Waarom een cordon rond extreemrechts maar niet rond extreemlinks?

Raoul Hedebouw en Peter Mertens © Belga
Stavros Kelepouris
Stavros Kelepouris Journalist Knack.be

Les extrêmes se touchent, maar niet noodzakelijk ook in de politiek. Terwijl extreemlinks in Wallonië en Brussel de hand al kan uitsteken naar het lokale beleid, is het doorbreken van het cordon sanitaire in Vlaanderen nog steeds politieke heiligschennis.

Drie zetels in de gemeenteraad van Gent, vier in Antwerpen, twee in Hasselt en ook een eerste zetel in Leuven: deelnemen aan het beleid in Vlaanderen zit er nog niet in, maar de doorbraak van de PVDA is onmiskenbaar. In Brussel en Wallonië doet de Franstalige tegenhanger PTB nog straffer. Onder meer in Luik en Charleroi ging de score boven de 15 procent, en in Molenbeek wil toekomstig burgemeester Catherine Moureaux (PS) de communisten zelfs mee in het stadsbestuur.

Dat laatste zette kwaad bloed bij verscheidene N-VA’ers. In de partij leeft al langer het gevoel dat met twee maten en gewichten wordt gewerkt. Terwijl extreemlinks in het Brusselse mee zou gaan besturen, toont de discussie rond Forza Ninove – de lijst van Vlaams Belanger Guy D’Haeseleer – dat een coalitie met extreemrechts nog steeds taboe is in Vlaanderen.

‘Voor ons is het duidelijk dat de twee extremen onaanvaardbaar zijn omwille van hun visie op de samenleving en hun mensbeeld,’ zegt Matthias Diependaele, fractieleider voor N-VA in het Vlaams Parlement en een van de bewakers van de communautaire lijn van de partij. Hij ziet geen reden om Vlaams Belang en PVDA anders te behandelen.

Van een cordon rond extreemrechts wil Diependaele niet gesproken hebben – N-VA heeft zich ook altijd principieel uitgesproken tegen het cordon sanitaire rond het Vlaams Belang – maar zegt dat een samenwerking met een van beide partijen inhoudelijk gewoon niet mogelijk is voor N-VA. ‘Het bestaan van een ondemocratisch instrument als het cordon is in die zin irrelevant.’

Jos Geysels, de geestelijke vader van het cordon sanitaire, ziet het cordon net als een zegen voor de democratie. Essentieel is volgens hem het uitgangspunt van die overeenkomst: de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens en de Europese vertaling daarvan, het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens. Die gelden voor hem als absolute ondergrens voor een democratisch debat en beleid. ‘Voor zover ik zie kan je moeilijk zeggen dat het programma van de PVDA op dit moment die minimumvereiste niet haalt.’

Maar dat is niet altijd zo geweest, klinkt het ook. ‘Hebben ze vroeger uitspraken gedaan en pamfletten verspreid die er niet aan beantwoorden? Daar ben ik duidelijk over: ja. In het verleden hebben ze regimes verdedigd die je alleen als walgelijk kan omschrijven. Maar ze zijn veranderd – al moeten ze veel duidelijker zijn dat ze met dat verleden volledig hebben gebroken.’

Wil PVDA alle vrijheden respecteren – dus inclusief de vrijheid om te ondernemen?

Alain Gerlache

Het is een van de punten waar PVDA het meest mee worstelt: ondubbelzinnig de mislukte communistische of radicaallinkse experimenten als dusdanig benoemen. ‘Er zijn twee kanten aan het verhaal in Venezuela,’ opperde partijvoorzitter Peter Mertens afgelopen zomer nog – over een land waar de inflatie dit jaar met 1 miljoen procent zou stijgen. Koren op de molen van partijen als N-VA en Open VLD, voor wie de band met het communisme voldoende reden is om de partij te weren: de geschiedenis van die ideologie is er bovenal een van onderdrukking, verpaupering en miljoenen doden. Het heeft voor hen weinig zin om dat af te wegen tegen de gevolgen van extreemrechts.

‘Het is gewoon even laakbaar,’ zegt Diependaele. ‘Het verschil tussen ons en Vlaams Belang is er een dat neerkomt op maatschappelijke inclusie versus exclusie. Bij PTB gaat het om het communistische ideaal: de mens wordt niet meer als individu of als actor in onze samenleving beschouwd, maar als ondergeschikt aan het systeem. Je zag dat al bij het communisme van Marx en Lenin: mensen werden in een carcan gestopt. PVDA staat daarom voor een onderdrukking van de individuele vrijheid en de liberale democratie waarin we leven. Het inperken van het eigendomsrecht is daar een eerste stap van.’

Ook aan Franstalige zijde leeft de discussie, met CDH en MR die expliciet een veto stelden tegen de PTB. ‘Een stupiditeit,’ noemde de filosoof Edouard Delruelle – van veeleer linkse signatuur – dat in L’Avenir. ‘De PTB verdedigt dezelfde fundamentele waarden als de MR,’ zegt hij: vrijheid, gelijkheid, solidariteit, rechtvaardigheid. Extreemlinks mag dan misschien radicaal zijn, ‘het is een radicalisering die democratisch blijft.’

Ook Alain Gerlache, politiek commentator bij de RTBF, vindt het moeilijk om extreemrechts- en links gewoon op een lijn te plaatsen. ‘Vlaams Belang wordt verweten dat het uitsluit en discrimineert, terwijl PTB hamert op sociale rechtvaardigheid voor allen, openbare diensten, huisvesting, onderwijs, enzovoort. Dat is toch wat anders. Maar je moet je ook dit afvragen: wil die marxistische partij alle vrijheden respecteren – dus inclusief de vrijheid om te ondernemen? Of willen ze sowieso alles nationaliseren?’

Gerlache ziet dat vooral perceptie een rol speelt. Omdat de doeleinden van links en extreemlinks in zekere zin overlappen, lijkt radicaal-links verteerbaarder. Het is veel minder makkelijk te stellen dat rechts en extreemrechts dezelfde waarden delen: dat doet de afstand groter lijken. ‘Bovendien ziet niemand Raoul Hedebouw als een Stalin anno 2018. Dat heeft te maken met zijn stijl en de manier waarop hij met mensen omgaat. Bij Vlaams Belang heeft de figuur Filip Dewinter negatief bijgedragen aan het imago van de partij. Dat speelt allemaal mee in hoe mensen de twee partijen evalueren.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content