Vier op de tien Belgische ziekenhuizen maken verlies. Minister Frank Vandenbroucke (Vooruit) wil de ereloonsupplementen aftoppen en dat zou nog meer ziekenhuizen richting faillissement duwen, zo klinkt het. Een doorlichting van de volstrekt niet-transparante ziekenhuisfinanciering in ons land.
De totale bedrijfsinkomsten van alle ziekenhuizen in ons land samen bedragen 22,3 miljard euro. De totale bedrijfskosten zijn goed voor 22,5 miljard. Dat maakt dat alle ziekenhuizen samen 174 miljoen verlies maken met hun activiteiten.
Vier op de tien ziekenhuizen boeken rode cijfers, voor de meeste andere is de winst flinterdun. ‘Elke euro telt’, zegt Dimi Jottier, data-analist bij Belfius die elk jaar alle balansen van de ziekenhuizen uitpluist. Samen leggen we de rekeningen van de ziekenhuizen onder de scanner.
Inkomsten
Een van de voornaamste inkomstenbronnen van onze ziekenhuizen zijn de subsidies van de federale overheid, in het jargon ‘budget financiële middelen’ (BFM) genoemd. Zij zijn goed voor 7,6 miljard euro, of 33 procent van de bedrijfsopbrengsten. Dit bedrag wordt gebruikt om de werkingskosten van de ziekenhuizen te betalen, bijvoorbeeld om het overgrote deel van de kosten voor het zorgpersoneel te betalen.
Jottier: ‘Het BFM is een globaal budget dat jaarlijks door de FOD Volksgezondheid wordt vastgelegd. Via allerlei ingewikkelde verdeelsleutels wordt het BFM onder alle ziekenhuizen verdeeld.’
Een andere grote inkomstenbron voor de ziekenhuizen zijn de honoraria van de artsen, waarin ook hun ereloonsupplementen zitten. Zij zijn goed voor 7,9 miljard of 35 procent van de inkomsten.
Artsenlonen aan banden: hoe wordt ú daar beter van?
Jottier: ‘De ziekenhuizen ontvangen die honoraria, ze keren daar een groot deel van uit aan de artsen en houden een deel voor zichzelf. Hoeveel ze inhouden hangt af van ziekenhuis tot ziekenhuis en ook van de afspraken die het ziekenhuis heeft gemaakt met de artsen. De ziekenhuizen boeken dit ook niet allemaal op dezelfde manier, wat het moeilijk maakt hierover een correct beeld te vormen.’
Volgens een enquête van de Nationale Paritaire Commissie artsen-ziekenhuizen (NPCAZ) waren de ereloonsupplementen in 2023 goed voor 690 miljoen euro. Daarvan droegen de artsen 301 miljoen of 41 procent af aan de ziekenhuizen. Die afdrachten zijn dus goed voor 1,4 procent van de inkomsten van de ziekenhuizen.
Dat is allemaal gemiddeld, sommige artsen dragen meer af en in sommige ziekenhuizen ligt dat percentage hoger. Het is ook bekend dat er grote verschillen zijn in de honoraria die artsen ontvangen. Ze liggen hoog voor wie aan medische beeldvorming doet of klinische laboratoria beheert, en eerder laag voor wie patiënten ziet. Een bekend grapje is dat de functies die eindigen op -oog, zoals radioloog, goed verdienen en de -aters, zoals geriaters, psychiaters en pediaters, een pak minder krijgen.
Een derde belangrijke bron van inkomsten voor de ziekenhuizen is de verkoop van farmaceutische producten, goed voor 4,1 miljard euro of 18 procent van de inkomsten. Jottier: ‘Net als bij de honoraria kunnen de ziekenhuizen niet over dit volledige bedrag beschikken, ze moeten die farmaceutische producten immers aankopen. Over de subsidies (BFM) kunnen ze wel helemaal beschikken.’
‘Jaar na jaar wordt de Belgische ziekenhuissector fragieler. Een serieuze hervorming dringt zich op.’
Dan is er een hele reeks kleinere inkomsten, ‘maar gezien de winstmarge van de meeste ziekenhuizen zo klein is, zijn die wel heel belangrijk’, aldus Jottier. Zo zijn er bijvoorbeeld de ‘overige bedrijfsopbrengsten’, waarin onder andere de inkomsten van de parking of de cafetaria zitten. Dat zijn natuurlijk geen kernactiviteiten van de ziekenhuizen, maar de 1,8 miljard euro die dat opleverde is toch goed voor 8 procent van de inkomsten.
Uitgaven
De grootste uitgavenpost zijn de lonen aan de verplegers, administratie en andere diensten. Alle ziekenhuizen samen geven daar bijna 9 miljard euro aan uit, dat is 40 procent van de totale 22,5 miljard aan bedrijfskosten. Nog eens 4,9 miljard of 22 procent gaat naar de bezoldiging van de artsen. En men geeft 5,5 miljard of 24 procent uit aan alle aankopen, waarvan 4,2 miljard gaat naar de aanschaf van farmaceutische producten.
Jottier: ‘Boekhoudkundig is het moeilijk om te zeggen welke winstmarge de ziekenhuizen halen op bijvoorbeeld de farmaceutische producten. Wat je wel kan zeggen is dat de ziekenhuizen 7,9 miljard ontvangen aan honoraria voor de artsen en daarvan 4,9 miljard uitkeren aan de artsen. De afdrachten van de artsen zijn dus goed voor 3 miljard, ze geven dus 38 procent van hun honoraria aan de ziekenhuizen.’
Eindafrekening
De totale kosten van de ziekenhuizen liggen iets hoger dan de totale opbrengsten, alle ziekenhuizen samen maken 174 miljoen euro of ongeveer 1 procent verlies uit hun gewone activiteiten. ‘De financiële basis van de ziekenhuizen is vaak te zwak om de nodige investeringen te doen’, becommentarieert Jottier. ‘Ze kunnen ook geen financiële buffer opbouwen, bij de minste tegenvaller duiken ze in de verliescijfers.’
Van de 89 algemene ziekenhuizen die België telt, draaien er 34 met verlies. Dat cijfer stijgt, vijf jaar geleden maakten 14 ziekenhuizen verlies. Van de 47 ziekenhuizen in het Vlaams Gewest boeken er 12 verlies, de financiële problemen situeren zich meer in Wallonië en vooral in Brussel.
‘Elke euro telt voor een ziekenhuis om het hoofd boven water te kunnen houden’, zegt Jottier. De ereloonsupplementen, die minister Frank Vandenbroucke (Vooruit) nu in het vizier heeft, dragen misschien niet veel bij aan de inkomsten van een ziekenhuis, maar kunnen vaak wel het verschil maken tussen winst en verlies.
Tegelijkertijd is het ook zo dat de ereloonsupplementen niet de enige factor zijn die bepalen of een ziekenhuis in het rood duikt. Sommige ziekenhuizen zouden zelfs winst maken zonder de bijdrage van de ereloonsupplementen. Ook de andere geldstromen spelen een belangrijke rol in winst of verlies, net als het beheer van het ziekenhuis.
Minister Vandenbroucke focust nu met de ereloonsupplementen op één mediageniek aspect van de ziekenhuisfinanciering. Er wordt niet gekeken naar het geheel, waarvan elke motor moet blijven draaien om ervoor te zorgen dat ziekenhuizen het hoofd boven water kunnen houden. De uitdaging is dan ook om de hele ziekenhuisfinanciering te hervormen.
Daarbij helpt het niet dat de geldstromen vandaag een volstrekt niet-transparant kluwen zijn. ‘Het is duidelijk dat de Belgische ziekenhuissector jaar na jaar financieel fragieler wordt’, zegt Jottier. ‘Je kunt een serieuze hervorming van de ziekenhuisfinanciering niet blijven uitstellen.’
Ziekenhuisdirecteurs roepen op tot dringende hervorming van de gezondheidszorg