‘Waarom moet een kind van vijf jaar al kunnen zwemmen?’

Steeds meer ouders voelen zich onder druk gezet om hun kleuter op zwemles te sturen. ‘Op school leren ze het vaak niet meer’, schrijft Knack-redactrice Ann Peuteman. ‘Nochtans moeten ze net daar vaardigheden meekrijgen om veilig en gezond te kunnen opgroeien.’

Op donderdagavond kan ze niet, zei een vriendin, want dan heeft haar zoon zwemles. Op zich niet zo gek natuurlijk. Alleen is die zoon amper 5 jaar oud. Waarom moet zo’n jong kind al kunnen zwemmen? Dat zal hij later toch op school leren? Iederéén doet dat tegenwoordig, weet de vriendin. Ze kan hem toch niet naar de lagere school sturen zonder dat hij kan zwemmen? En dus krijgt hij nu elke week in een openbaar zwembad privéles van een ambtenaar van de groendienst die zo na zijn uren een cent bijverdient. Een behoorlijke cent zelfs: voor een uurtje les rekent hij 22 euro aan.

Navraag leert dat die vriendin geen uitzondering is. Meer en meer ouders sturen hun kleuter op zwemles. Niet om aan het water te wennen maar om, alleen of in een klein groepje, écht te leren zwemmen. Sommigen krijgen les in een zwemclub, anderen schrijven zich in voor een cursus die door de gemeente wordt georganiseerd en een steeds grotere groep kiest – vaak noodgedwongen – voor prijzige privélessen. Dat ouders in totaal soms meer dan 250 euro moeten betalen om hun zoon of dochter aan het zwemmen te krijgen, komt doordat de vraag een pak groter is dan het aanbod. Niet alleen willen steeds meer ouders dat hun kind nog vóór de lagere school kan zwemmen, ze brengen het ook op steeds jongere leeftijd naar de zwemles. Met vaak maandenlange wachtlijsten tot gevolg, want vooral de jongsten hebben soms heel veel lessen nodig voor ze echt kunnen zwemmen. Niet zozeer doordat er iets mankeert aan de pedagogische kwaliteiten van hun instructeur, maar doordat ze simpelweg te jong zijn. De technieken kunnen ze amper bevatten en hun armen en benen zijn nog niet sterk genoeg om hun lijfje door het water de stuwen.

Waarom moet een kind van vijf jaar al kunnen zwemmen?

Waarom doen die ouders dat dan? Soms omdat ze bang zijn dat hun overmoedige kleuter tijdens de zomervakantie in het zwembad bij het hotel zal verdrinken of op een onbewaakt moment in het kanaal tegenover hun huis zal sukkelen. Maar nog veel vaker omdat ze denken dat goede ouders dat nu eenmaal doen of omdat ze zich onder druk gezet voelen door andere ouders of door de school. ‘Het was de juf van de tweede kleuterklas die erover begon’, vertelde de vriendin. ‘Tijdens de sportdag was het haar opgevallen dat onze zoon niet echt een waterrat is. Daardoor was de kans volgens haar heel groot dat hij op de lagere school niet zou leren zwemmen.’

Een turnleraar kan onmogelijk een groep van vijftig zesjarigen leren zwemmen.

Nochtans zou dat wel moeten, want zwemmen is opgenomen in de eindtermen van het lager onderwijs. Maar in de praktijk gaan de meeste kinderen niet zo heel veel met school zwemmen. In het lager onderwijs heeft elke leerling recht op één schooljaar gratis zwemles. Dat wil zeggen dat de school zowel het toegangskaartje als het vervoer naar het zwembad betaalt.

Wil een school daarna nog meer zwemlessen organiseren, dan kan ze de kosten eventueel naar de ouders doorschuiven. Maar daarbij mag de maximumfactuur natuurlijk niet worden overschreden. De school moet dus kiezen tussen zwemlessen of uitstappen en andere extraatjes. Gevolg: sommige scholen houden het bij dat ene jaartje zwemmen.

En dat is voor veel kinderen te weinig. Vooral omdat ze vaak in heel grote groepen les krijgen. Het is geen uitzondering dat een turnleraar met twee eerste leerjaren naar het zwembad trekt. Meestal gaan de klasjuffen of -meesters dan wel mee om toezicht te houden, maar zij geven natuurlijk geen zwemles. En die ene turnleraar kan geen vijftig zesjarigen de nodige aandacht geven. Laat staan dat hij ze allemaal kan leren zwemmen.

Nu kan het onderwijs natuurlijk niet alles doen. Leerkrachten zijn zo al overbevraagd. Maar een school is wel zo ongeveer de enige plek waar werkelijk álle Vlaamse kinderen, hoeveel geld er ook op hun ouders’ bankrekening staat, worden bereikt. Als we dus willen dat ze allemaal een aantal vaardigheden meekrijgen die de kans vergroten dat ze gezond en veilig opgroeien – zoals zwemmen of zich met de fiets of te voet door het verkeer begeven – zal het toch daar moeten gebeuren. Maar dat wil nog niet zeggen dat scholen de factuur moeten betalen. Het zou alleen maar logisch zijn dat ook de overheid een stevige duit in het zakje doet om te voorkomen dat iets banaals als kunnen zwemmen straks een privilege wordt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content