Joris van Parys over Raymond Brulez

Na Frans Masereel en Cyriel Buysse werkt Joris van Parys nu aan een biografie over Raymond Brulez.

Joris van Parys, de bejubelde biograaf van Frans Masereel en Cyriel Buysse, publiceerde een voorstudie over de jeugd van Brulez en diens ontluikend flamingantisme.

In het jongste nummer van het literair-historische tijdschrift Zacht Lawijd schreef Van Parijs het omslagartikel ‘En wat zult gij later worden?’ over de ‘literaire jeugd’ van Raymond Brulez (1895-1972). Raymond is op de foto (ca. 1905) van het omslag de benjamin rechts naast moeder.

Van Parys vertelt hoe nakomertje Raymond al op 10-jarige leeftijd zonder vader viel. Charles Brulez, gemeentesecretaris van Blankenberge, overleed in maart 1906. Het idyllische kustleven van de jonge Brulez werd ingeruild voor het Brusselse stadsleven waar de moeder Brulez met haar vijf studerende kinderen al eind 1906 naar toe trok. Alleen in de vakanties deden de Brulez nog hun geliefkoosde Blankenberge aan.

Raymond Brulez doorliep zijn middelbare en universitaire studies in het Frans. Van Parys: ‘Geen wonder dat de jonge Raymond Brulez vlotter en correcter Frans spreekt en schrijft dan Nederlands.’ Toch debuteert Brulez al in 1911 met een eerste impressie over het strandleven (‘Op ’t staketsel’) in het tijdschrift ‘De Goedendag’. Zijn letterenstudies aan de ULB brengen hem in contact met de vrijzinnige flamingantische avantgarde en met de Duitse professor- expressionistische dichter Ernst Stadler die aan het front tijdens WO I zou sneuvelen.

Van Parys heeft het onder andere over de vier jaar oudere broer Lucien die in Brussel veel prominenter dan zijn jongere broer in het flamingantische studentenmilieu aanwezig was. Hij vertelt over de dag dat de Nederlandse filosoof Gerard Bolland op uitnodiging van deze Lucien in Brussel een voordracht komt houden die aan duidelijkheid niets te wensen overlaat: ‘Zijn Vlaams publiek spreekt hij aan met ‘Geliefde Stamgenooten’ en ‘Arme, Geliefde Vlaamsche broeders!’ – ‘Arm’, omdat de Belgische opstand van 1830 in zijn ogen een opstand was ’tegen onzen gemeenschappelijken koning waarbij de Walen de Vlamingen op de Hollanders hebben veroverd om hen in de luren te leggen.’ En ‘arm’ omdat de Vlamingen ‘een kinderlijk, onnoozel, vernederd, verzwakt en ontaard geslacht’ zijn, met te weinig zelfbewustzijn en te weinig zelfrespect om politiek voordeel te halen uit hun demografisch overwicht in België.’

In hetzelfde nummer van Zacht Lawijd heeft Dieter Vandenbroucke het over het identieke tijdsgewricht waarin de jonge flamingant Paul Van Ostaijen een lezing gaf. Enkele dagen voordat Van Ostaijen in oktober 1918 naar Berlijn vluchtte sprak de toen 22-jarige schrijver de Jeugdgemeente, een groep rebels-idealistische jongeren, toe. Aan de grondslag van deze beweging lag een ontmoeting tussen de latere Antwerpse burgemeester Lode Craeybeckx en de door hem bewonderde Nederlandse auteur Frederik van Eeden. Het is deze vereniging die het tijdschrift ‘De Goedendag’ zou overnemen, het blad waar de jonge Raymond Brulez zijn literair debuut in kende.

Frank Hellemans

Zacht Lawijd, jaargang 10, nr.3 (los nummer: 9 euro)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content