Waarom de hobby’s van je kinderen vooral leuk moeten zijn

© iStock

Straks begint het hobbyseizoen van uw kinderen weer. Dan is het verleidelijk om uw keuzes door te drukken en fanatiek te supporteren. Maar dat is geen goed idee.

Zwemles, turnclub, ballet, muziekschool, dictie, scouts. Het zijn allemaal activiteiten die ondergetekende op haar cv mag zetten, in de rubriek ‘andere interesses’. Al is het wel te hopen dat geen enkele werkgever me ooit vraagt vijfhonderd meter vlinderslag te zwemmen, een do kruis van een si mol te onderscheiden of – godbetert – een grand écart te presenteren. Die ‘andere interesses’ werden gemiddeld na een of twee schooljaren stopgezet. Mijn ouders geloofden niet zo in ‘karakter kweken’. Als ik geen zin had om op woensdag naar de turnles te gaan, mocht ik thuisblijven. Voor heel wat klasgenoten gold dat niet: zij moesten hun hobby tot tranens toe perfectioneren. Om nog te zwijgen van de fanatieke ouders die elk weekend mee gingen supporteren. Tien euro zakgeld per gescoord doelpunt, u kent het wel.

Waarom de hobby's van je kinderen vooral leuk moeten zijn
© Bart Schoofs

Pedagoog Joris Lambrechts (UCLL) deed onderzoek naar de invloed van ouders op de hobby’s van hun kinderen, met een specifieke focus op de voetbalwereld. ‘Twee derde van de voetballende kinderen ervaart druk van ouders. Niet altijd van hun eigen ouders, soms ook van andere fanatiekelingen. En daar worden die kinderen niet bepaald gelukkig van.’

Hobby’s moeten in de eerste plaats leuk blijven, vindt Lambrechts. ‘In de motivatiepsychologie staat dat centraal: alleen als je je amuseert, kun je jezelf verder ontwikkelen. Daarbij geldt de ABC-regel: autonomie, betrokkenheid en competentie. Kijk dus naar de talenten van je kind en laat het mee beslissen welke hobby het wil. Er zijn te veel ouders die hun onvervulde dromen willen waarmaken via hun kinderen. Of mensen wier sociaal leven afhangt van de hobby’s van hun kroost. Neem nu kinderen van zes of zeven die gescout worden door een grote voetbalclub. Dat zijn kleine statussymbooltjes. Als zij het na een tijdje beu zijn of de club moeten verlaten omdat er ander talent aantreedt, dan is dat voor de ouders vaak een groter drama dan voor het kind zelf.’

Doorzettingsvermogen

De boodschap is duidelijk: als je kind een hobby niet leuk vindt, hoeft het die niet tegen wil en dank – en met de nodige tranen – vol te houden. Zeker bij jonge kinderen is het kweken van doorzettingsvermogen een verloren zaak. ‘Als zo’n kind elke week negatieve stress voelt, zal het zich nooit ten volle ontwikkelen. Dan is het beter om iets anders te zoeken. Het SportKompas (www.sportkompas.be) is daarvoor een ideaal instrument. Daar wordt gekeken naar de talenten en het plezier van het kind zelf, niet naar wat de ouders in gedachten hebben. En als je kind helemaal niet geniet van sport, zijn er uiteraard veel andere mogelijkheden, zoals muziekacademie, tekenschool of jeugdbeweging.’

Waarom de hobby's van je kinderen vooral leuk moeten zijn
© Bart Schoofs

Bestaat er dan echt zoiets als de perfecte hobby, waarnaar je koter elke week met een grote glimlach vertrekt? ‘Dat is een illusie, vrees ik. Zelf vertrekken we ook niet elke dag fluitend naar het werk. Soms heeft je kind op woensdagmiddag een schop onder de kont nodig. Mijn eigen dochter heb ik ook een paar keer moeten “forceren” om de Chiro een kans te geven. Na drie keer vond ze het geweldig, en nu zou ze geen kamp meer willen missen. Maar mocht ze daar elke keer staan huilen, dan zou het nooit goed komen. Het is een kwestie van balans: als je kind zijn hobby zelf heeft mogen uitkiezen, is het ook makkelijker vol te houden.’

En dan is er nog de kwestie van het supporteren. Hoe belangrijk is het dat je als ouder elke week aan de zijlijn staat te roepen? ‘Dat varieert enorm van kind tot kind: het ene vindt dat heel motiverend, het andere vindt het gênant. Het is goed om interesse te tonen en te praten over hobby’s. Maar probeer toch – letterlijk – aan de zijlijn te blijven. Laat je kind een kind zijn en heb vertrouwen in de sport- of hobbyclub. Ik zal nooit die ene papa aan het voetbalveld vergeten. Tijdens de match leek hij heel bedaard. Maar toen hij met zijn zoon naar de auto stapte, hoorde ik hem snauwen dat als die nog ooit zo’n wedstrijd zou spelen, hij nooit meer zou komen kijken. Met zo’n boodschap kun je die grote glimlach wel vergeten. Vraag je kind wat het zelf vond en focus op de positieve punten. En speel niet te veel in op het gemoed van je kinderen. Uitspraken als “Ik weet dat je beter kunt” klinken goedbedoeld, maar zijn moordend voor het zelfvertrouwen. Onthoud: het is en blijft een hobby.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content