Waar was Bart De Wever?

© Serge Baeken

Zo alomtegenwoordig Bart De Wever de voorbije tien jaar was, zo schaars zijn dezer dagen zijn mediaoptredens. Breekt er een nieuwe fase aan voor de N-VA-voorzitter, en dus voor van zijn partij?

Het moet voor de N-VA-aanhangers een aangenaam gevoel van herkenning geweest zijn, toen ze maandagmiddag Bart De Wever op tv zijn uitleg hoorden doen. Het was vintage De Wever, hoe de N-VA-voorzitter zich beklaagde over het feit dat de Vlaamse liberalen de N-VA ‘in de rug hebben geschoten’: ‘Ik heb al veertien dagen niets meer gehoord van de VLD, en dan plots komt een georkestreerde aanval’. Eerst van Maggie De Block en dan van Bart Somers, preciseerde hij.

Die uitspraak kreeg veel weerklank. Een half jaar na de verkiezingen van 26 mei heeft elke analyse die de voorzitter van de grootste Vlaamse partij over de regeringsvorming maakt nieuwswaarde. En toch waren zijn woorden allerminst nieuws. Afgelopen zondag had Lorin Parys, de ondervoorzitter van de N-VA, al in diverse media uitgehaald naar de ‘aanval’ van Open VLD, en dat die ‘duidelijk georkestreerd was’. Immers: ‘Op een moment dat we twee weken niets gehoord hebben van de Open VLD, opent Maggie De Block een aanval in La Libre en Bart Somers vandaag op VTM.’ De Wever deed dus niets anders dan woordelijk herhalen wat Parys één dag eerder al had gezegd. Het is een opmerkelijke omkering van hoe de zaken in zijn gloriedagen verliepen: jarenlang maakte Bart De Wever als eerste de politieke analyse, die hij kruidde met zijn typische bons mots. Waarop zijn partijgenoten hun ‘Grote Leider’ collectief napraatten.

Wellicht vegen we het schaakbord schoon na de federale regeringsvorming. Dat kan al in het voorjaar zijn.

Het viel eerst niet echt op, maar het is inmiddels nog moeilijk te negeren: tien jaar lang was Bart De Wever alomtegenwoordig, vandaag laat hij vooral zijn partijgenoten aan het woord. De zo welbespraakte partijvoorzitter verkiest vooral te zwijgen. Het is niemand ontgaan: De Wever is veranderd, en er is ook iets veranderd bij de N-VA.

Opborrelend ongenoegen

Het hoeft geen betoog dat een zware verkiezingsnederlaag elke voorzitter aangerekend wordt. Twee elementen hebben verhinderd dat de kritiek op De Wever al te persoonlijk werd, en in het publiek zou worden geuit. Ten eerste bleef de N-VA op 26 mei de grootste partij van het land. Ten tweede onderstreepte de verkiezingsoverwinning van het Vlaams Belang dat het Vlaams-nationalisme – en zelfs de (extreem)rechtse vertaling ervan – de dominante politieke stroming is in Vlaanderen. Daardoor bleef De Wever de belangrijkste politicus van het land. Hij nam de Vlaamse formatie in handen, tot hij de leiding van de onderhandeling overdroeg aan de latere minister-president Jan Jambon. Ook daarna was er geen tijd voor een sabbatperiode: op dit moment is De Wever nog altijd de eerste Vlaamse gesprekspartner van federaal formateur Paul Magnette (PS).

Dat neemt niet weg dat bij verloren verkiezingen ongenoegen opborrelt. Een van de N-VA’ers van het eerste uur (hij noemt de eerste generatie N-VA’ers nog altijd ‘echte vrienden’) zei vorige maand nog woordelijk tegen Knack: ‘Bart De Wever is een has been die het nog niet beseft.’ Maar klopt dat laatste nog wel? Doet De Wever niet veel moeite om uit de schijnwerpers te blijven, juist omdat hij beseft dat zijn tijd onherroepelijk ten einde aan het lopen is? Dat ook woordelijk toegeven, is natuurlijk nog een andere zaak. In een interview met VRTNews hintte De Wever naar zijn eigen stilzwijgen: ‘Ik zou natuurlijk elke dag allerlei commentaren kunnen geven, op mensen en dingen die ik zie gebeuren, op het ethisch enthousiasme dat in de Kamer plotseling botgevierd wordt, enzovoort. Maar dat is buitengewoon dom aan de onderhandelingstafel.’ Als er over de formatie wordt gecommuniceerd, laat De Wever dat inderdaad over aan ondervoorzitter Lorin Parys.

Toch valt het op dat De Wever over zo goed als niets meer zijn mening verkondigt. Niet over de formatie, niet over de Vlaamse regering (zo kan Jambon zich natuurlijk sneller en beter positioneren als een gezaghebbend minister-president) maar ook niet over zaken die het hele land in rep en roer zetten, zoals de brandstichting van het vluchtelingencentrum in Bilzen. Nochtans toonde de N-VA zich uiterst betrokken in die discussie. Ex-staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken zette de toon, ook (alweer) Lorin Parys liet van zich horen, net zoals Peter De Roover en het Bilzense N-VA-kopstuk Wouter Raskin. Ooit was Bart De Wever er als de kippen bij om dan als eerste duiding te geven. Nu niet. Hoewel hij in zijn recente boek Over identiteit een aantal thema’s heeft aangesneden die deel van een antwoord kunnen zijn op de vragen die ‘Bilzen’ oproept. Bart De Wever zweeg. De brand in Bilzen was hem geen tweetje waard.

Bart De Wever zwijgt. Ook de brand in Bilzen was hem geen tweetje waard.

Piet Pienter en Bert Bibber

Nationale politici die in de Wetstraat een stap opzijzetten, concentreren zich weleens op het burgemeesterschap. Ook dat doet De Wever niet. Zeker, als hij de voorbije weken al eens communiceerde, dan was het over Antwerpen. Over de nieuwe attracties van het festival Winter in Antwerpen, of over de aankoop van een drone voor de politie, genaamd Yacob. Hij onthulde ook een gedenkplaat voor kunstschilder Eugeen Van Mieghem, loofde op de boekenbeurs wijlen striptekenaar Pom, de auteur van Piet Pienter en Bert Bibber en sleep voor het oog van de lokale pers een diamant. Al ernstiger was zijn optreden als hoofd van de politie: zo liet hij het beruchte café ’t Keteltje verzegelen, en werden (allochtone) jongeren opgepakt die plannen maakten om winkels te plunderen. Maar op geen enkel moment gaf Bart De Wever de indruk dat hij als burgemeester de dossiers zelf in handen wil nemen, in plaats van zwaar te steunen op sterke schepenen als partijgenoten Koen Kennis en Fons Duchateau.

Twijfelt hij, of valt het leven Bart De Wever stilaan zwaar, na een voorzitterschap dat al in 2004 begon (SP.A -voorzitter Conner Rousseau was toen twaalf)? Statutair loopt het mandaat van De Wever tot in november 2020. Maar, zo luidt het bij N-VA’ers: ‘Wellicht vegen we het schaakbord schoon na de federale regeringsvorming. Dat kan al in het voorjaar zijn. Dan bekijken we hoe de stukken het best worden geplaatst.’ De Wever lijkt zelf te mogen beslissen of hij nog gaat voor een zesde termijn als voorzitter. ‘Hij is de slimste en de beste partijvoorzitter van Vlaanderen.’ Toch bestaat de kans dat hij een punt zet achter zijn verhaal.

Alter ego

Veelbetekenend is de onverwachte loopbaanwending van Joachim Pohlmann, tot vorige week de woordvoerder en de mediastrateeg van de N-VA. Nu is hij de kabinetschef voor Cultuur van Jan Jambon. Pohlmann, een denker en schrijver van rechtse signatuur, moet de cultuurwereld proberen te overtuigen dat het Vlaamse ministerie van Cultuur geen nieuwe Kulturkammer wordt die de kunstensector en het maatschappelijk middenveld een rechtse of op zijn minst klassieke leitkultur wil opdringen. Dat betekent wel dat Bart De Wever zijn alter ego kwijt is, met wie hij dertien jaar lang heeft samengewerkt. Sinds zijn eerste ontmoeting met De Wever, in 2001, was Pohlmann starstruck, zo bekende hij aan de Leuvense Campuskrant. Sinds 2006 is Pohlmann als tekstschrijver en woordvoerder de rechterhand van De Wever, de laatste jaren functioneerde hij als partijstrateeg – als De Wevers rechterhersenhelft, zeg maar: ‘Ik zorg er nu mee voor dat wat wij belangrijk vinden top of mind blijft.’ De waardering is wederzijds. Het dankwoordje in Over identiteit is kort. De Wever bedankt vrouw, kinderen noch broer. Hij vermeldt slechts één man: Pohlmann. De voorzitter krijgt nooit meer eenzelfde woordvoerder-tekstschrijver-raadgever aan zijn zijde.

Overigens heeft niet alleen Pohlmann ander emplooi gevonden. Ook topmedewerkers als Pol Van Den Driessche (nu diplomatiek adviseur van Jambon) en Bram Bombeek (wordt woordvoerder van de Kamerfractie) hebben het partijhoofdkwartier verlaten. Het vertrek van ‘de trouwste der trouwen’ van De Wever zou een signaal kunnen zijn dat plaats wordt geruimd in het kantoor van de N-VA-voorzitter. Hij kan toch moeilijk in zijn eentje zichzelf heruitvinden en zijn partij meenemen naar nieuwe successen? En tijd om zich te herbronnen is er eigenlijk ook niet. Bart De Wever mag zich proberen te verstoppen, zolang hij partijvoorzitter is, kijkt het hele land naar hem.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content