Griet Cnudde

Wat is verzuurd: het recht om te feesten opdringen, of het recht om niet te feesten opeisen?

Griet Cnudde Advocaat Omgevingsrecht

‘Is iemand die ’s nachts uit zijn bed gehouden wordt door feestvarkens en dat behoorlijk vervelend vindt omdat hij ’s anderdaags ‘de vroege’ heeft een zuurpruim?’ Advocate Griet Cnudde, die de belangen van de zogenaamde ‘klagers van de Sinksenfoor en Tomorrowland’ behartigt, vindt van niet.

Een moedig pleidooi, met geheven hoofd tegen de meerderheid in. Van Griet Cnudde, die als advocate van ‘de klagers van de Sinksenfoor en Tomorrowland’ een van de meest uitgescholden mensen van het land moet geweest zijn in 2014.

Het is de laatste tijd ‘in’. Termen als verzuring, NIMBY (Not In My Back Yard) en onverdraagzaamheid suizen langs onze oren als het gaat over burenhinder, geluidshinder en andere kwalijke disputen. Voor of tegen luidruchtige festivals, windturbines of nieuwe voetbalterreinen. Wie durft tegenpruttelen krijgt binnen de seconde een etiket opgekleefd. Tijd dus om onze woordhygiëne onder de loep te nemen.

Wat is verzuurd: het recht om te feesten opdringen, of het recht om niet te feesten opeisen?
© Zaza

Verzuring betekent letterlijk ‘het zuurder worden van iets’ zoals de ‘zure regen’ en de ‘verzuring’ van het lichaam door zuuropbouw waardoor afvalstoffen in mindere mate goed uitgescheiden worden. Maatschappelijk bedoelt men met verzuring dat mensen minder rekening houden met elkaar en minder van elkaar kunnen verdragen. Dat men bij momenten iets niet kan verdragen zou dus niet problematisch zijn, maar wel dat er ‘minder’ verdragen wordt, minder getolereerd.

Maar moet alles ongelimiteerd verdragen worden? En is iemand die bepaalde feiten of handelingen niet aanvaardt per definitie onverdraagzaam? Is iemand die ’s nachts uit zijn bed gehouden wordt door feestvarkens en dat behoorlijk vervelend vindt omdat hij ’s anderdaags de ‘vroege’ heeft een zuurpruim? Me dunkt van niet. Als het verdragen van hinder iets goed in het gedrang brengt, lijkt het onwezenlijk iemand die dat niet tolereert onverdraagzaam te noemen.

Het onderscheid met daadwerkelijke onverdraagzaamheid wordt doorgaans niet gemaakt. Het verwijt van intolerantie of de eis tot tolerantie wordt dan ook met regelmaat ongepast ingezet in discussies over de grenzen van het recht van één of meerdere individuen of van een minderheidsgroep. Die kleinere groep moet altijd maar in het zand bijten ten aanzien van de meerderheidsgroepen. Fundamentele vrijheden van andersdenkenden worden zo onder de misbruikte vlag van de ‘noodzakelijke tolerantie’ gefnuikt.

Wat een grote groep van mensen wil of denkt, moet een kleinere groep van mensen verdragen en aanvaarden. Meedoen of zwijgen. Voor of tegen. Basta. Dat is de nieuwe logica van massagroepen. Tolerantie wordt zo het synoniem van ‘de keuze/wil van de meerderheid’. Noodgedwongen en zonder verweer moet daar door de minderheid gevolg aan gegeven worden. Dat zij een andere voorkeur hebben, wordt dan ook prompt afgedaan als intolerantie. En zo verwijt de pot de ketel dat hij zwart is: want niets is zo erg als intolerantie voor de verscheidenheid en de eis tot neutraliteit. Een bijzonder gevaarlijke tendens waarvan de geschiedenis heeft aangetoond dat ze zeer nefaste gevolgen kan hebben voor een grote groep van mensen.

Die onverdraagzaamheid vindt niet zelden zijn voedingsbodem in het miskennen van een reëel probleem. Onwetendheid door gebrek aan kennis over het probleem zelf, dan wel botweg onverschilligheid.

Weinigen kennen bijvoorbeeld het probleem van lage frequentie golven (LFG’s), eigen aan bepaalde festivalmuziek. Op de festivalvloer bijzonder opzwepend, maar de hel in de woon- en slaapkamers van omwonenden. Zij zitten niet in de ‘ambiance’ maar worden noodgedwongen gedurende uren blootgesteld aan een tergend monotone bastoon, al of niet gecombineerd met trillende ramen, dansende meubels en een huilende baby. Een lekkende kraan is daarbij vergeleken een verademing. En dan zwijgen we nog over de medische risico’s die verbonden zijn aan de blootstelling van die LFG’s.

Voelt u zich aangesproken? Overweeg dan toch een weekend naar de zee, tijdens het festival! Lukt u dat niet omdat u ’s nachts hartpatiënten moet opereren of piloot bent op lange afstandsvluchten? Jammer voor u, want de massagroep is onverschillig voor uw wereld. Feesten is de leuze. Willen of niet.

Halsstarrig weigert de massagroep zo het recht aan een anders denkende/kiezende om zijn eigen rechten op gelijke wijze uit te oefenen. Maar wie hiertegen protesteert, denkt best twee keer na: de massa aanvaardt tegenspraak noch dialoog.

Wat nu precies wel en niet moet getolereerd worden, is voor een rationeel denkend mens nochtans vrij eenvoudig . De individuele of collectieve vrijheden stoppen daar waar de vrijheden van een ander individu of groep geschaad worden. En de morele norm impliceert dat dit geldt voor iedereen in dezelfde mate. Zo simpel is dat. Bij wijze van voorbeeld: vrijheid om te feesten en vrijheid om niet te feesten staan op gelijke voet. Enige verantwoording voor deze of gene keuze is niet vereist.

Die gelijkheid zal er zijn zolang ons rechtssysteem overeind blijft. Voor wie er niet in slaagt een conflict rond rechten en plichten minnelijk op te lossen is dat rechtssysteem dan ook een zegen. Burgers die van oordeel zijn dat hun rechten geschonden worden door een ander en hierover een oordeel van een onafhankelijke en onpartijdige rechter wensen, zijn trouwens niet per sé onverdraagzaam, maar vaak gewoon ten einde raad. Zolang de wettige kanalen en middelen aangewend worden om hun rechten af te toetsen en hun grieven aan te kaarten, zitten we trouwens nog altijd in de goede richting, wat de critici ook mogen beweren.

Meningen kunnen verschillen, maar gelukkig worden rechten niet ‘à la tête du client‘ geschrapt of gemodelleerd. Een telling van wie voor of tegen de regel is, wordt in het recht zonder meer weggelachen. Stigmatiseren van rechtmatige minderheidsvoorkeuren heeft in een rechtstaat dan ook geen kans: de persoonlijke vrijheid van elkeen is gelijk en evenwaardig. Laat het een troost zijn voor zij die onterecht ‘zuurpruimen’ genoemd worden.

Partner Content