‘Zonder deftig dak boven je hoofd is het onmogelijk om je leven opnieuw in handen te nemen’

Voor Free Clinic spreken Luna en Dorien een man aan. Hij heeft een dak boven zijn hoofd, maar kampt met verslavingsproblemen.
Kamiel Vermeylen

Vriestemperaturen, de coronacrisis en een gebrek aan bakstenen. Voor thuis- en daklozen zijn het barre tijden. Knack liep mee met het Antwerpse team dat op zoek gaat naar mensen die op straat overnachten.

‘Ontbijt op bed?’ Het is donderdagochtend, de temperatuur is tot ver onder het vriespunt gezakt. Op de benedenverdieping van het Centraal Station in Antwerpen slaapt een jongeman op een verhoogje naast de fietsenstalling. Het met rode uniformen ingepakte beveiligingspersoneel van de NMBS knijpt een oogje dicht. Door de barre weersomstandigheden mogen dak- en thuislozen per uitzondering in het station overnachten. De muziek, onder meer bedoeld om daklozen ’s nachts uit de vertrekken te weren, speelt onverminderd door.

‘Levensgevaarlijk’

Goed ingepakt en gewapend met koffie en sandwiches bestuderen Luna en Dorien van het Outreach team van het Centrum Algemeen Welzijnswerk Antwerpen (CAW) geconcentreerd de verdoken hoekjes in de stationsbuurt. In het portaal van het viersterrenhotel De Keyser ligt Ivan* onder een schraal deken te slapen. Het voorwiel van een damesfiets doet dienst als gelegenheidshoofdkussen. ‘Geen kou gehad?’ vraagt Dorien. ‘Nee, goed hier’, riposteert Ivan in gebroken Nederlands. Ivan, een Poolse man van middelbare leeftijd, struint nog maar enkele weken door de Antwerpse straten, daarvoor heeft hij vijftien jaar in Nederland doorgebracht. Hij krijgt een flyer toegestopt met de openingsuren en info over gratis maaltijden van dag- en nachtopvangdiensten in de Scheldestad.

Aan de overkant van de straat duikt Thomas* op. Zijn overjas is op meerdere plekken gescheurd, zijn opgezwollen voeten enkel met donkerblauwe Crocs bedekt. Verkleumd zijgt hij neer in een houten stoel voor een steak- en burgertent. Een flyer heeft hij niet nodig, een beker warme drank en een ochtendhap des te meer. Het is een korte ontmoeting – haast routine. ‘Wij kennen hem en hij kent ons’, zegt Luna. Daags voordien, nog geen acht uur eerder, heeft Dorien de avonddienst gelopen. Aan een voordeur in de Aziatische wijk trof ze een man in een T-shirt aan. ‘Levensgevaarlijk bij deze temperaturen. Voor de zekerheid hebben we de politie gebeld. Die kan hem wel verplicht van de koude redden’, klinkt het.

Ivan* slaapt in het portaal van hotel De Keyser in Antwerpen.
Ivan* slaapt in het portaal van hotel De Keyser in Antwerpen.© Kamiel Vermeylen

Of Ivan en Thomas een beroep zullen doen op de dag- of nachtopvang is verre van zeker. Het Outreachteam – ook wel de presentieploeg genoemd – gaat vooral op zoek naar dak- en thuislozen die zorgmijdend zijn. Niet zelden kampen ze met psychologische moeilijkheden, verslavingsproblemen, of hebben ze geen geldige verblijfsdocumenten. Dorien en Luna, die ambulante zorg kunnen bieden, proberen de meest zichtbaar zorgbehoevenden in beeld te brengen en hen de weg naar begeleiding en opvang laagdrempelig aan te bieden. Sommigen happen meteen toe, bij anderen duurt het maanden. ‘Vertrouwen winnen is een titanenwerk. We moeten vooral vermijden dat we iemand bruuskeren’, zegt Luna.

Mensen die op straat verblijven zijn erg zichtbaar, maar zijn slechts het topje van de ijsberg.

Koen Hermans

Bij hun zoektocht baseren de twee zich onder meer op tips van de politie, NMBS, buurtbewoners of toevallige passanten. Op die manier kon het CAW Antwerpen vorig jaar in totaal 3.371 contacten leggen met dak- en thuislozen. Vaak gaat het om mannen tussen de 30 en de 50 jaar oud. Voor kwetsbare vrouwen biedt het CAW aparte opvangmogelijkheid. Die vrouwenopvang richt zich vooral op slachtoffers van familiaal geweld en dakloze vrouwen met kinderen, een moeilijke combinatie met vrouwen met een verslavings- en/of psychiatrische problematiek. Daarom moeten vrouwen met regelmaat op eigen houtje op zoek naar alternatieven. Die vinden ze jammer genoeg vaak bij mannen die misbruik maken van hun kwetsbare positie. In het beste geval leidt dat via het Outreachteam tot een aangifte bij de politie.

Coronacrisis

De coronacrisis heeft die problemen er niet minder op gemaakt. Door de lockdown moest de werking van het CAW bliksemsnel aangepast worden. Het aantal bedden werd behouden, de slaapzalen ontdubbeld en extra locaties werden geopend om de opvang coronaproof te organiseren. De stad investeerde anderhalf miljoen euro extra aan relancemiddelen. Ondanks die inspanningen maakte corona het voor daklozen nog moeilijker. ‘Plots waren dak- en thuislozen niet meer welkom in de publieke ruimte – soms hun enige verblijfsplaats’, vertelt Marc Huygen, teamverantwoordelijke van het Outreachteam van CAW Antwerpen. Maandenlang bood zijn ploeg zeven dagen op zeven begeleiding aan in de nachtopvang, op pleinen werd meermaals per week eten en drinken uitgedeeld. Intussen hebben de diensten zich kunnen reorganiseren en verloopt de werking in de mate van het mogelijke opnieuw normaal.

De presentieploeg vormt het voorsteven van een breder raderwerk. Doel is om de dak- en thuislozen mits toestemming te integreren in een traject waarmee de complexe problematiek kan worden aangepakt. ‘We proberen zowel de persoonlijke als maatschappelijke kosten tot een minimum beperken’, vertelt Huygen. Het CAW en de stad Antwerpen werken daarbij nauw samen met andere partners: onder meer het Zorgteam, artsen, woonbegeleiding OCMW’s, verslavingszorg en in sommige gevallen ook met politie, justitie of bewindvoerders. Bij complexe, vastgelopen dossiers kruipen die belanghebbenden rond de tafel om een plan uit te stippelen voor die persoon.

Thomas* drinkt van een beker koffie op de Keyserlei in Antwerpen.
Thomas* drinkt van een beker koffie op de Keyserlei in Antwerpen.© Kamiel Vermeylen

Tot voor kort volgde Antwerpen daarbij een heel trapsgewijze benadering. Van de straat naar tijdelijke opvang om via begeleiding tot tewerkstelling en zelfredzaamheid te komen. Tenminste als alles in een weinig waarschijnlijk scenario goed afloopt. Door die gefaseerde aanpak stootten dak- en thuislozen namelijk op een heleboel drempels die het risico op terugval aanzienlijk vergroten. ‘Het gaat om uiterst fragiele mensen die de voeling met de maatschappij verloren zijn. De draad oppikken is geen sinecure. Ook wij worden geregeld mee van het kastje naar de muur gestuurd wanneer we hen met administratie trachten te helpen. Met begeleiding is het moeilijk, zonder is het nefast’, zegt Dorien. ‘Een combinatie van betaalbare huisvesting, aanklampende begeleiding en zorg aan huis kan alvast een deel van de oplossing bieden’, vult Huygen aan.

Als het op sociale huisvesting aankomt, heeft de Vlaming geen baksteen in de maag.

‘Gelukkig maken we bij het CAW zeker ook sterke praktijken mee, waarbij dakloze cliënten de draad opnieuw kunnen oppikken. Maar we merkten dat de vroegere aanpak aan vernieuwing toe was om meer zulke positieve verhalen te zien’, vertelt Piet Steenssens, beleidscoördinator Wonen van CAW Antwerpen. In samenwerking met het stadsbestuur probeert CAW Antwerpen het roer daarom naar West- en Noord-Europees voorbeeld om te gooien. In onder meer Zweden en Ierland gaat men al langer uit van een housing first-aanpak. De woonst als ruggengraat, waar nodig aanklampende begeleiding als korset. ‘Zonder deftig dak boven je hoofd is het onmogelijk om je leven opnieuw in handen te nemen’, vertelt Steenssens.

Peulschil

Een woongerichte oplossing voor dak- en thuislozen: het klinkt als de evidentie zelve, maar dat is het niet. Als het op sociale huisvesting aankomt, heeft de Vlaming geen baksteen in de maag. Ruim een half jaar geleden stonden er meer dan 150.000 mensen op de wachtlijsten. In tegenstelling tot in onze buurlanden bedraagt het aandeel sociale woningen slechts ongeveer 6,5 procent van het totale woonpatrimonium. ‘Een peulschil’, volgens het Vlaams Huurdersplatform. Nochtans zijn ze van cruciaal belang bij armoedebestrijding. ‘Het wel of niet kunnen huren op de sociale huisvestingsmarkt maakt een groot verschil voor gezinnen die moeten rondkomen met een minimuminkomen uit sociale zekerheid of arbeid’, vertelt professor Bérénice Storms (CEBUD Thomas More en CSB UAntwerpen).

Storms: ‘Neem bijvoorbeeld alleenstaanden die huren op de private huisvestingsmarkt en moeten rondkomen met een leefloon of een minimum werkloosheidsuitkering: zij komen iedere maand meer dan 300 euro tekort om alle uitgaven te kunnen bekostigen die nodig zijn om op een voldoende wijze aan de samenleving te kunnen deelnemen. Gezien de grote tekorten zal het niemand verwonderen dat velen onder hen teruggrijpen naar overlevingsstrategieën die hun fysieke, sociale en mentale gezondheid in gevaar brengen. Indien diezelfde gezinnen op de sociale huisvestingsmarkt zouden kunnen huren, lukt het veel beter om met datzelfde inkomen te kunnen rondkomen (Zie figuur 1).

Figuur 1: Het verschil in impact tussen huren op de private (links) en de sociale (rechts) huisvestingsmarkt bij verschillende gezinssamenstellingen. Er wordt hierbij vanuit gegaan dat de huishoudens in goede gezondheid verkeren en geen auto nodig hebben. Het referentiebudget geeft aan wat nodig is om op een voldoende wijze aan de samenleving te kunnen deelnemen.
Figuur 1: Het verschil in impact tussen huren op de private (links) en de sociale (rechts) huisvestingsmarkt bij verschillende gezinssamenstellingen. Er wordt hierbij vanuit gegaan dat de huishoudens in goede gezondheid verkeren en geen auto nodig hebben. Het referentiebudget geeft aan wat nodig is om op een voldoende wijze aan de samenleving te kunnen deelnemen.© CEBUD

Bovendien blijft het gissen naar het aantal dak- en thuislozen in ons land. Eerst en vooral is de problematiek moeilijk in kaart te brengen. ‘Mensen die op straat verblijven zijn erg zichtbaar, maar zijn slechts het topje van de ijsberg. Wie van sofa naar sofa surft, aankijkt tegen uithuiszetting of de gevangenis verlaat zonder alternatief behoort ook tot de categorie thuislozen’, vertelt professor Koen Hermans van het Centrum voor Zorgonderzoek (KULeuven). Maar volgens Hermans ontbreekt het de politiek aan ambitie om de aantallen te tellen. ‘In 2018 hebben we een strategie ontwikkeld, maar op interfederaal niveau hebben ze die aanbevelingen links laten liggen. Door een combinatie van complexe problematiek en complexe bevoegdheidsverdeling is het moeilijk om schot in de zaak te krijgen.’

‘Je kan geen probleemoplossend beleid uitwerken als er nauwelijks zicht is op de grootte van dat probleem’, zegt Steenssens. Sommige steden zoals Leuven, Brussel, Gent, Luik en Aarlen organiseren geregeld tellingen om een beeld te krijgen van de situatie. Op basis van de cijfers van Leuven tekenen zich drie krijtlijnen af: verjonging, verkleuring en gezinssamenstelling. ‘Een kwart van de dak- en thuislozen zijn tussen de 18 en de 25 jaar oud, een kwart zijn alleenstaanden of koppels met kinderen en een derde heeft een migratieachtergrond. Globaal genomen vermoed ik dat het aantal dak- en thuislozen net zoals in het buitenland ook in België toeneemt’, besluit Hermans.

Na een zoektocht van ruim twee uur zit de opdracht van Dorien en Luna erop. In totaal hebben ze met een tiental mensen contact gelegd. Op het kantoor zullen ze onder meer dak- en thuislozen begeleiden die ze via het outreach-werk hebben weten te bereiken. Volgende week stijgt het kwik opnieuw boven het vriespunt, maar daarmee zijn de structurele problemen niet van de baan. Wel integendeel: hoe warmer het wordt, hoe meer zorgmijdende thuis- en daklozen er opnieuw voor kiezen om de nacht in open lucht door te brengen.

*Om privacyredenen zijn er pseudoniemen gebruikt. Namen of initialen zijn bij de redactie bekend. Wie in Antwerpen dak- of thuislozen tegenkomt, kan dat melden aan CAW Antwerpen via het e-mailadres outreach@cawantwerpen.be.

In de Chinese wijk werd woensdagavond een man in T-shirt aangetroffen.
In de Chinese wijk werd woensdagavond een man in T-shirt aangetroffen.© Kamiel Vermeylen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content