niet de hoogtechnologische roman, niet het gerechtelijk labyrint vormen de kern van het aanbod: het is de miniaturisering van het Grote Kwaad in de dagelijkse omgang, de microcosmos van het dorp vlakbij, dat de meeste finesses toont.

Het geldt eigenlijk voor alle vijf de genomineerden: ex-Gouden Stropwinnaar Bram Dehouck (Een zomer zonder Slaap) ontleedt de spanningen in een fictief dorpje, waar de slager evengoed herkenbaar is als de boer.

Ludo Schildermans, nog maar aan zijn tweede thriller toe (Getekend), tast de wraakgevoelens af die uit een oorlogstrauma groeiden. Roger Schoemans (Bastille) speurt naarstig voort in zijn Haspengouw, en laat plaatselijke krantencorrespondenten een ongekende wereld van bedrog, moord, afpersing en oplichterij van onder de fruitbomen opgraven.

Rudy Soetewey ontleedt tot de laatste pijnlijke zenuw de grens tussen lafhartigheid en de drang naar anonimiteit, wanneer men met maatschappelijke verantwoordelijkheid en gratuit geweld wordt geconfronteerd.

Koen Vermeiren ten slotte ruilt eindelijk zijn scenario’s voor tv (Gilliams & De Bie, Hof van assisen, Witse, Zone stad) in voor zijn eerste volwaardig debuut in het genre met De blik. Zijn drijfveer is even simpel als diepgaand: misdaad eist straf.

Zoals altijd moest de jury erg verdienstelijke werken opzijschuiven. Dat gaat van de intellectuele genreparodie Nora en de feiten door Luc Herman, tot een pittige politieke sleutelroman als Pol Van Den Driessches Mysterie in Laken, van het stilistisch hoogstaande Perdida’s Droom (Patrick Conrad) tot een klassieker als Aspes Erewoord, van de pakkende avonturenthrillers Scrabble Man (Bavo Dhooge) of Grijze Herfst (Nellie Mandel) tot het kunstzinnige Iris was haar naam door Toni Coppers.

Maar wie het lijstje overloopt van alle winnaars tot vandaag, ziet een representatieve staalkaart van wat het genre te bieden heeft. Dat er elk jaar ook schoolopstellen tussenzitten, hilarische overdrijvingen, of vervelende doordrukjes van buitenlandse voorbeelden hoort erbij. De genomineerden kunnen maar een vuurtoren zijn voor al wie naar hogere regionen wil. De Knack Hercule Poirotprijs kan daar maar een stimulans bij zijn.

Merkwaardig was de omgekeerde redenering die de jury voor het eerst toepaste. Op een mum van tijd was de achtkoppige groep het eens over de winnaar. De latente kwaliteit, de soberheid, de exquise karaktertekening, de herkenbaarheid, en vooral de universaliteit van de eigen twijfel in Getuigen van Rudy Soetewey (al voor de vierde keer genomineerd, na Inbraak, Moord en Vrienden) haalde het met de vingers in de neus.

Gebakkelei was er te over om de andere nominaties toe te kennen. Maar wie zijn kinderen liefheeft, spaart de roede niet. Dit was duidelijk het jaar van het kleine genot, de kleine ontbranding, de sociale wanorde die eruit ontstaat. Vlaanderen is de amechtige stijl, de schoolse omschrijving met te veel bijvoeglijke naamwoorden en uitroeptekens, de plichtmatige ontbolstering van een misdaad-met-verrassende-ontknoping ontgroeid, en heeft een eigen, kleinsteedse, verinnerlijkte gewetensvraag ontwikkeld die typerend wordt voor de pragmatische gewetensnood die het misdaadverhaal aanreikt.

De Vlaamse thriller staat er. Hij heeft zijn besognes gevonden. Hij heeft zijn obsessie in kaart gebracht. En hij slaagt erin om met pijnlijk nauwkeurig realisme de dagelijkse uitdaging te frezen die balanceert op de rand van net-niet-schuldig tot schuldig-zonder-besef. De Vlaamse thriller is de lakmoesproef van het sociaal schuldbewustzijn. De voelsprieten van de maatschappelijke druk en de culpabilisering die de man in de straat onophoudelijk wordt opgedrongen.

Daarbij past maar één reactie: duik in het kreupelhout. En wacht tot de storm overwaait. Liever blode Jan, dan dode Jan.

Lukas De Vos

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content