Zo kweekt u feministische jongens: ‘Kijk met uw zonen ook naar de Red Flames’
Dat we onze dochters anno 2019 leren dat ze alles kunnen worden, is evident. Maar ook jongens hebben baat bij een feministische opvoeding. Daar komt meer bij kijken dan u denkt: van knalroze Crocs tot FC De Kampioenen.
De boeken van Tiny, roze prinsessenjurken, schoenen met glitters en barbiepoppen: het zijn maar enkele dingen waarvan ik heb gezworen dat ze bij ons nooit zouden binnenkomen. Maar dat is al jaren geleden, toen ik ook nog geabonneerd was op het feministische blad Opzij en vooral, toen ik nog geen dochters had. Die zijn er intussen wel, respectievelijk 6 en bijna 4 jaar. En u kunt al raden dat al die ‘verboden voorwerpen’ ons huis toch zijn binnengeslopen. Behalve de boeken van Tiny dan, die vinden mijn dochters te truttig. En ondanks de barbiepoppen en de prinsessenjurken weten zij intussen ook dat meisjes alles mogen zeggen en worden, dat niemand ongevraagd aan hun lichaam mag komen en dat het normaal is dat papa en mama de taken eerlijk verdelen. Alleen heb ik me vroeger, bladerend in zo’n Opzij, zelden afgevraagd hoe het zou zijn als ik zonen zou krijgen. Misschien zou ik die barbiepoppen dan net wél toejuichen, kwestie van hun zorgende kant te ontwikkelen. Want hoe doe je dat, feministische jongens kweken?
Bij Bieke Purnelle, directeur van Rosa vzw, het kenniscentrum voor gender en feminisme, ligt het omgekeerd: zij heeft twee zonen. ‘Uiteraard vond ik het altijd heel belangrijk om hen feministisch op te voeden, maar dat doe je bij zonen vanuit een ander perspectief dan bij dochters. Ik heb hen vooral aangemoedigd om altijd zichzelf te zijn, los van stereotypen. Ze mochten dus uitgebreid huilen, ondanks het veelgehoorde idee dat “echte jongens niet wenen”. En mijn oudste liep ooit een jaar rond met spuuglelijke, knalroze Crocs, een roze diadeem en een plastic geweer. Dat vond hij een geweldige combinatie. En we hadden het geluk dat zijn school heel bewust omgaat met gender. Hij heeft er nooit vervelende opmerkingen over gekregen, en kon dat in alle veiligheid dragen.’ Ook ‘voorleven’ is volgens Purnelle cruciaal. ‘Als je zonen zien dat papa ook kookt en stofzuigt, zullen ze dat later niet vreemd vinden. Hopelijk volgt dan ook de samenleving: vaders die nu hun kinderen ophalen in de crèche, krijgen nog vaak vreemde reacties. Ofwel worden ze op applaus onthaald, ofwel worden ze als een halve debiel behandeld, alsof ze een kunstje opvoeren.’
FC De Kampioenen
Een genderneutrale opvoeding: het is al enkele jaren bon ton, maar Purnelle houdt niet van de term. ‘Dingen kunnen neutraal zijn, mensen niet. Dan vind ik het woord “genderbewust” veel gepaster. Het heeft in ieder geval weinig zin om je kinderen dingen op te dringen. Als je zoon totaal geen interesse toont in poppen, zal hij daar ook niet mee spelen. Er is trouwens niets mis met “meisjesachtige” meisjes of “jongensachtige” jongens. Het belangrijkste is dat ze vrij en onbevangen zichzelf kunnen zijn. Als ouder kun je het aanbod wel verbreden: neem je kinderen mee naar films en theatervoorstellingen met sterke vrouwelijke personages en zonder stoere mannen, lees hen boeken voor zonder stereotypen enzovoort. Ik ga met mijn zonen naar heldenfilms als Black Panther en Captain Marvel, en toen ze kleiner waren naar Brave en Vaiana, tekenfilms met een heldin in de hoofdrol. We kijken naar wedstrijden van de Rode Duivels én van de Red Flames.
En toen de jongste vorige zomer naar de zoveelste herhaling van FC De Kampioenen wilde kijken, mocht dat, maar hij moest er wel mijn duidende commentaar bijnemen. Die reeks is onwaarschijnlijk seksistisch, maar misschien moet je er net daarom wel samen naar kijken. Als je erover praat, snappen kinderen snel dat de mopjes van Balthasar Boma echt niet oké zijn. Als ze later naar porno beginnen te kijken, hebben ze hopelijk dezelfde reflex. Ik blijf gewoon altijd in gesprek gaan. Ze moeten voor zichzelf leren denken. Ik kan alleen een ruimer kader bieden.’
In de hele #MeToo-discussie was er vooral aandacht voor de (vrouwelijke) slachtoffers. ‘Veel ouders beseffen nu heel goed dat ze hun dochters bewust en weerbaar moeten maken. Maar het is minstens even belangrijk om er met zonen over te praten’, vindt Purnelle. ‘Als we jongens niet leren dat ze grenzen moeten aangeven én respecteren, kunnen we meisjes tot in de oneindigheid weerbaarheidscursussen geven, dan verandert er niets.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier