‘Zonder extra personeel zullen wantoestanden in psychiatrische centra blijven voorkomen’

Gisteren klaagden personeelsleden wantoestanden aan in Levanta, de hoogbeveiligde afdeling voor geïnterneerde vrouwen in Zelzate. ‘De bevoegde minister die deze problemen afdoet als indianenverhalen doet aan struisvogelpolitiek’, zegt Anne Dedry (Groen). ‘Zorginstellingen moeten meer middelen krijgen.’

Deze regering heeft een begin gemaakt van een specifiek beleid voor geïnterneerden, twee splinternieuwe forensische centra in Gent en Antwerpen, en een aantal gespecialiseerde psychiatrische afdelingen in ziekenhuizen. Maar het goede nieuws houdt hier al meteen op.

Zonder extra personeel zullen wantoestanden in psychiatrische centra blijven voorkomen.

Anne Dedry (Groen)

Rond het Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC) van Gent is twee jaar geleden in de media en in het federaal parlement veel te doen geweest. De incidenten stapelden zich toen op: een negatief verslag van de zorginspectie, gegoochel met het behalen van de personeelsnorm – bewakers telden om het te krappe zorgkader te vervolledigen – klachten over afzondering, schending van privacy, en dergelijke meer.

Niemand had gedacht dat het nog erger kon, tot het verslag van de zorginspectie over Levanta, de hoogbeveiligde afdeling voor geïnterneerde vrouwen in het psychiatrisch centrum in Zelzate, gisteren in de media verscheen. 831 afzonderingen op negentien vrouwen in 2017 – dat zijn er twee per dag per persoon, of zomaar even vijf keer meer dan in het FPC van Gent – schendingen van het briefgeheim en van de patiëntenrechten, en veel meer dan een gemiddeld aantal fixaties. Eén patiënte zou er zelfs dertien weken lang gefixeerd, of vastgebonden, geweest zijn.

Risicopopulatie verdient aangepaste aanpak

In Zelzate bevindt zich momenteel de enige afdeling voor geïnterneerde vrouwen in Vlaanderen. Dit is een moeilijke populatie, met een concentratie van negentien gedetineerden met complexe pathologieën, die uit de gevangenis overgeplaatst werden om aangepaste psychiatrische zorg te krijgen. Laat mij dus duidelijk zijn, het zou onredelijk zijn om het personeel of de instelling aan de galg te praten.

Het hoge aantal fixaties toont voor mij eerder de machteloosheid van het personeel aan. Dit is een achterhaalde – en toegegeven, bijna barbaarse – methode om agressief gedrag in te dijken. In elke zorgvoorziening die zichzelf respecteert is fixatie een uitzonderingsmaatregel: de wetenschappelijke richtlijnen zijn immers duidelijk. Er bestaan trouwens al jaren alternatieve technieken om dit te voorkomen, zoals wikkeltechnieken, prikkelarme ruimten en dwaalgangen. Heel wat zorgvoorzieningen zijn al meer dan tien jaar volkomen vrij van fixaties.

Uiteraard impliceert dit dat de medewerkers hier regelmatig vorming rond krijgen. In Nederland is dit item onderdeel van een jaarlijks verplichte vorming voor medewerkers. Terwijl deze vorming in Vlaanderen meer vrijblijvend is. Besparingen op bijscholingsuren verklaren dit minstens gedeeltelijk, want dit valt buiten de personeelsnormering.

Is een dergelijke concentratie van risicopopulatie verstandig en werkbaar?

Meer fundamenteel is echter de vraag of een dergelijke concentratie van risicopopulatie verstandig of zelfs werkbaar is: in de psychiatrie probeert men juist in afdelingen te differentiëren, een mix van patiënten samen te stellen die min of meer compatibel zijn om in leefgroepen te functioneren en mekaars therapie niet in de weg staan. Dit geldt evenzeer voor de veiligheid van het personeel.

De onderfinanciering van de geestelijke gezondheidszorg

Een oud zeer is de structurele onderfinanciering van de geestelijke gezondheidszorg en van de psychiatrie in het bijzonder. Wordt het niet hoog tijd om de omkaderingsnorm te verhogen? De huidige normen zijn immers veertig jaar oud en de inzichten zijn ondertussen erg geëvolueerd.

Niet alleen rond soorten therapieën, maar ook rond aangepaste infrastructuur bestaan er innoverende methoden die helpen om agressief gedrag te voorkomen. Zones met veel licht, groen en muziek, waar er een op een kan gewerkt worden en patiënten prikkelarm begeleid kunnen worden, werpen hun vruchten af, maar helaas zitten dergelijke investeringen ook niet in de basisfinanciering. Maar het schoentje knelt het meest in de te krappe personeelsomkadering.

Het hoge aantal fixaties toont voor mij eerder de machteloosheid van het personeel aan.

Experten zijn het er volmondig over eens dat de 0,4 voltijds equivalente personeelsleden (VTE) per bed in de acute psychiatrische ziekenhuizen ontoereikend is en dat de 0,7 VTE per bed in een forensisch centrum evenmin volstaat. Een afdeling met de huidige hoge risicopopulatie, zoals in Levanta in Zelzate, is met andere woorden sowieso structureel onvoldoende omkaderd. Inspecties zijn nodig, maar de overheid moet ook de werkomstandigheden beseffen en voldoende middelen ter beschikking stellen om complexe zorg veilig en kwaliteitsvol te kunnen uitvoeren. Zo niet werkt een inspectie demotiverend en contraproductief. En is ze bovendien onrechtvaardig.

De bevoegde minister die deze problemen afdoet als indianenverhalen doet aan struisvogelpolitiek, en dat getuigt van weinig respect voor de sector en vooral van weinig politieke moed.

Vandaag zitten de ministers De Block en Van Deurzen samen met hun diensten om het rapport van de Zorginspectie te bestuderen. Deze uiterst kwetsbare patiënten hebben recht op menselijke en aangepaste zorg. De bijsturingen in Levanta moeten aan de gebreken tegemoetkomen. Zorginstellingen moeten de middelen krijgen om voldoende zorgpersoneel in te schakelen, hun medewerkers voldoende vorming te geven en hun infrastructuur te moderniseren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content