Zelfs politici willen burgers meer inspraak geven

Koepelzaal Vlaams Parlement © Belga
Peter Casteels

Politici zijn wel te vinden voor meer burgerparticipatie in de politiek. Zelfs gemeenschappelijke commissies waarin burgers en politici in het parlement samen komen – een voorstel van Groen, kan de goedkeuring van een meerderheid wegdragen. Enkel het idee om de Senaat door loting samen te stellen, wordt verworpen.

Het referendum in Italië over een hervorming van het kiesstelsel doet de zoveelste democratie in het Westen op zijn grondvesten daveren. Eerst was er de Brexit en Donald Trump al, volgend jaar volgen misschien ook Frankrijk, Nederland en Duitsland. De roep om ons parlementaire model aan te passen klinkt alsmaar luider. En wat blijkt? Ook Belgische politici zijn daarvoor te vinden.

Voor zijn masterstudie schreef Jean-Marc Fobe van de UCL 5150 gekozen mandatarissen aan, waarvan 1085 uiteindelijk deelnamen aan de enquête. Een grote meerderheid van die respondenten ziet wel heil in voorstellen om mensen meer inspraak te geven. Burgerinitiatieven, waarbij burgers een voorstel op de politieke agenda kunnen zetten door er voldoende handtekeningen voor te verzamelen, vindt 87,6 procent van de ondervraagden een goed idee. Op Europees niveau is dat nu al mogelijk. Het idee om een deeltje van de gemeentelijke begroting te reserveren voor projecten die rechtstreeks door burgers worden ingediend, kan de goedkeuring van 78,7 procent wegdragen. In Antwerpen wordt daar vandaag al mee geëxperimenteerd.

Commissies met burgers

Verregaandere voorstellen moeten op meer weerstand rekenen. Geen meerderheid is er voor het voorstel om de Senaat te bevolken met burgers die door loting zijn uitgekozen. Dat was een idee dat sp.a’er Peter Vanvelthoven onlangs en zonder veel resultaat lanceerde. Een kleine meerderheid van 51 procent is er dan wel weer voor een idee dat Kristof Calvo samen met Ecolo in het federale parlement indiende. Zij willen gemeenschappelijke commissies opzetten waarin zowel gekozen politici als gelote burgers zetelen.

‘Nu bestaan commissies altijd uit 17 parlementsleden’, legt Calvo desgevraagd uit. ‘Wij wilden de mogelijkheid creëren om commissies samen te stellen met 17 politici en 17 burgers. Ons eerste voorstel was om zo’n commissie over politieke vernieuwing op te richten: een debat over decumul verloopt anders als er in plaats van enkel beroepspolitici ook gewone burgers aan mogen deelnemen.’

In het voorstel van Groen, dat weinig kans maakt om uiteindelijk ook echt aangenomen te worden, moest in de commissie een dubbele meerderheid van zowel politici als burgers worden gehaald om aanbevelingen goed te keuren. Calvo wilde daarmee een brug slaan tussen de deliberatieve en de representatieve democratie. ‘Zo’n commissie kan een ontmoetingsplek worden’, zegt hij; ‘Het zal nooit alleen maar het één of het ander zijn. In die zin is het een verbeterde versie van de G1000.’

Ook bij de parlementsleden die deelnamen aan het onderzoek van Jean-Marc Fobe bestaat een meerderheid voor dit voorstel: 27 tegen 25. Bij Groen is het enthousiasme, uiteraard, het grootst. In het algemeen viel Fobe de verschillen tussen links en rechts op. ‘Er is een duidelijke kloof tussen links en rechts’, vertelt hij. ‘Linkse partijen zijn voor meer participatieve democratie, terwijl rechts de representatieve democratie blijft verdedigen.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content