Letterenhuis Antwerpen heeft literair archief Hugo Claus in handen

Georges Wildemeersch schreef een lijvige biografie over de jonge jaren van Hugo Claus toen hij tiener was in de jaren 1940. © Belga

Het Letterenhuis van Antwerpen heeft het literair archief van Hugo Claus verworven dankzij het Erfgoedfonds van de Koning Boudewijnstichting die er bijna haar volledige jaarbudget voor aankopen aan uitgaf.

Het Letterenhuis, het in Antwerpen gevestigde centraal archief en documentatiecentrum voor de letteren in Vlaanderen, heeft onlangs het literair archief van Hugo Claus (1929-2008) verworven dankzij het Erfgoedfonds van de Koning Boudewijnstichting. Dat heeft de instelling bekendgemaakt. Het gaat om een verzameling van handschriften, drukproeven, dagboeken, notities, correspondentie, dossiers rond markante gebeurtenissen en een omvangrijke reeks foto’s.

Jaarbudget

De erven van Claus streefden er volgens het Letterenhuis al langer naar om het archief van de auteur als één geheel te bewaren en toegankelijk te maken. De Koning Boudewijnstichting spendeerde bijna haar volledige jaarbudget voor aankopen (600.000 euro) aan de nalatenschap en draagt het geheel over aan het Letterenhuis. “Deze literair-historische stukken zijn van uitzonderlijk wetenschappelijk belang”, klinkt het in een mededeling van het Letterenhuis. “Een groot deel werd nog nooit ontsloten en bleef zelfs onbekend.”

De stad Antwerpen zegt bijzonder verheugd te zijn met de aanwinst. “Claus is ongetwijfeld een van onze belangrijkste schrijvers van de voorbije eeuw, hij heeft alle prijzen gekregen die er bestonden”, zegt cultuurschepen Philip Heylen (CD&V). “Zijn werk wordt nog steeds gelezen en bestudeerd, hij blijft ook een heleboel schrijvers inspireren. Nu zal zijn literaire nalatenschap in openbaar bezit blijven.”

Privé-correspondentie

Tot de vele documenten in het meer dan 42 dozen tellende archief horen onder meer vroege versies van “Het verdriet van België”, materiaal van werken als “De geruchten” of “Het jaar van de kreeft”, zijn vermoedelijk oudst bewaarde proza “Zeer lieve Peter” uit 1939 en een aantal ongepubliceerde scenario’s en teksten. De hoofdmoot wordt echter gevormd door de zakelijke en privé-correspondentie van Claus met illustere tijdsgenoten als Karel Appel, Harry Mulisch en Simon Vinkenoog, wat een goed beeld zou geven van de mens Claus en zijn ideeën over literatuur en kunst.

Het Letterenhuis heeft het over “een goudmijn voor vorsers en biografen” en stelt dat het verder wetenschappelijk onderzoek rond het archief zal stimuleren. Zo zal de Universiteit Antwerpen allicht rond “Het verdriet van België” werken, terwijl de universiteiten van Leuven en het Nederlandse Nijmegen al interesse getoond hebben voor het ontstaan van “De verwondering”. Het archiefmateriaal zou echter ook erg geschikt zijn voor onderzoek naar de invloed op en van Claus, zijn literair en cultureel netwerk en meer in het algemeen de manier waarop de moderne literatuur functioneert.

Verzameling vervolledigd

Met deze aanwinst zegt het Letterenhuis zijn verzameling van archieven van de grootste Vlaamse schrijvers vervolledigd te hebben, nadat eerder ook al de nalatenschap van Hendrik Conscience, Paul van Ostaijen, Stijn Streuvels, Karel van de Woestijne, Willem Elsschot, Louis Paul Boon en vele anderen er terechtkwam. (Belga/WB)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content