‘Ze hebben me geruïneerd’: vier schrijnende gevallen waarbij de fiscus in de fout gaat

© iStock

Iedereen maakt fouten, dus ook de fiscus. Alleen heeft die het bijzonder moeilijk met fouten rechtzetten, verontschuldigingen maken en schadevergoedingen betalen. ‘De burger is toch je klant en niet je vijand?’

‘Gelieve binnen de veertien dagen 230.000 euro belastingen te betalen.’ Twaalf jaar geleden viel deze ‘aanslag’ in de bus bij kleine ondernemer Johan Daelemans. Eén maand geleden pas, na ettelijke procedures, meldde de fiscus doodgemoedereerd dat de aanslag onterecht was en werd het geld terugbetaald, inclusief interesten. Maar daar stopt de lijdensweg van Daelemans niet; om een schadevergoeding te vermijden trekt de fiscus naar de rechtbank, en daagt hij Daelemans uit om te bewijzen dat het niet zijn schuld is dat zij in de fout zijn gegaan.

De fiscus heeft me geruïneerd. Ik moest mijn huis verkopen. Mijn zoon kon niet op kot. Ik kreeg verschillende hartaanvallen.

Johan Daelemans

Daelemans’ verhaal illustreert de fiscale nachtmerrie waarin je als burger kunt belanden in dit land. Want hij is lang niet de enige. Michel Maus, fiscaal advocaat en VUB-hoogleraar, komt zulke schrijnende zaken geregeld tegen. ‘Je kunt het de fiscus niet kwalijk nemen dat hij fouten maakt. Die dienst verstuurt elk jaar miljoenen aanslagen. Iedereen maakt fouten. Het gaat erom dat die fouten vaak niet worden toegegeven en dat ze soms zelfs worden toegedekt. Vergissingen moeten worden rechtgezet. En als het gaat over flagrante zaken met verstrekkende gevolgen is meer nodig, namelijk een fatsoenlijke schadevergoeding. Dat gebeurt nooit. De fiscus heeft totaal geen schuldbesef.’

Case 1: de ontwerper van raceauto’s

Johan Daelemans (60) is een begenadigde automonteur en runt jarenlang met veel succes een bedrijfje dat raceauto’s bouwt. Hij doet dat vanuit een hoeve in het Waalse Emptinne, vlak bij Ciney. In 2005 verkoopt hij zijn zaak. Samen met een Duitse ingenieur wil hij zich toeleggen op de bouw van kleine vliegtuigen. Erik Raeven noemt het verhaal van Johan Daelemans een ’thriller’ in zijn boek De Belastingaanslag (Kritak). En toen was de afloop ervan niet eens bekend.

Vijf jaar later, op 3 februari 2010, krijgt Johan Daelemans een brief van de Belgische fiscus. Hij moet meteen 230.000 euro belastingen betalen, omdat de belastingdienst ervan uitgaat dat hij nog altijd eigenaar is van dat autobedrijf. ‘Dat is een grap, dacht ik eerst. Alleen al dat bedrag. Ik heb nooit meer verdiend dan een arbeidersinkomen.’

Daelemans dient bezwaar in, maar de belastingen geloven hem niet. ‘Ze draaiden de bewijslast om: ík moest aantonen dat de fiscus een fout had begaan. Begin daar maar eens aan. De ambtenaar in Ciney toonde me bijvoorbeeld een rekeningnummer dat zogezegd van mij was. En toen ik aan de bank vroeg van wie die rekening wél was, verwezen ze naar het bankgeheim.’

Er gaan twaalf jaar juridisch getouwtrek voorbij. De rechtbank van eerste aanleg geeft de fiscus gelijk. Johan Daelemans moet zijn woning verkopen en de belastingen nemen het geld van de verkoop in beslag. Wat weinigen dan zouden doen, doet Daelemans wel: hij gaat in beroep. ‘Tijdens de eerste rechtszaak merkte ik hoe zwak ik stond. Mijn pro-Deoadvocaat werd gewoon weggeblazen door een gespecialiseerde advocaat van de belastingdienst. Dus ging ik zelf op onderzoek uit.’ Uiteindelijk slaagt Daelemans erin om de kopers van zijn bedrijf financieel door te lichten. Zo ontdekt hij dat hij zijn onderneming heeft verkocht aan mensen die een btw-carrousel hadden opgezet.

Daelemans maakt zijn huiswerk zo grondig dat het parket zijn onderzoek overneemt. Binnenkort moeten de verdachten zich verantwoorden voor de rechtbank van Mechelen. Verdachten van wie bevestigd is dat ze geen banden met Johan Daelemans hebben. ‘Natuurlijk ben ik met die bewijzen naar de ambtenaar in Ciney gegaan. Maar zelfs toen wilde hij zijn fout niet toegeven. Sterker nog: ik heb ondertussen bewijzen dat hij valsheid in geschrifte heeft gepleegd en dat collega’s zijn fouten toedekten.’

Enkele maanden geleden gaat die belastingambtenaar met pensioen en belandt het dossier van bij een jongere collega. Die besluit dat de aanslag van 230.000 euro onterecht was gebeurd. ‘Ik heb onlangs mijn geld ontvangen. Met interest is dat opgelopen tot 350.000 euro.’ Maar de fiscus geeft de juridische strijd nog niet op. Het hof van beroep hoeft zich niet langer uit te spreken over de aanslag, want die heffing bleek onterecht, maar de Belgische belastingdienst vraagt nu dat het hof zich uitspreekt over wiens fout het was dat dit dossier is misgelopen. ‘De fiscus is gewoon een heel slechte verliezer.’ Die actie moet beletten dat de overheid een schadevergoeding zou moeten betalen, meent Michel Maus, advocaat van Daelemans voor het hof van beroep.

'Ze hebben me geruïneerd': vier schrijnende gevallen waarbij de fiscus in de fout gaat
© ZAZA

‘Heeft de fiscus enig idee wat hij me al die jaren heeft aangedaan?’ vraagt Daelemans zich af. ‘Ze hebben me geruïneerd. Ik moest mijn huis verkopen. Mijn zoon kon niet op kot, want dat konden we ons niet veroorloven. Ik stond op de rand van een depressie. Door de stress kreeg ik verschillende hartaanvallen. Met Kerstmis vorig jaar moest ik een openhartoperatie ondergaan. Sindsdien is mijn rechterarm gevoelloos en leef ik van een ziekte-uitkering. Beseffen ze dat in Brussel? Of ben ik gewoon een nummer van een dossier in de dikke map? Ik heb nu wel mijn geld terug, maar de voorbije twaalf jaar had ik ook voor 120.000 euro advocatenkosten.’

Michel Maus herkent de soms hooghartige manier waarop de fiscus omgaat met belastingplichtigen. Deels kan hij zelfs begrip opbrengen voor de belastingambtenaar. ‘Als ik dat dossier had moeten behandelen, had ik in het begin misschien net zo gereageerd als die man in Ciney. Misschien had ik ook gedacht aan gefoefel. En welke fraudeur zegt niet dat hij onschuldig is? Maar als de zaken opklaren en als blijkt dat Johan niets verkeerds gedaan heeft en het slachtoffer was van oplichters, dan moet je je ongelijk durven toe te geven. Dan moet je stoppen met die fiscale hardnekkigheid. Het is de taak van de overheid om de samenleving te beschermen tegen fraudeurs, maar het is ook de taak van de overheid om haar burgers te beschermen tegen overijverige ambtenaren.’

Waarom bleef die ambtenaar dan toch doorgaan? Mensen die vele jaren hetzelfde werk moeten doen ontwikkelen weleens een tunnelvisie, denkt Maus. En dan krijgen ze het moeilijk om die te verlaten. ‘Vandaar ook dat in dit dossier onoorbare zaken zijn gebeurd. Het onderzoek is gemanipuleerd en ambtenaren hebben fouten van elkaar toegedekt.’

De belastingadministratie doet er nu alles aan om geen schadevergoeding te hoeven betalen. Michel Maus: ‘Als je onterecht in de gevangenis belandt, heb je als slachtoffer recht op een schadevergoeding, de zogenaamde “onwerkdadige hechtenis”. Veel is dat niet, vaak slechts 60 euro per dag, maar zo geeft de overheid wel toe dat ze een fout maakte. Hetzelfde moet gebeuren met fiscale vergissingen. Ik vind dat ze Johan twaalf jaar opgesloten hebben in een fiscale gevangenis. Er hing een factuur van meer dan 200.000 euro boven zijn hoofd. Zo’n molensteen rond je nek, dat doet iets met een mens.’

Case 2: het pensioen uit de VS

Jacques is 82 en woont in Veurne. Hij moet van de fiscus ongeveer 3000 euro bijbetalen, omdat hij een pensioenuitkering ontvangt uit het buitenland en die is niet aangegeven. De man werkte een groot deel van zijn carrière bij een multinational en woonde verschillende jaren in het buitenland, onder meer in de VS.

Jacques’ bedrijf had voor die periode ook een pensioenvoorziening in dat land geregeld. Dat is een vrij courant gebruik en het is wettelijk ook goed geregeld. Het betekent dat het buitenlandse pensioen in het buitenland werd belast, waardoor Jacques ervan uitgaat dat hij in België geen belasting meer hoeft te betalen.

'Ze hebben me geruïneerd': vier schrijnende gevallen waarbij de fiscus in de fout gaat
© ZAZA

De belastingambtenaar is het daar niet mee eens en verstuurt een heffing van 3000 euro. Jacques laat het daar niet bij, want hij wordt dubbel belast en dient een bezwaar in. Het aantal zaken zoals deze is legio, weet Michel Maus. Nochtans is het volgens hem vrij makkelijk om zulke situaties te voorkomen. ‘België heeft met meer dan honderd landen dubbelbelastingverdragen afgesloten en daarin staat het zogenaamde “onderling overleg”. Dat betekent dat bij dubbele belasting het onderling overleg kan worden opgestart, waarbij de twee administraties overleggen wie van beide landen belasting mag heffen.’

‘Dat is een logische oplossing die goed werkt. Maar niet alle Belgen zijn daarvan op de hoogte. Ik, als fiscaal advocaat, ken de regeling en de ambtenaren van financiën kennen die ook. Mijn vraag is dan: waarom start de Belgische belastingdienst dat overleg niet zelf op? Waarom burgers zoals Jacques meteen opschrikken met een extra belasting? De burger is toch je klant en niet je vijand? Je kunt niet verwachten dat iedereen alle finesses van ons zeer ingewikkelde belastingstelsel kent.’

Case 3: het proefkonijn in een principezaak

Vruchtgebruik is een fiscaal aantrekkelijke constructie om een woning te kopen. Een bedrijfsleider van een vennootschap koopt een onroerend goed. Het vruchtgebruik blijft bij de vennootschap, maar de naakte eigendom gaat naar de bedrijfsleider. Dat betekent dat de vennootschap het gros betaalt van de aankoop. Dat bedrag wordt 20 jaar afgeschreven door de vennootschap en daarna wordt de bedrijfsleider volledig eigenaar van het onroerend goed. Het is een bekende fiscale optimalisatiepraktijk.

Michel Maus: ‘Enkele jaren geleden had een cliënt het ongeluk dat zijn dossier behandeld werd door een ambtenaar die het niet meer eens was met die praktijk. De ambtenaar besloot er een principezaak van te maken. Hij paste een nieuwe antimisbruikbepaling toe op de vruchtgebruikconstructie.’

Het kwam tot een rechtszaak. Toen Maus naar de rechtbank trok met zijn cliënt werd hij daar totaal onverwacht geconfronteerd met een overvolle rechtszaal. De ambtenaar had tientallen collega’s uitgenodigd. ‘Dat was enorm intimiderend. Mijn klant kreeg gelijk in eerste aanleg, maar ging er wel volledig aan onderdoor. De fiscus ging in beroep en trok nadien zelfs naar het Hof van Cassatie. De zaak heeft uiteindelijk tien jaar aangesleept.’

Het leven van Maus’ cliënt werd compleet overhoop gegooid. ‘Hij kreeg gezondheidsproblemen, echtelijke problemen… Je belandt in een financiële en mentale rollercoaster, want om de haverklap word je geconfronteerd met die rechtszaak. Je moet bijvoorbeeld elk jaar aangifte doen, maar die wordt telkens geweigerd. Het regent aanmaningen. Enzovoort.’

Is dat de juiste manier, vraagt Michel Maus zich af, iemand eruit pikken en er een principezaak van maken om je gelijk te bewijzen? ‘Ik vind van niet. Als er iets misloopt bij bepaalde fiscale constructies, lijkt het me verstandiger om overleg te plegen met het fiscale middenveld, zoals boekhouders en accountants, en met sectorverenigingen. Op die manier kun je dan afspraken maken die gelden voor iedereen.’

Case 4: de veranda van de postbode

Je hoeft geen mogelijke fraudeur of vermogende zakenman met een vennootschap te zijn om ‘gegijzeld’ te worden door de fiscus. Het kan iedereen overkomen, waarschuwt Michel Maus. Jean-Marie is een postbode van 45, die zes jaar geleden een huis koopt. Even later legt hij de koterij achter zijn huis plat en bouwt er een veranda, mét vergunning. Die bouwvergunning belandt bij de fiscus. Op een dag besluit een ambtenaar dat ter plaatse te controleren. Want de postbode betaalde 6 procent btw, omdat het volgens hem om een renovatie ging. De ambtenaar vermoedt ‘vernieuwbouw’ en dan moet je 21 procent btw betalen.

45 procent van de 3.920.000 vooraf ingevulde aangiftes die de belastingdienst vorig jaar verstuurde, bevat fouten.

Zulke dossiers zijn typerend voor de willekeur die het gevolg is van onduidelijke wetgeving. Je betaalt dus 6 procent btw voor een renovatie en 21 procent voor een vernieuwbouw. Maar wat is het verschil tussen renovatie en vernieuwbouw? Daar bestaan geen wettelijke criteria voor. De fiscus moet bepalen wat een renovatie of een vernieuwbouw is. En dat gebeurt op basis van zeer willekeurige maatstaven. ‘De ene keer geldt 6 procent, de andere keer 21 procent. Daar kun je vaak geen lijn in trekken. De beslissing van de ambtenaar betekende wel 15.000 euro extra kosten voor de postbode. En al zijn spaarcenten zaten in zijn verbouwing’, zegt Maus. De postbode moet geld lenen bij vrienden en familie en na anderhalf jaar sluit de fiscus de zaak.

Dat schrijnende verhaal illustreert ook de sociale ongelijkheid in fiscale zaken, vindt Michel Maus. Gewezen Eurocommissaris Karel De Gucht vocht jarenlang een soortgelijk dispuut uit met de fiscus over de verbouwing van zijn villa in Toscane. ‘Maar Karel De Gucht had wél voldoende financiële middelen. En hij was ook koppig en wilde per se zijn gelijk bewijzen tegen de belastingdienst en dan vooral tegen Karel Anthonissen, de voormalige BBI-topman in Oost-Vlaanderen. De Gucht heeft die strijd ook gewonnen, na tien jaar. Hij vertelde toen – terecht – in de media dat de overgrote meerderheid van de Belgen noch de mentale kracht, noch de financiële middelen heeft om zulke procedures te voeren.’

45 procent foute aangiftes

Deze vier voorbeelden zijn slechts een greep uit vermoedelijk enkele honderden dossiers per jaar. Zo gebeuren er nog altijd massaal veel fouten bij de voorstellen van vereenvoudigde aangiftes of VVA’s. De belastingdienst weet ondertussen zo veel over ons dat ze zelf een vooraf ingevulde aangifte stuurt. Voor het aanslagjaar 2020 hebben ongeveer 3.920.000 belastingplichtigen een VVA ontvangen. Dat zijn er 730.000 meer dan in 2019 en komt neer op 59 procent van de belastingplichtigen, zelfstandigen niet meegerekend.

Michel Maus: ‘Uit een steekproef van de christelijke vakbond ACV vorig jaar bleek dat in 45 procent van de aangiftes fouten waren geslopen. Dat gaat dan over het aantal kinderen ten laste of de aftrek voor een hypotheek die vergeten was. Ik vind dat een onaanvaardbaar hoge foutenmarge. Toch hult de fiscus zich in stilzwijgen. De minister van Financiën reageerde alleen maar dat burgers de vooraf ingevulde aangifte goed moeten controleren. Maar kan iedereen dat? Ik schat dat minder dan 10 procent van de Belgen daartoe in staat is. Bovendien keert de fiscus hier de rollen om: de burger moet de controle doen. De belastingdienst ziet de VVA’s als een service en dat zijn ze ook voor een stuk. Maar als er te veel fouten zijn, moet je bijsturen.’

Wie het niet eens is met een beslissing van de fiscus kan een bezwaar indienen en naar de bemiddelingsdienst stappen. In 2018 nam de FOD Financiën een beslissing over 69.918 bezwaarschriften. In 30.413 dossiers kreeg de belastingplichtige volledig gelijk, en in 8049 dossiers gedeeltelijk gelijk. In 55 procent van de gevallen werd de taxatie- dienst dus teruggefloten.

De overheid moet de samenleving beschermen tegen fraudeurs, maar ze moet ook haar burgers beschermen tegen overijverige ambtenaren.

Michel Maus, advocaat

Ook de federale Ombudsman krijgt geregeld klachten over de toepassing van de fiscale regelgeving, zowel van burgers als van ondernemers. In 2019 waren dat 972 klachten, waarvan 590 ontvankelijk bleken. In 2020 werden er tot eind september 596 klachten ontvangen, waarvan 391 ontvankelijk. De klachten die bij de Ombudsman belanden over de belastingaangiftes gaan vooral over de berekening van de aanslag, over fouten en onvolledigheden in het voorstel van vereenvoudigde aangifte, over schuldinvordering en administratieve boetes.

De federale Ombudsman behandelt individuele klachten, maar soms onderzoekt de dienst ook meer structurele problemen. Het meest recente onderzoek gebeurde vorig jaar naar aanleiding van de vele klachten over de VVA’s. Op 28 september 2020 overhandigde de ombudsman zijn onderzoeksverslag aan het parlement, de FOD Financiën en de minister van Financiën. Hij wees erop dat de burgers weinig houvast hebben om de juistheid van de gegevens op de VVA te controleren: ‘De FOD Financiën verstrekt hen onvoldoende informatie en biedt hen ook niet expliciet hulp aan. Als gevolg daarvan verliezen de burgers belangrijke belastingvoordelen.’ Dat is een ferme stellingname.

In zijn dertig jaar als fiscaal advocaat zag Michel Maus de toestand naar eigen zeggen flink verergeren. ‘De ambtenaren staan onder een gigantische druk, want de begroting staat er niet goed voor en dus moeten controles renderen. Het wordt niet letterlijk gezegd, maar ambtenaren worden beoordeeld op de hoeveelheid geld die ze binnenhalen. Dat is misschien begrijpelijk vanuit het standpunt van de overheid, maar de wetgeving moet wel gerespecteerd blijven.’ Bovendien toont de fiscus een onmiskenbaar gebrek aan schuldinzicht als de zaken fout lopen, vindt Maus. ‘Dat is een algemeen overheidsprobleem.’

Als de politie zich misdraagt, kan de burger een klacht indienen bij het Comité P. Voor de inlichtingendiensten is er het Comité I. Voor de controle op de goede werking van de belastingdiensten kunnen we een comité F oprichten, stelt Michel Maus voor. Dat stond in 2009 met zoveel woorden als aanbeveling in het onderzoeksrapport van de parlementaire onderzoekscommissie naar de grote fiscale fraudedossiers. Sindsdien ligt dat voorstel stof te verzamelen.

Taxificatie

Toch beseft de regering dat er iets moet gebeuren. Het is al de derde regering op rij die in haar regeerakkoord schrijft dat er een zogenaamde taxificatie moet komen. De regering ‘zal bijzondere aandacht besteden aan het versterken van het wederzijdse vertrouwen tussen de belastingplichtigen en de belastingadministratie, in het bijzonder de controlediensten’. Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) heeft aangekondigd dat hij het charter van de belastingplichtige zal herschrijven. Dat charter heeft het niet alleen over de plichten, maar ook over de rechten van de belastingplichtige.

Misschien neemt hij dan ook de zogenaamde ‘hardheidsclausule’ over uit Nederland. Die clausule kan in werking treden bij zeer ernstige fouten van de belastingdienst in het nadeel van burgers, zoals dat bij Johan Daelemans gebeurd is. Michel Maus: ‘Het is een soort fiscaal injunctierecht van de minister. Ik ben daar een grote voorstander van. Maar ik zou dat recht liever niet voorbehouden aan de politiek, maar het eerder toekennen aan een onafhankelijk orgaan.’

De Liga voor de Belastingbetaler

Samen met enkele accountants en fiscale advocaten werkt advocaat Michel Maus aan de oprichting van een Liga voor de Belastingbetaler. Die nieuwe vereniging ijvert voor een correcte fiscaliteit en moet een opvolger zijn van Fiscaal Correct, een vergelijkbaar initiatief dat enkele jaren geleden een stille dood stierf. Michel Maus: ‘De Liga wil een correcte behandeling van alle belastingplichtigen en wil ook voorkomen dat er nog zaken gebeuren zoals het dossier-Johan Daelemans.’

Daarnaast wil de Liga ook een sparringpartner zijn voor de fiscus om samen te streven naar ’taxificatie’. Maus wil hervormingen om tot een betere en efficiëntere inning van belastingen te komen en het conflictmodel te laten verdwijnen. Een voorbeeld? Bij de start van een nieuw bedrijf moeten volgens hem de eerste twee tot drie jaar zogenaamde ‘correctieve controles’ kunnen gebeuren door de fiscus. Dat wil concreet zeggen dat een belastingambtenaar de fiscale boekhouding controleert en bij vergissingen bijstuurt en helpt om fouten te voorkomen. ‘Dat lijkt me een betere oplossing dan meteen in conflict te gaan en een boete op te leggen.’

De minister reageert: ‘Fiscus is gebonden door beroepsgeheim’

Minister van Financiën Vincent Van Peteghem (CD&V) kan geen commentaar geven op individuele dossiers. Er zijn wel, benadrukt hij, altijd twee kanten aan zulke fiscale zaken. ‘En daarbij kan de visie van de fiscale ambtenaar niet naar buiten gebracht worden, want die is gebonden door een beroepsgeheim.’ Toch wil de minister deze regeerperiode ‘een aantal zaken stroomlijnen ten dienste van de belastingplichtigen, zodat de dienstverlening van de fiscale administratie in optimale omstandigheden kan verlopen’.

We legden Van Peteghem ook enkele concrete vragen voor over schadevergoedingen voor burgers die ten onrechte zwaar belast werden, over de omkering van de bewijslast of over de grote foutenlast bij de vereenvoudigde aangiftes (VVA). Maar daar reageert de minister niet op in zijn schriftelijke antwoord. Hij beperkt zich tot de strijd tegen de fiscale fraude: ‘Inspectiediensten worden bij controles vaak geconfronteerd met een resem aan procedures die een doelgerichte interactie tussen het parket, de politie en de FOD Financiën in de strijd tegen grootschalige fraude zeer moeilijk en soms zelfs onmogelijk maken.’ De minister zegt dat hij bijna klaar is met een voorstel dat hier beterschap in moet brengen. Hij verwijst naar een idee van advocaat Michel Maus om ambtenaren van de Bijzondere Belastinginspectie een dubbel statuut te geven, waardoor ze ook in gerechtelijke onderzoeken kunnen worden ingeschakeld.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content