Zwembadhooligans: ‘Op baldadig gedrag staat geen kleur of cultuur’

Catherine Vuylsteke
Catherine Vuylsteke Journalist, auteur, filmmaker en sinoloog

Bederven zwembadhooligans op hete zomerdagen de pret in provinciale recreatieoorden en openluchtzwembaden? Of gaat het om kleine voorvallen die stevig worden opgeblazen? Een goed preventiebeleid doet wonderen, leert een rondvraag.

Laat dit een geruststelling zijn: in de vele plassen en baden waar dezer dagen wordt geplonsd, gebeurt er doorgaans weinig opmerkelijks. De kans op melanomen is groter dan die op vervelend, laat staan crimineel gedrag. Van diefstallen of zedenfeiten gepleegd door zogenaamde zwembadhooligans wordt in geen enkel domein gewag gemaakt. De verhalen over jonge Belgische amokzaaiers in de Vliegende Vaart in Terneuzen of in het openluchtzwembad van Oostende zijn absolute uitzonderingen.

De beslissing van de Oostendse burgemeester Bart Tommelein (Open VLD) om een plaatsverbod uit te spreken tegen balorige minderjarigen, kreeg veel media-aandacht, maar het betreft niet meer dan vier tieners die maximaal drie maanden lang niet welkom zijn in het bad. ‘Cannabis roken in de kleedkamers, gasten intimideren of kopje-onder duwen, kortom wangedrag in de publieke ruimte: dat is voor ons een volstrekt nieuw fenomeen, dat we meteen kordaat hebben aangepakt’, legt burgemeester Tommelein uit. ‘Het plaatsverbod geldt nu voor een paar jongeren in het zwembad. Voorheen bestond het al voor de uitgaansbuurt: wie daar voor moeilijkheden zorgt, mag er ook geruime tijd niet meer komen. Dat moet een signaal zijn: wij dulden geen fout gedrag.’

Duwen en trekken

De feiten in Oostende gebeurden luttele dagen na die in Terneuzen, waarbij herhaaldelijk badgasten werden lastiggevallen. Daar kom je nu alleen nog binnen met een abonnement, wat voor een volwassene 45 euro kost en voor een kind 28 euro. Nogal prijzig voor de eenmalige bezoeker, dus.

De beide incidenten genereerden grote geestdrift bij de media. ‘Vorig weekend was er een akkefietje met Brusselse jongeren op ons domein’, vertelt Didier L’homme van Sport Vlaanderen Hofstade. ‘Een klein beetje duwen en trekken, waarbij de security meteen optrad. Daardoor was het na vijf minuten verholpen. Alleen werd dat erg opgeklopt in de krantenberichten, die het hadden over zware vechtpartijen. De ervaring leert ons dat je tijdens de eerste hete weekends van het seizoen een opstootje kunt verwachten. Daarom huren we extra bewaking in, wordt er meteen opgetreden en zorgen we ervoor dat de zaak niet escaleert. Dat werkt wonderwel.’

50 euro boete

De woordvoerders en coördinatoren van andere domeinen treden L’homme bij. ‘Net na de examens zien we veel testosterongedrag’, meent Bart Vanwyngaerden van het provinciaal domein Kessel-Lo. ‘Maar vaak wordt vergeten dat het dan gaat om een dozijn mensen, op een publiek van enige duizenden. Wij noemen het de 1 procenters, die proportioneel veel aandacht krijgen, en die een migratieachtergrond kúnnen, maar niet hoeven te hebben. Op baldadig gedrag staat geen kleur of cultuur, hier speelt het groepseffect.’

De meeste domeinen hebben vergelijkbare preventiemaatregelen. Ze huren extra bewaking in, krijgen op drukke dagen meer politiepatrouilles en laten alleen gasten binnen die een identiteitskaart kunnen voorleggen. ‘Dat is een vorm van ontrading’, meent Sharon Van Damme van domein De Nekker in Mechelen. ‘Als er een beroep moet worden gedaan op de politie, dan kunnen de identiteitsgegevens meteen worden gecheckt. De grootste overlast bestaat erin dat jongeren gratis proberen binnen te komen door in groep langs de kassa te glippen, over de omheining te klimmen of er een gat in te knippen. Worden ze betrapt, dan moeten ze een administratieve boete van 50 euro betalen.’

Wat opvalt, is dat het gros van de baldadige tieners jongens zijn, die zich in groep verplaatsen met het openbaar vervoer. ‘Op het domein Puyenbroeck in Wachtebeke hebben we geen overlast’, meent burgemeester Rudy Van Cronenburg. ‘Dat heeft wellicht te maken met het feit dat het zwembad enige tijd gesloten was en pas weer open is gegaan, maar tegelijk is de bereikbaarheid met het openbaar vervoer beperkt.’

‘Brusselse’ jongeren

In de berichten over Oostende of Hofstade werd gretig gewezen naar ‘Brusselse jongeren met een migratieachtergrond’. ‘Ik kan me daar iets bij voorstellen’, zegt coördinator Rudy Raes van het Molenbeekse Centrum West. ‘Maar wat mij vooral opvalt, is dat het aanbod aan vakantiemogelijkheden voor jongeren in Brussel volstrekt niet beantwoordt aan de vraag. We moeten dagelijks jongeren weigeren die graag aan een activiteit zouden deelnemen. Het gaat om 10 à 20 procent van de aanvragen, je zou zonder meer duizend extra zomerstageplaatsen kunnen creëren, die allemaal zouden worden ingevuld. De wachtlijsten zijn nu echt enorm lang. Waarom dat van belang is? We zien dat het fout loopt als er geen omkadering is. Gaan animatoren zoals ik met een groep jongeren zwemmen, dan verloopt dat prima en beleven we een heerlijke dag.’

Het loopt fout als er geen omkadering is. Gaan animatoren zoals ik met een groep jongeren zwemmen, dan verloopt dat prima en beleven we een heerlijke dag. u002du002d Rudy Raes (Centrum West, Molenbeek)

‘Tegelijk stellen we vast dat opgeleide middenklassefamilies snel de weg vinden naar zomerstages en maanden van tevoren inschrijven, terwijl we lager opgeleiden en minder bemiddelde mensen veel moeilijker bereiken. Zij wachten soms tot aan het begin van de vakantie en moeten dan vaststellen dat er geen plaatsen meer zijn.’

Pool is Cool

Dat het ‘Brusselse’ jongeren zijn die elders voor problemen zorgen, komt natuurlijk ook omdat de stad ondanks haar 1,1 miljoen inwoners niet over een openluchtzwembad beschikt. Wie wil plonzen, moet minstens de trein of bus nemen voor een langer traject. Nochtans had Brussels minister Pascal Smet (SP.A) al in 2003 het plan om de hoofdstad een openluchtzwembad te geven, maar dat werd toen afgeketst. ‘Ik denk dat het destijds een kwestie was van te vroeg gelijk hebben’, zegt Smet. ‘Politici zagen er de noodzaak niet van in. Onder meer door initiatieven als Pool is Cool is het politieke draagvlak de jongste tijd gegroeid en ik geloof dat de kans groot is dat het zwembadproject in het regeerakkoord voor de nieuwe Brusselse regering wordt opgenomen. Dat zwembad moet er om tal van redenen komen, niet louter om overlast elders te vermijden. Zwembaden hebben een stedenbouwkundige functie, ze zijn ontmoetingsplaatsen en ze staan toe om nieuwe sociale projecten op te bouwen.’

De kans is groot dat het zwembadproject in het regeerakkoord voor de nieuwe Brusselse regering wordt opgenomen. u002du002d Pascal Smet (SP.A)

Vlaams minister van Cultuur, Jeugd, Media en Brussel Sven Gatz (Open VLD) is voorstander van het project, maar waarschuwt dat pootjebaden nog niet voor morgen is. In het beste geval zal er in 2023 in de openlucht kunnen worden gezwommen. Tevens vindt hij dat het zwembadproject niet mag worden gekoppeld aan overlast in Vlaanderen. ‘De Brusselse jongeren worden al genoeg gestigmatiseerd. Bovendien is het de plicht van elk individu om zich in de openbare ruimte te gedragen. Je kunt balorig gedrag nooit rechtpraten.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content