Wat we van Arabische vrouwen als Kaouthar Darmoni kunnen leren: ‘Erotiek is als vuur’

Kaouthar Darmoni: 'Over de vrouwen maak ik me eerlijk gezegd weinig zorgen, het zijn de mannen die we aandacht moeten geven.' © Carmen De Vos

‘We zijn allemaal slachtoffers van het patriarchaat’, zegt Kaouthar Darmoni. Als hoofd van het Amsterdamse vrouweninstituut Atria strijdt de Tunesische voor meer gelijkheid tussen man en vrouw. Een gesprek over buikdans, vaginaballen, bezoekjes aan de hamam en scheppende kracht.

Elke week vraagt Knack aan ondernemende mensen hoe ze lijf en psyche in balans houden.

Het duurt even voor Kaouthar Darmoni de camera van haar videoverbinding inschakelt. ‘Ik ben me nog aan het fatsoeneren’, zegt ze lachend. Het is nog vroeg, maar Darmoni heeft al een heel ritueel achter de rug. Ze begint elke dag met een halfuur buikdans, en daarna gaat ze joggen. Alleen zo kan ze de winter overleven. ‘Anders word ik depressief.’

Darmoni groeide op in het Tunesische Sousse, bij de Middellandse Zee, maar sloeg op haar zeventiende op de vlucht voor haar vader, die zich tot het salafisme had bekeerd. Ze trok naar Parijs, waar ze aan de Sorbonne gender- en mediastudies zou volgen. Na omzwervingen door Scandinavië en de Verenigde Staten woont ze al jaren in Amsterdam. Sinds oktober vorig jaar is ze ceo van Atria, het kennisinstituut voor emancipatie en vrouwengeschiedenis in Nederland, en met haar organisatie Feminine Capital geeft ze women empowerment-trainingen, via de godinnendans – Raqsat al Ilahat, in het Arabisch. ‘Buikdans’ vindt ze een te westerse benaming.

Duizend-en-een-nacht zit vol vrouwelijke kracht. Dat is wat anders dan Sneeuwwitje, die braaf wacht tot een man haar komt zoenen.

Nadat ze de camera heeft aangeklikt, vertelt Darmoni dat ze pittige weken achter de rug heeft. Haar vader werd in het ziekenhuis opgenomen en ze mengde zich in het maatschappelijke debat dat in Frankrijk ontstond na de publicatie van Alice Coffins pamflet Le génie lesbien en Moi les hommes, je les déteste van Pauline Harmange . ‘Ik heb geen enkel probleem met lesbische vrouwen, laat dat duidelijk zijn. Ik ben mijn seksuele leven gestart als een lesbienne. Maar ik ben geen mainstreamfeministe. Ik weiger om vrouwen als slachtoffers van mannen te zien, ook al is wat mannen vrouwen aandoen vaak verschrikkelijk. Vrouwen en mannen zijn allebei het slachtoffer van een systeem dat fucked up is. We moeten dat systeem aanpakken, niet de mannen. Maar natuurlijk worden veel feministen woedend als ik dat zeg.’

In een aanstekelijk patois, waarin Nederlands vermengd is met Frans en Engels, weidt Darmoni uit over haar vele reizen naar Thailand. Ze sprak er met sekswerkers en hun familie, en kwam erachter dat Thailand, net als China en Mesopotamië, een rijke geschiedenis op het vlak van erotiek heeft. ‘Het gevolg is dat ze veel minder snel oordelen. Wat een verschil met de joods-christelijke cultuur in het Westen! Ik herkende er veel van wat ik hier al jaren verkondig. Over de godinnendans bijvoorbeeld, die teruggaat op een traditie van zo’n vierduizend jaar oud: in het oude Mesopotamië trokken vrouwen zich minstens veertig dagen terug in een tempel om er samen te buikdansen, en zowel geestelijk als lichamelijk kwamen ze telkens weer veel sterker buiten.’

U bent niet te stoppen. Bent u altijd al zo’n spraakwaterval geweest?

Kaouthar Darmoni:(lacht) Ik ben opgegroeid met Duizend-en-een-nacht, wat had je verwacht? Wij Arabieren zijn echte storytellers. En voor Arabische vrouwen, of toch zeker voor mij, is Sheherazade, de vertelster van dat boek, een voorbeeld. Net als zij val ik altijd eerst het intellect aan en dan pas het lichaam. Eerst vertel ik verhalen en daarna begin ik te dansen. (lacht) Duizend-en-een-nacht zit vol erotiek, sensualiteit en vrouwelijke kracht. Dat is wat anders dan Sneeuwwitje, die braaf wacht op haar bed tot een man haar komt zoenen: zo’n slap verhaal.

Kunt u beschrijven welk effect de godinnendans op uw lichaam en geest heeft?

Darmoni: Het brengt een sterke vrouwelijke, sensuele energie los die ik simpelweg nodig heb als voeding voor mijn ziel. De hele techniek draait om een afwisseling tussen het aanspannen en ontspannen van je bekkenbodemspieren, gecombineerd met rustige, sierlijke bewegingen van je hele lijf. Zo kom je tot een alignment, een uitlijning van de intelligentie in je hoofd en die in je lijf. Vrouwen én mannen kunnen al hun seksuele problemen mee oplossen door hun bekkenbodemspieren te trainen. Je kunt nog tien jaar in therapie gaan, als je niet naar de bron diep in je lijf gaat: forget it, dan zul je nooit van seks kunnen genieten.

Hoe dikwijls danst u de godinnendans?

Darmoni: Elke dag een halfuur, en dat al mijn hele volwassen leven. Een keer per maand dans ik met andere vrouwen een heel weekend lang, acht uur per dag. Fysiek ben ik dan erg rustig, maar geestelijk bruis ik. ‘Ik kon niet slapen!’ zeggen de andere dansers me vaak. ‘Ik zat boordevol energie!’ Mannen vinden het telkens heerlijk als hun vrouwen na zo’n sessie thuiskomen, dan hebben ze seks tot twee uur ’s nachts. Al die mannen zijn dol op me. (lacht)

Vergis je niet: het is niet hetzelfde als gewoon buikdansen. Het is geen entertainment. Ik wil niemand verleiden, ik wil juist dat de anderen door zichzelf verleid worden en op die manier hun eigen kracht ontdekken. Het is een pre-islamitisch ritueel, dat waarschijnlijk ooit ontstaan is om na een bevalling de bekkenbodemspieren te herstellen. Vrouwen werden gezien als godinnen, omdat ze de scheppers en dragers van nieuw leven zijn. Elk menselijk wezen, de hele mensheid eigenlijk, komt uit een baarmoeder. Die is heilig, en dus moet je er als vrouw goed zorg voor dragen, onder meer door de godinnendans.

Je moet weten dat veel van die oude culturen matriarchaal waren. Vrouwen hadden evenveel toegang tot de macht als mannen. En de bron van hun kracht – of die nu puur seksueel was of politiek, om oorlog te voeren – was hun bekken. Van daaruit vertrok alles.

U pleit ook voor het dragen van vaginaballen. Gebruikt u die nog altijd?

Darmoni: Natuurlijk! Het is alsof je fitness doet, met gewichtjes. In Mesopotamië was het vroeger een populair ritueel, al cabasa, alleen zijn we dat helemaal vergeten. Samen met gynaecologen en fysiotherapeuten heb ik ballen laten ontwerpen die niet te zwaar zijn, zodat vrouwen ze overdag kunnen dragen. Zoals wanneer ik nu met jou aan het praten ben: ik ben de hele tijd aan het aanspannen, ontspannen, aanspannen, ontspannen. Alles is daar, tussen mijn benen, geankerd. Altijd. En om het uur gaat het alarm van mijn telefoon af om me eraan te herinneren dat ik een paar minuten lang wat extra oefeningen moet doen.

Arabische jongens ontwikkelen hun mannelijkheid totaal los van vrouwen. Daar komt al die angst, frustratie en haat uit voort.

Het is u voor alle duidelijkheid niet louter om het seksuele te doen, maar wel om de energie die door de oefeningen vrijkomt.

Darmoni: Ja. Het gaat er mij niet om dat vrouwen opgewonden raken, ik wil gewoon dat ze in verbinding komen met de bron van alle leven. Door de ballen komt je hormonale systeem in actie, zoals wanneer je een orgasme hebt. Je creativiteit, je life force wordt er enorm door gestimuleerd. Maar alles in deze maatschappij draait om seks en dus krijg ik dikwijls lacherige reacties.

U raadt het ook vrouwelijke ceo’s aan. Waarom?

Darmoni: Nog te veel vrouwelijke leiders zitten vast in hun hoofd, ze zijn de verbinding met hun lijf en vooral met hun bekken kwijt. Ze kleden zich onvrouwelijk, omdat vrouwelijkheid wordt beschouwd als onzakelijk. Dankzij de ballen kunnen ze leiderschap vinden in hun lijf en plezier en schoonheid uitstralen, iets waar de wereld veel nood aan heeft. Op één voorwaarde wel: dat ze zestig dagen geen seks hebben, anders gaat de energie weer verloren. Zoals mijn oma altijd zei: ‘Erotiek is als vuur: je moet er water op gooien of je zult je verbranden.’ (lacht)

‘Arabische vrouwen gaan onderling prettiger met elkaars lichaam om’, hebt u ooit gezegd. ‘Ze dansen met elkaar en schudden met hun vetkwabben. In de hamam scrubben ze elkaar en zijn ze lief voor elkaars lichaam. Met putten, deuken, bulten en alles.’ Hebt u intussen al westerse vriendinnen met wie u diezelfde intimiteit kunt delen?

Darmoni: Gelukkig wel, maar het heeft lang geduurd. ‘Laten we eens samen naar de hamam gaan’, zei ik tegen een van mijn Hollandse vriendinnen – blond, lang, intelligent, grote tieten: de Hollandse Glorie noem ik haar. ‘Ik wil je mijn wereld tonen, vol liefde voor je eigen lichaam. Je zult je nadien veel vrijer voelen.’ ‘Prima’, zei ze, maar telkens zegde ze op het laatste moment af. Of ze moest werken, of ze had geen zin, of ze voelde zich te dik, of ze had haar kutje niet geëpileerd: het was altijd wat.

Na anderhalf jaar heb ik haar verplicht om mee te gaan, en weet je wat? Sindsdien heeft ze de Arabische taal geleerd, is ze journalist geworden, ging ze in Syrië wonen, en vandaag werkt ze in opdracht van de Verenigde Naties met vrouwelijke vluchtelingen. Dankzij dat bezoek aan de hamam is ze dol op Arabische vrouwen.

In het Westen heerst er nog altijd te veel schaamte over het eigen lichaam, vindt u.

Darmoni: Alleen al het woord ‘schaamhaar’: wat vreselijk. In Tunesië heb ik het lichaam van mijn grootmoeder gewassen. Het was oud, verrimpeld, droog. Na twaalf kinderen en telkens weer borstvoeding waren haar borsten zakjes geworden die ze tijdens het wassen over haar schouders sloeg, maar van schaamte was geen sprake. Hier is seks overal: op straat, op tv, in reclameboodschappen. Maar samen naar de hamam? Ho maar. De schaamte zit in het DNA. En het plaatje van het perfecte lichaam zit in elke cel van de westerse vrouw, er valt heel moeilijk aan te ontsnappen.

U loopt, danst en gaat naar de hamam. Maar enkele jaren geleden hebt u toch een burn-out gehad. Hoe is dat kunnen gebeuren?

Darmoni: Ik was totaal uitgeput, opgebrand, door mijn strijd tegen het seksisme, het racisme en de onveiligheid in de academische wereld. Op den duur leidde ik een schizofreen leven: in de week raasde ik maar door op het werk, en in het weekend tankte ik energie door te dansen. Ik zat vast tussen mijn lichaam en mijn geest, ik ben er niet in geslaagd om mijn dans te integreren in mijn academische werk. Dat vijftien jaar aan een stuk, en tussendoor nog moeder worden in een systeem waar weinig ruimte is om moederschap en werk te combineren, en dan krijg je als vanzelf een burn-out.

Nooit zal ik nog concessies doen over mijn visie: het is lichaam en geest tegelijk, of ik ben weg.

U bent met een open geest opgevoed: uw moeder liep in bikini op het strand, uw vader werkte bij het Tunesische ministerie van Landbouw. Maar toen u veertien was, maakten uw ouders een radicale omslag. Uw vader werd imam en uw moeder ging opeens een nikab dragen. Is uw rebellenhart daar voor het eerst sneller beginnen te slaan?

Darmoni: Waarschijnlijk wel, ja. Mijn vader ging in die periode voor het eerst op pelgrimstocht naar Saudi-Arabië, en daar is hij gebrainwasht. Ik heb met eigen ogen gezien hoe dat gaat, zo’n religieuze salafistische brainwash, iets wat we hier in het Westen nog altijd onderschatten. Daarom zeg ik altijd dat we niet de symptomen moeten behandelen maar de oorzaak. Waarom zijn zo veel jongeren hier vatbaar voor radicalisering? Denk daar als samenleving over na. Hoe komt dat toch?

Nooit zal ik nog concessies doen over mijn visie: het is lichaam en geest tegelijk, of ik ben weg.

Begrijpt u uw vader intussen?

Darmoni: Hij was gefrustreerd. Eenzaam. Niet geliefd door zijn vrouw en kinderen, vanwege zijn geweld. Mijn vader was een gewelddadige man, als kind heb ik veel slaag van hem gekregen. Tot ik mijn nagels liet groeien en hem krabde, toen respecteerde hij me ineens. Daar is mijn vechtlust ontstaan.

Mijn moeder was een eenzame vrouw, want ze was verstoten door haar familie – een van de rijkste van het land – omdat ze met een nazaat van een slaaf was getrouwd.

Allebei waren ze slachtoffer van een fucked up systeem: binnenshuis waren de vrouwen de baas, maar buiten hadden ze niets te zeggen. Bij de mannen was het net andersom: buiten schreven ze ons de wet voor, maar binnen werden de macho’s plots poeslief. Als mijn vader ons sloeg, gingen we naar zijn moeder en kreeg hij op zijn donder.

Veel valt te verklaren door het feit dat Arabische jongens eerst als prinsjes worden opgevoed, maar rond hun tiende uit het paradijs worden gegooid. Ze ontwikkelen hun mannelijkheid totaal los van vrouwen en raken het vrouwelijke in zichzelf kwijt. Daar komt onder andere al die angst, frustratie en haat uit voort.

U hebt drie zussen. Staan zij ook zo strijdbaar in het leven?

Darmoni: Al mijn zussen dragen een hoofddoek, eentje zelfs een nikab. Ik heb dat nooit aanvaard. Simone de Beauvoir was mijn voorbeeld: ik wilde naar Parijs, ik wilde de relatie tussen de geslachten bestuderen en de machtsstructuren begrijpen. Omdat ik thuis had ondervonden hoe unfair die vaak waren. Mijn zussen wilden niet vechten, ze wilden er gewoon bij horen. Daardoor heb ik me altijd heel eenzaam gevoeld. Nog altijd eigenlijk, ik voel me nog altijd heel eenzaam hier in het Nederlandse feminisme. (zwijgt, krijgt tranen in de ogen) Elke dag opnieuw bashen ze me, het is verschrikkelijk wat vrouwen elkaar aandoen. We zijn allemaal het slachtoffer van het patriarchaat, los van onze religie of ons geslacht. En het slachtoffer wordt maar al te vaak een dader, heb ik ondervonden. Daarom pleit ik al mijn hele leven voor meer empathie, meer begrip.

Mijn vader is als kind zelf mishandeld, hij is opgevoed met toxic masculinity, het werd hem ingepeperd dat je vrouwen moest slaan omdat je hen anders niet onder controle kon houden: dat verklaart veel. Ik haat zijn gedrag, maar ik haat hem niet als mens.

U hebt een zoon van vijftien. Wat wilt u hem bijbrengen?

Darmoni: Hij danst. Hij geeft massages. Hij gaat met mij naar de hamam, waar ik zijn lichaam mag wassen. Hij kent geen schaamte en komt op voor vrouwenrechten. Hij is kortom een echte man: zacht en krachtig tegelijk. (lacht) Dat vind ik het belangrijkste van allemaal: dat we de mannen mee aan boord krijgen. Over de vrouwen maak ik me eerlijk gezegd weinig zorgen, het zijn de mannen die we aandacht moeten geven.

Kaouthar Darmoni

– Is 52 jaar

– Groeide op in Sousse (Tunesië) en trok op haar zeventiende naar Parijs

– Volgde gender- en mediastudies en deed in Berkeley (VS) onderzoek naar de (machts)relaties tussen de geslachten

– Staat aan het hoofd van het Amsterdamse vrouweninstituut Atria

– Helpt met haar bedrijf Feminine Capital al jaren vrouwen bij het vinden van hun ‘scheppende kracht’, via buikdanstrainingen

– Heeft een zoon van vijftien

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content