Waarom Antwerpen nu de razzia op de Joden herdenkt

© Belga

Antwerpen houdt een herdenkingsplechtigheid voor de razzia op de Joden, exact 70 jaar geleden, in de nacht van 15 op 16 augustus 1942.

Antwerpen herdenkt de Joden die werden opgepakt tijdens een nachtelijke razzia op 15 augustus 1942. Burgemeester Patrick Janssens (SP.A), de historicus Lieven Saerens en Julien Klener, voorzitter van het Centraal Israëlitisch Consistorie van België, geven een lezing op het stadhuis. Er wordt ook een voorlopige gedenkplaat gepresenteerd. Deze gedenkplaat moet de rol van het Antwerpse bestuur verduidelijken, die nauw samenwerkte met de Duitse bezetter. De genodigden zijn zowel prominenten binnen de stad, vertegenwoordigers van de Joodse organisaties als de leden van het college en de fractieleiders van de partijen.

845 Joden opgepakt

In de nacht van 15 op 16 augustus 1942 werden 845 Antwerpse Joden door de politie opgespoord. Ze werden naar de kazerne van Dossin in Mechelen gebracht. Vandaar uit werden ze naar het uitroeiingskamp Auschwitz gebracht. Het is woensdag 70 jaar geleden dat de razzia plaatsvond.

Tot in de jaren ’80 nam men aan dat het de nazi’s waren die de razzia’s organiseerden. Na de nacht van 15 augustus, volgden er nog drie razzia’s. Onderzoek van de historicus Lieven Saerens en van het centrum SOMA wees echter uit dat de rol van de Antwerpse autoriteiten groter was dan gedacht. Leo Delwaide, toenmalig burgemeester, de hoofdcommissaris en de Procureur des Konings gaven de politie de opdracht mee te werken aan de razzia.

Kouky Frohmanh: ‘Beter laat dan nooit’ De Joodse gemeenschap is verheugd met de herdenking. Toch komt ze iets te laat, zegt Kouky Frohmanh, voorzitster van het Forum der Joodse Organisaties. “Maar beter laat dan nooit. Het is vooral de jeugd die moet weten wat er gebeurd is want wie de geschiedenis niet kent, laat de geschiedenis zich herhalen.”

Herman Van Goethem was als historicus betrokken was bij de voorbereidingen van de herdenking. Hij vindt het belangrijk dat er een gedenkplaat komt die de rol van de Antwerpse autoriteiten erkent. Ook voor de Joodse gemeenschap is dit een goede ontwikkeling.

“Natuurlijk, er kan niets hersteld worden. Maar de bekentenis is een eerste en zeer noodzakelijke stap naar verzoening en pacificatie. De Joodse gemeenschap gaat door een langgerekt rouwproces. Men heeft daarom meer behoefte aan een therapeutische en irrationele werking. De verklaring op de gedenkplaat, hoewel zeer rationeel opgesteld, kan een dergelijke therapeutische kracht hebben. Taal is het enige dat nog kan.”

Politieke betekenis?

Het mag duidelijk zijn, de historische betekenis van de herdenking is niet te overschatten. Met de gemeenteraadsverkiezingen van 14 oktober in aantocht, wordt echter zowat elke actie van politici in een electoraal daglicht gesteld. Dat blijkt echter minder zo te zijn voor de herdenking. Van Goethem: “In België zijn er altijd verkiezingen. Ik denk dat de burgemeester, wie dat ook is, nu iets moet zeggen.”

In 2007 bood Patrick Janssens namens het stadsbestuur zijn excuses aan voor de rol die de Antwerpse autoriteiten in de Tweede Wereldoorlog hadden gespeeld in de Jodenvervolging. “Binnen de Joodse gemeenschap wordt dit herinnerd,” zegt Frohmann, “hij deed het echter niet speciaal voor de Joodse gemeenschap, maar zodat elke Antwerpenaar het zou weten.”

Vlak na de publieke verontschuldigingen van Janssens brak er een polemiek uit. N-VA-voorzitter Bart De Wever noemde die excuses “gratuit“. Luttele tijd later bood hij zijn excuses aan bij de joodse gemeenschap. Die is het eens met de nuance dat niet alle politie-agenten deelnamen aan alle razzia’s.

Op de vraag of dit nog speelt in de joodse gemeenschap, moet Frohmann het antwoord schuldig blijven. “Sommigen zijn het niet vergeten, anderen wel. We leven in een vrij land. Ik weet niet wie er op welke politicus gaat stemmen.” (LR)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content