Nieuwe brieven van Milena, Kafka’s vriendin, uit het concentratiekamp

Milena Jesenská (1896-1944), een vriendin van Franz Kafka, stierf in Ravensbrück. Vanuit dat concentratiekamp schreef ze een aantal brieven waarvan er nu veertien nieuwe zijn ontdekt.

‘Je hebt er geen idee van, wat je tedere woorden voor mij betekenen,’ schreef ze aan haar vader Jan. Milena was vier jaar, tot aan haar dood in 1944, een gevangene van de nazi’s. De veertien brieven van Milena werden ontdekt door de Poolse filologe Anna Militz tijdens haar research voor haar eindwerk. Militz trof de briefwisseling aan in het Tsjechische staatsveiligheidsdossier van de architect Jaromír Krejcar (1895-1950), met wie Milena een dochter had voor ze van hem scheidde. Die dochter heette Jana, bijgenaamd Honza.

In het dossier van Jaromír Krejcar stuitte Militz op foto’s van in het Duits en Tsjechisch geschreven brieven die met Milena ondertekend waren. De brieven bleken tot haar grote verbazing wel degelijk van Milena Jesenská te zijn, de journaliste en publiciste met wie Franz Kafka twee jaar (1919-1920) een verhouding had.

Staatsveiligheid

Het relaas in een notendop: op 1 februari 1950 liet een jonge vrouw – wellicht Jana, de dochter van Milena – in een Praags café een map met documenten liggen. Omdat er zich later niemand meldde om ze op te halen, bracht de waard de correspondentie naar het dichtstbijzijnde politiekantoor. Omdat er ook in het Engels opgestelde brieven in de map zaten, speelde de politie de map door aan de staatsveiligheid. Op die manier kwamen de brieven terecht in het dossier van Jaromír Krejcar, die in de correspondentie immers werd genoemd. Krecjar stond onder verdenking omdat hij de communistische republiek was ontvlucht. De brieven werden bij de staatsveiligheid gefotografeerd en de originelen werden vernietigd, wellicht om plaats te sparen.

Al die pas ontdekte brieven heeft Milena in gevangenschap geschreven. In 1940 werd ze in Dresden door de Gestapo opgesloten op verdenking van hoogverraad. Ze was een hevige tegenstander van Hitler en redde het leven van een groot aantal joden die ze aan de greep van de nazi’s hielp ontsnappen. In de brieven uit die tijd is ze wanhopig over de nieuwe oorlog, die de oude als het ware nutteloos maakt: ‘Twaalf miljoen doden in de wereldoorlog, en allemaal tevergeefs: Hoevelen zullen het deze keer zijn?’

Wanhopig

In Dresden wordt haar zaak gebrek aan bewijzen geseponeerd, maar ze komt niet op vrije voeten. Ze wordt weer overgeleverd aan het Gestapokantoor in Praag, waar ze vandaan komt. Haar gezondheidstoestand verslechtert zienderogen. Als ze hoort dat ze niet vrijgelaten wordt, maar naar Ravensbrück wordt gedeporteerd, is ze wanhopig, want ze lijkt te beseffen dat ze haar gevangenschap niet zal overleven: ‘Van de ene strozak op de andere belanden… in aanwezigheid van twaalf mensen op het toilet gaan… geen water… luizen… eenzaamheid… krankzinnig verlangen naar Honza.’

Een aantal brieven schrijft ze aan haar vader Jan Jesenská. Ook daarin toont ze zich vooral bezorgd om het lot van haar dochter Honza. Wie uit de literatuur de gespannen relatie tussen Milena en haar vader kent, is verbaasd over de tedere toon van die brieven. Ze schrijft: ‘Ik heb zoals jaren geleden een sprookje over de haas van je nodig.’

Laatste brief

Milena’s laatste brief dateert van 13 september 1943. Ze is totaal uitgeput, maar ‘ik kan me niet permitteren werkonbekwaam te zijn, want er kan geen werkkracht gemist worden en alleen wie werkt heeft het recht om te leven.’ In het concentratiekamp maakt ze kennis met Margarete Buber-Neumann, die de eerste biografie van Milena schrijft en die haar overlijden in Ravensbrück op 17 mei 1944 dateert.

Meer achtergrond en uitleg bij Milena’s correspondentie verstrekte Alena Wagnerovà gisteren in de FAZ. Wagnerova heeft eerder de nagelaten brieven van Milena uitgegeven. Ze is ook de schrijfster van de biografie ‘Milena Jesenská’ die in 1997 bij Fischer verscheen en nog altijd in pocket voorradig is. Weinig nieuws daarentegen bevat de weinig geslaagde geromanceerde biografie ‘Ravensbrück’ van Steve Sem-Sandberg die onlangs bij Anthos verscheen en die vooral uit de research van Wagnerovà put.

Piet de Moor

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content