Walter Pauli: ‘Stop schijnheiligheid over kiescampagnes’

Vlaams minister-president Kris Peeters (CD&V) op bedrijfsbezoek bij voedingswarenproducent Maselis in Roeselare © BELGA
Eddy Eerdekens
Eddy Eerdekens Hoofdredacteur TV Limburg

De Wetstraat is volop in verkiezingsmodus al weigeren de meeste politici dat toe te geven. De kiescampagne is begonnen, maar niemand mag het weten.

Toen Vlaams minister-president Kris Peeters zijn tournee door Vlaanderen begon en daarmee ook zijn kiescampagne aftrapte, deed zich een eigenaardig verschijnsel voor. Peeters weigerde toe te geven dat hij op campagne was. Tegelijkertijd kreeg hij van andere politici (uiteraard van andere partijen) bakken kritiek omdat hij een dergelijk initiatief nam. De minister-president moest zo vlak voor de verkiezingen niet op tournee gaan, hij moest in de Wetstraat zijn.

Ook andere politici en partijen schromen zich om toe te geven dat ze in verkiezingsmodus zijn. Het lijkt bijna alsof een campagne voeren, contacten onderhouden met kiezers, gewone mensen ontmoeten en stemmen ronselen allemaal vieze dingen zijn die niet te verenigen zijn met de agenda van een politicus die zijn mandaat ernstig neemt.

Maar is dat wel zo? Campagne voeren zit toch in het DNA van elke beroepspoliticus. Zonder campagne geen electoraal resultaat. Zonder electoraal resultaat geen mandaat. Zonder mandaat geen politiek.

Waarom doen politici dan zo moeilijk over die kiescampagnes? Drie vragen aan Knack-redacteur Walter Pauli.

Waarom is het voor politici zo moeilijk om toe te geven dat ze op zoek zijn naar stemmen?

Walter Pauli: Het is een soort valse schaamte in de politiek die wel vaker terugkomt. Een klassiek verwijt is bijvoorbeeld dat een minister of een burgemeester een maatregel neemt “om electorale redenen”. Tja. Alsof alleen maatregelen waarmee de minister of de burgemeester stemmen zou verliezen, goed en verstandig en wijs en toekomstgericht zouden zijn.

Bij uitbreiding geldt dat ook voor verkiezingen: politici mogen eigenlijk niet doen – in een soort van neo-puritanisme – alsof de verkiezingen bezig zijn. Zéker Kris Peeters niet, omdat die van ‘goed beleid’ zijn merk heeft gemaakt. Zijn unique selling position, met andere woorden: zijn verkiezingsslogan.

En zo bijt iemand als Kris Peeters zichzelf in zijn staart, als de minister-president ineens al de verkiezingstour opgaat met de slogan ‘goed beleid’, want zo zou hij natuurlijk zichzelf ‘verraden’ door te laten zien dat hij niét fulltime, 24 uren op 24 en liefst 25 uren op 24, bezig is met beleid-beleid-beleid, maar ook wel eens aan verkiezingen denkt.

Alle gekheid op een stokje: het zou misschien goed zijn dat we een beetje meer die idiotie en die dubbele moraal laten voor wat ze zijn. Een dubbele moraal, van twee partijen.

Partij 1: pers en publiek

Een politicus moet verkozen raken en dus is het maar logisch dat hij daar tijdens zijn werk – voor iemand met een uitvoerend mandaat: zijn beleid – daaraan denkt en zelfs daarnaar werkt. Net zoals niemand er aanstoot aan neemt dat politici uit de oppositie ook hun best doen om verkozen te raken. En dat doen zij ook met interventies ‘om electorale redenen’.

Als Limburgse politici zich zorgen maken om de effecten van de sluiting van Ford-Genk, dan is dat tegelijk hun plicht, dan komt dat door hun positie (de collega’s van West-Vlaanderen en Henegouwen zullen zich dat dossier nu eenmaal minder snel aantrekken), dan is dat hun verantwoordelijk jegens hun provincie, hun kiezers, hun streek, en natuurlijk hopen ze dat hun inspanningen (voor Limburg) door de (Limburgse) kiezers gerespecteerd worden.

Vandaar ook de grote aandacht van Antwerpenaren voor de Oosterweelverbinding, van de Gentenaars voor de aantrekkingskracht van hun stad op Bulgaren, voor West-Vlamingen voor alles wat met de zee te maken heeft, voor Vlaams-Brabanders en zelfs Brusselaars voor de mogelijk nadelige effecten van Uplace. En allemaal willen ze stemmen halen, ja.

Stop dus met de schijnheiligheid daarrond. De pers moet geen beeld ophangen dat politici alleen maar onthechte heiligen moeten zijn en de kiezer moet zijn dubbele moraal laten vallen. Hij moet niet van elke politicus eisen dat hij niét mag hengelen naar stemmen en tegelijk wensen dat de politicus vooral stemt wat de kiezer zelf goed uitkomt.

Partij 2: de politici

Kris on campaign: niets op tegen, zoals we hierboven al uitlegden. Of toch. Even een vergelijking vol hubris maken: Kris Peeters en – pakweg – Barack Obama. Obama is er twee keer op rij in geslaagd zich te laten verkiezen als Amerikaans president, en zoals geweten raak je daar niet als je geen campagne voert. Obama voerde een lange, intense, tijdrovende en bijzonder dure campagne. Hij deed dat (net zoals zowat alle andere kandidaten voor hem) terwijl hij een politiek mandaat bekleedde: eerst was hij senator voor Illinois, dan zetelend president.

En toch voerde hij campagne, en iedereen vond dat normaal. Alleen: als een Amerikaanse kandidaat campagne voert, dan weet de goegemeente dat ook. Dan doet hij niet ‘alsof’ hij gewoon werkt, gewoon bedrijfsbezoeken aflegt, gewoon dit en gewoon dat. Want ook dat is natuurlijk zo hypocriet als maar kan: vooral niét zeggen dat je campagne voert. En het toch doen.

Die hypocrisie leidt dan weer tot au fond even belachelijke nummertjes van de oppositie of van andere meerderheidspartijen, waar voortdurend politici gesommeerd worden ‘hun werk te doen’, als ze ergens in binnen- of buitenland op bezoek zijn. Alsof er alleen in het parlementaire halfrond gewerkt wordt. Alsof ze die bekommernis ook niet schriftelijk kunnen uiten, maar dat bij toeval dat ook altijd gebeurd onder het alziende oog van de camera.

Dat is de pendant van het ‘bedrijfsbezoek’, de ‘halfrondkoortsaanval’. Zich nog eens even laten horen: het zijn niet alleen verkiezingen voor ministers en minister-presidenten, maar ook assemblé- en fractievoorzitters, en zelfs voor backbanchers.

Bovendien: Kris Peeters heeft bedrijven nodig zoals de bedrijven Kris Peeters nodig hebben: als een geschikt en bereikbaar middel voor extra aandacht.

Besluit: stop de hypocrisie. Wij herhalen: Stop de hypocrisie. Dat pers en publiek stoppen met hun totaal onnozele kritiek “dat een politicus dit of dat doet, zegt of stemt om verkozen te raken”, dat de politici stoppen met verongelijkt te reageren als ze te horen krijgend dat ze precies met de verkiezingen bezig zijn en al in ‘campagnemodus’ zitten. We bedriegen er alleen elkaar maar mee.

Al maar meer politici gaan ‘op tournee door Vlaanderen’. Is dat een aangewezen manier om stemmen te halen?

Walter Pauli: Over het algemeen geldt de regel: het is een goede manier, een bijzonder goede zelfs, maar alleen indien je dat een paar jaar volhoudt. Twee beruchte voorbeelden zijn Yves Leterme (bedrijfsbezoeken in heel Vlaanderen) en Johan Vande Lanotte (deur-aan-deur-bezoeken in Oostende).

Vande Lanotte deed in het verleden op gemeentelijk niveau en hij begon daar vlak na de verkiezingen mee. Dat leerde hem in de jaren negentig bijvoorbeeld dat de gemiddelde Oostendenaar niét wakker lag van de overlast van het vliegveld (wat toen door Agalev als hét punt naar voor werd geschoven) en dus hield de SP/SP.A daar helemaal geen rekening mee. En won Vande Lanotte die gemeenteraadsverkiezingen. En lachte hij hartelijk met al die politieke concurrenten die ineens de laatste maanden voor de verkiezingen snel-snel beginnen aan een deur-tot-deur ronde.

Dat is misschien een les voor zijn partijgenote Ingrid Lieten. Die organiseert deze dagen ‘Ingrid luistert’, volgens haar eigen site: “Ik wil horen wat de mensen zelf ervaren als de grote uitdagingen van de komende jaren. Ik wil luisteren naar hoe ze het zelf zien.”

Niets op tegen als een minister dat wil, maar het zal haar niet veel helpen als ze dat, na vijf jaar ministerschap, pas begint te doen de laatste maanden voor de verkiezingen. Dus of Ingrid Lieten is al een paar jaar lang discreet op de boer, en geeft er in verkiezingstijden wat extra ruchtbaarheid aan, en dan is er niets fout mee. Of het is een louter ’tool’ voor electorale doeleinden, en dan is dat allemaal too little en too late.

Dat zegt Knack niet, dat was ooit een primaire politieke les van Johan Vande Lanotte. Dus: de wijken in trekken, de gewone man ontdekken, weten wat de Vlaming wil, de Antwerpenaar denkt of de Limburger op de maag ligt: het mag nobel zijn, maar het is niet iets voor de kiesstrijd alleen, want dan werkt het vlug contraproductief: de minister die even komt doen alsof. En dat werkt niet. Of niet goed. En gelukkig maar.

Ander voorbeeld (blijkbaar zijn West-Vlamingen niet slecht in het voeren van campagne): Yves Leterme. Leterme is niet alleen de man van bijna één miljoen stemmen in 2007, zijn misschien nog belangrijker overwinning behaalde hij al in 2004, toen hij als CD&V-voorzitter (en politiek leider en co-architect van het Vlaamse kartel CD&V-N-VA) zijn eerste overwinning behaalde: die waarmee hij alvast in Vlaanderen de paarse meerderheid brak.

In 2004 werd Leterme minister-president, en vanaf de eerste maand (het kan misschien zelfs vanaf de eerste week zijn) maakte hij er een gewoonte van om zo veel mogelijk bedrijfs- (en boerderij)-bezoeken af te leggen. Daar werd toen enorm over gegrapt, maar het werkte wel.

Want als je dat zoals Leterme drie jaar lang volhoudt, heb je wel ettelijke honderden, misschien duizend(en) bedrijven aangedaan. Dan ben je op zo veel plaatsen geweest dat je

a) echt wel ‘airplay’ kreeg in allerlei (ook superlokale) media, en minstens de kans kreeg om persoonlijk een goede indruk te maken op de aanwezigen)

b) je extra kennis over de economie vergaart, hoe minimaal ook. Na verloop van tijd bouw je wel enige bagage op, wat de kwaliteit van de latere bezoeken alsmaar beter maakt, en mogelijk ook doorsijpelt in de politieke maatregelen die je neemt, wat opnieuw een positieve electorale return kan hebben

c) niemand je tijdens de verkiezingsperiode, als het tempo natuurlijk nog wat opgedreven wordt, je van ‘electoralisme’ kan beschuldigen.

Neen, de politicus heeft bewezen dat hij moeite wil doen om ‘het terrein/de bedrijven’ te leren kennen. Het is vandaag zo goed als vergeten, of de Wetstraat doet afsof, maar die permanente persoonlijke ontmoetingen, her in der in Vlaanderen, hebben de al behoorlijk scorende Leterme van 2004 omhooggestuwd tot de absolute stemmenkampioen van 2007. Dat is al snel ook zijn ondergang geworden, maar dat is weer een ander verhaal. Eén dat trouwens niet de schuld was van zijn reeks intense bedrijfsbezoeken.

Héél af toe leert zo’n confrontatie met ‘de man in de straat’ de politicus ook een andere les. In 1999 heeft uittredend minister van volksgezondheid Marcel Colla, in volle dioxinecrisis die hij voor een groot stuk zelf veroorzaakt had met zijn beslissing om alle braadkippen uit de winkelrekken te laten halen, zich ook nog even aan straat- en marktbezoeken gewaagd. Hij werd daar zo gemeend, zo unisoon, zo intens en zo oprecht uitgescholden en afgemaakt, dat hij verbouwereerd naar huis terugkeerde en de rest van de campagne liet wat ze was. Dat Colla nadien bij de regeringsvorming van Verhofstadt I niet meer terug mocht komen als minister, was geen verrassing meer. Zelfs niet voor hemzelf. Die boodschap moest niemand hem na zijn ‘straatbezoek’ nog brengen: het is voorgoed voorbij.

Na de verkiezingen blijft de regering in principe vijf jaar op post zonder dat we naar het stemhokje moeten. Staan ons land dan grote veranderingen te wachten omdat voor één keer eens kan geregeerd worden zonder voortdurend rekening te moeten houden met electorale overwegingen?

Walter Pauli: België en Vlaanderen staan sowieso grote veranderingen te wachten. Dat ons land (nog) één keer verkiezingsvrij lijkt te zijn, is daarvoor geen voorwaarde, maar het helpt wel. Minstens zo belangrijk daarvoor is de uitslag van de verkiezingen (hoe veel haalt welke partij, geeft het totaalbeeld de politici kaarten in handen om snel goede regeringen te vormen, van welke samenstelling ook, of niet?) Kunnen er na de verkiezingen een vlotte Vlaamse en hopelijk ook niet te kafkaiaanse federale regeringsvorming volgen, of niet?

Wat nà 25 mei gebeurt, zal natuurlijk voor 90 procent afhangen van 25 mei. Dat weten de politici ook, vandaar dat ze nu in de laatste honderd dagen voor 25 mei nog eens alle zeilen bijzetten. Bijvoorbeeld met bedrijfsbezoeken. Elk beetje helpt. Hopen ze.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content