‘Wat scholen van sommige jongeren eisen, is gewoon niet realistisch’

Als de agressie op Vlaamse scholen toeneemt, komt dat onder meer door de oplopende frustraties van veel leerlingen en leerkrachten. ‘Veel klassen zitten vol kinderen met de meest uiteenlopende problemen en leerkrachten zijn niet genoeg gewapend om daarmee om te gaan’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman.

Op zijn elfde stapte Luca van het buitengewoon onderwijs naar een gewone lagere school over. Dat leek iedereen beter. Maar al na een paar weken was duidelijk dat juf Els hem de structuur niet kon geven die hij op zijn vorige school gewend was. Daartoe was haar klas te groot en waren er te veel kinderen die extra aandacht nodig hadden. Toen Luca op een middag te laat in de rij ging staan, kreeg hij een zware uitbrander. De zoveelste die dag. Hij probeerde uit te leggen dat het zijn schuld niet was, kon de juiste woorden niet vinden en raakte gefrustreerd. Voor juf Els wist wat er gebeurde, gooide hij zijn rugzak naar haar hoofd. Ze hield er een blauw oog en een gebarsten bril aan over.

Wat scholen van sommige jongeren eisen, is gewoon niet realistisch.

Vorig jaar registreerde de onderwijsadministratie 86 incidenten met fysieke agressie. In veruit de meeste gevallen waren de agressors leerlingen, maar ook sommige ouders kunnen er wat van. In werkelijkheid komen zulke incidenten nog veel vaker voor. Pas als er officieel sprake is van een arbeidsongeval of een proces verbaal wordt opgesteld, komen ze in de statistieken terecht. Daarom pleit Vlaamse Parlementslid Vera Celis (N-VA), die de cijfers onlangs opvroeg, voor de oprichting van een neutraal meldpunt voor leerkrachten. Nu al zijn er strohalmen voor leerkrachten die met agressieve leerlingen te maken krijgen. Een cursus agressiepreventie, bijvoorbeeld, of een vertrouwenspersoon bij wie ze kunnen aankloppen.

Nu is er natuurlijk niets mis met een paar stevige pleisters op de wonde, maar laten we ook de oorzaken niet uit het oog verliezen. Vandaag zitten in een doorsnee Vlaamse klas kinderen of jongeren met de meest uiteenlopende problemen. Niet eenvoudig. Noch voor leerkrachten, noch voor hun leerlingen.

Het meest in het oog springen tegenwoordig kinderen zoals Luca, die in het spoor van het M-decreet in het gewone onderwijs zijn beland en daar moeilijk hun draai vinden. Daarnaast signaleren leerkrachten een onwaarschijnlijke toename van het aantal psychische en emotionele problemen onder jongeren. Steeds vaker krijgen ze te maken met depressies, angsten, zelfverminking, zelfmoordpogingen en zelfs psychoses. Ook pesten blijft een groot probleem, net als het feit dat heel wat kinderen in een arm gezin opgroeien. Daarnaast is er nog een groep anderstalige nieuwkomers, die ondanks het onthaalonderwijs vaak nog niet genoeg Nederlands kennen om de lessen vlot te kunnen volgen. Sommigen onder hen zijn door alles wat ze in hun vaderland hebben meegemaakt ook zo getraumatiseerd dat ze amper aan leren toekomen.

En dan zijn er nog de kinderen die het op de basisschool al zo moeilijk hebben dat ze alvast naar de middelbare school worden gestuurd. Zitten ze op hun twaalfde nog in het vierde leerjaar, dan vindt men het vaak beter dat ze rechtstreeks naar het eerste jaar beroepsonderwijs gaan. Daarbij wordt al te gemakkelijk vergeten dat kinderen in het vijfde en zesde leerjaar niet alleen taal en wiskunde aangeleerd krijgen, maar ook attitudes die op de middelbare school onontbeerlijk zijn.

Geen wonder dat de ketel weleens overkookt.

‘Toch wordt van al die leerlingen verwacht dat ze elke dag braaf in de klas zitten’, zei een leerlingenbegeleidster me een tijd geleden. ‘Wat wij van sommige jongeren eisen, is gewoon niet realistisch’. En wat we van sommige leerkrachten verwachten ook al niet. Dus raken velen op den duur gefrustreerd. Leerlingen omdat ze niet op hun plaats zitten, niet kunnen volgen of niet aan de regels en verwachtingen kunnen voldoen. Leerkrachten omdat ze tekortschieten en niet gewapend zijn om met al die uitdagende leerlingen om te gaan. Geen wonder dat de ketel weleens overkookt.

Nu zullen Vlaamse klassen echt niet homogener meer worden. Maar dat wil niet zeggen dat er niets aan al die frustraties kan worden gedaan. Kinderen niet langer als hete aardappelen naar andere klassen of scholen doorschuiven, zou al een verschil kunnen maken. Net als een betere ondersteuning voor leerkrachten die dag na dag voor zo’n klas staan. Niet zozeer in de vorm van een cursus agressiepreventie, maar wel met een opleiding die hen echt op al die diversiteit voorbereidt, met collega’s die hen – desnoods in de klas – bijstaan, met vrije uren om zich te beraden en te overleggen ook. Op die manier zou er toch al een beetje druk van de ketel kunnen worden gehaald.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content