Het VBO reageert met gemengde gevoelens nu de Kamer het wetsontwerp werkbaar en wendbaar werk heeft goedgekeurd. De bonden zijn helemaal sceptisch en spreken van ‘een enorme gemiste kans’.
De goedkeuring van het wetsontwerp werkbaar en wendbaar werk door de Kamer is voor het Verbond van Belgische Ondernemers (VBO) een ‘beperkte stap vooruit in de hervorming van het arbeidsrecht’. ‘ Op middellange termijn zijn verdere hervormingen nodig’, zegt gedelegeerd bestuurder Pieter Timmermans van het VBO.
De voornaamste positieve maatregel is voor de werkgeversorganisatie dat werknemers in onderling akkoord met de werknemer vrijwillig 100 overuren kunnen presteren. ‘Deze maatregelen geven aan dat er van hyperflexibiliteit absoluut geen sprake is.’ Het VBO dringt nu aan op een snelle goedkeuring van de loonnormwet.
De socialistische vakbond ABVV is het daar helemaal niet mee eens en hekelt een ‘flexibiliteit op maat van de werkgevers’. ‘Het ‘wendbaar werk’ van minister Kris Peeters (CD&V) maakt het de werkgevers – en niet de werknemers – een stuk makkelijker: meer flexibiliteit, meer overuren zonder inhaalrust.’ Die overuren maken voor de bond dat het einde in zicht is van de klassieke 38-urenweek. De wet komt het evenwicht tussen werk en privé niet ten goede, klinkt het nog.
Het ABVV vreest ook een toename van stress en het aantal burn-outs. De christelijke vakbond hekelt tot slot een ‘enorme gemiste kans’. ‘Wat mensen die langer moeten werken moest helpen om dat vol te houden, is uitgedraaid op een verhaal van meer nachtarbeid en meer overuren’, aldus het ACV.