Voor het eerst in kaart gebracht: de vrouwelijke criminaliteit in België

© iStock
Michel Vandersmissen
Michel Vandersmissen Redacteur van Knack

Tijdens de eerste zes maanden van 2018 werd bijna een vijfde van alle criminele feiten in ons land gepleegd door een vrouw, zo blijkt uit cijfers van de federale politie. Het is voor het eerst dat we zicht krijgen op vrouwelijke criminaliteit in België.

Februari 2007. Geneviève Lhermitte doodt haar vijf kinderen, ze zijn tussen de 3 en de 14 jaar oud. Een jaar later wordt ze veroordeeld tot levenslang.

Februari 2015. Een vrouw uit Lennik sticht brand in een bijgebouw van haar woning terwijl haar dochters van 2, 4 en 6 jaar er opgesloten zitten. De drie kinderen komen om. In oktober 2018 krijgt ze in beroep 30 jaar cel.

Oktober 2017. De Brugse politie voert een onderzoek naar de Zehbi’s, een meisjesbende die de stationsbuurt onveilig maakt door leeftijdgenoten aan te vallen, te slaan en te schoppen. Alles wordt gefilmd en op sociale media geplaatst.

Augustus 2018. Een vrouw uit Varsenare met een postnatale depressie doodt haar drie kinderen van 4 jaar, 2 jaar en 3 maanden oud. Ze wordt geïnterneerd.

Vrouwen zijn opvallend afwezig bij misdrijven met fysiek geweld. Ze kiezen meer voor het intellectuele werk.

Het is een greep uit de populaire pers over vrouwelijke criminaliteit. Pas als je ernaar op zoek gaat, groeit het besef hoe weinig daarover wordt bericht. Als het al gebeurt, gaat het geregeld om gezinsdrama’s. Toch is er volgens buitenlands onderzoek sprake van een lichte stijging van de vrouwelijke criminaliteit. Vrouwen lijken zich ook op dit vlak te emanciperen. Anders gezegd: ze nemen de slechte kwalijke gewoontes van de man stilaan over. Daarmee gaan ze tegen de trend in, want sinds enkele jaren daalt in de westerse wereld het aantal criminele feiten. Ook in België nam het aantal delicten af, van 1,6 miljoen in 2010 tot 874.641 in 2017 (de laatst beschikbare jaarcijfers).

In de loop van 2017 begon de studiedienst van de federale politie voor het eerst de verdachten van die misdrijven op te lijsten. Zo komt men onder meer te weten op welke leeftijd de misdrijven worden gepleegd, en… wat het geslacht is van de mogelijke daders.

Uit een analyse van de criminaliteitscijfers tijdens de eerste zes maanden van 2018 blijkt dat vrouwen 18,8 procent van alle delicten voor hun rekening namen. De ‘populairste’ misdrijven onder vrouwen zijn informaticacriminaliteit (hier hebben de vrouwen een aandeel van 38,5 procent), betrokkenheid bij mensenhandel (28,9 procent), huisjesmelkerij (35,5 procent), exploitatie van bedelarij (44 procent) en winkeldiefstal (34,6 procent). Vrouwen zijn opvallend minder aanwezig bij autodiefstallen (7,5 procent), inbraken in woningen (13,1 procent), gewapende diefstallen (5,8 procent) en bij alle misdrijven waarbij fysiek geweld te pas komt.

An Nuytiens, criminologe aan de Vrije Universiteit Brussel, schreef een doctoraat over vrouwelijke gevangenen, en is een van de weinige wetenschappers in dit land die zich heeft beziggehouden met vrouwelijke criminaliteit. ‘De cijfers bevestigen mijn bevindingen in de vrouwenafdelingen van de Belgische gevangenissen’, vertelt ze. ‘Die vrouwen zitten er vooral voor drugsgerelateerde misdrijven en voor vermogens- en eigendomsdelicten. Mannen plegen veel vaker dan vrouwen inbraken in woningen of diefstallen met geweld. Bij vrouwelijke daders komt geweld veel minder voor. En als ze al een overval plegen, doen ze dat meestal samen met hun mannelijke partner.’

De Belgische cijfers lopen gelijk met die in het buitenland. An-Marie Slotboom, hoogleraar criminologie aan de Vrije Universiteit Amsterdam, onderzoekt al enkele jaren criminaliteit door vrouwen. Uit een studie uit 2017 bleek dat ook in Nederland bij ongeveer 20 procent van de misdrijven een vrouw betrokken was. ‘Dat is dus vergelijkbaar met de Belgische cijfers, en ook in Nederland zien we dat vrouwen eerder vermogensmisdrijven plegen dan criminele feiten waarbij zwaar geweld of wapens gebruikt worden’, zegt Slotboom. ‘We zien de jongste jaren ook dat vrouwen steeds actiever worden in de illegale drugshandel.’

Zijn vrouwen braver?

Tot voor enkele jaren dachten de meeste criminologen dat het aandeel van vrouwen in de misdaad flink zou stijgen onder invloed van de oprukkende emancipatie. Daarom besliste de Belgische overheid zelfs om in de gevangenis van Hoogstraten een vleugel om te bouwen voor de opvang van vrouwelijke gedetineerden.

Voor het eerst in kaart gebracht: de vrouwelijke criminaliteit in België
© montage: Knack

Het aantal vrouwelijke criminelen stijgt wel degelijk een beetje, maar veel minder dan gedacht. Dat is in Vlaanderen het duidelijkst merkbaar in de jeugdcriminaliteit. Minderjarigen die een crimineel feit plegen, verschijnen voor de jeugdrechter, die hen kan laten opsluiten in een van de instellingen voor jeugddelinquenten van de Vlaamse Gemeenschap. In Everberg, bijvoorbeeld, als het gaat om zware misdrijven. In 2013 bedroeg het aandeel van meisjes dat werd opgesloten in een van de gesloten Vlaamse instellingen 11,8 procent op een totaal van ongeveer 600 jeugddelinquenten. In 2017 was hun aandeel gestegen tot 12,3 procent.

Volgens An Nuytiens kan die toename níét verklaard worden door een verharding van de vrouwencriminaliteit, maar wel door de veranderde aanpak van vrouwelijke daders. Buitenlands onderzoek leert dat de stijgende instroom vooral te wijten zou zijn aan de strengere aanpak van minder ernstige criminaliteit, de toenemende economische marginalisering van vrouwen, de verhoogde sociale controle en de opflakkerende ‘war on drugs’. Voor haar doctoraat sprak Nuytiens met een veertigtal vrouwelijke gedetineerden. Het viel haar op dat deze vrouwen later dan mannen in aanraking waren gekomen met criminaliteit. Enkele jaren geleden waren de vrouwelijke gedetineerden in ons land gemiddeld 36,7 jaar oud. Nuytiens: ‘In tegenstelling tot veel mannelijke gevangenen hadden de meeste vrouwen in de gevangenis geen voorgeschiedenis in de jeugdbescherming. Ik heb verscheidene vrouwen gesproken die pas op het slechte pad kwamen nadat ze hun “criminele partner” hadden leren kennen.’

Al bij al zijn vrouwen dus sterk ondervertegenwoordigd in de criminaliteit. Zijn vrouwen dan braver of moreel beter dan mannen? Zeker niet, zegt professor Slotboom. ‘Er zijn natuurlijk enkele biologische verschillen tussen mannen en vrouwen. Mannen hebben een hoger testosterongehalte en dat leidt weleens tot meer agressiviteit, maar dat verklaart de ondervertegenwoordiging maar voor een klein deel.’ Volgens haar spelen andere factoren een grotere rol. ‘Die hebben vooral te maken met socialisatie en opvoeding. De drempel voor meisjes of jonge vrouwen om over te gaan tot criminaliteit is groter dan voor jongens. Criminaliteit wordt meer geassocieerd met mannelijkheid, terwijl meisjes worden aangespoord om zorgzaam te zijn en om geweld te vermijden als er een probleem moet worden opgelost. Daarom zal een zoon bijvoorbeeld minder snel en minder hard gestraft worden als hij geweld heeft gebruikt op school dan als zijn zus dat doet. Meisjes mogen geen klappen uitdelen. Dat hoort niet, vinden de meeste ouders.’

In de Belgische gevangenissen zitten 210 mannen een levenslange celstraf uit, van wie Freddy Horion en Marc Dutroux de bekendste zijn. Daartegenover staan 12 vrouwen met levenslang. Uit buitenlands onderzoek blijkt dat vrouwen minder hard gestraft worden dan mannen, sneller vervroegd worden vrijgelaten, en ook minder snel in voorhechtenis worden genomen dan hun mannelijke collega’s. Dat laatste wordt vooral verklaard doordat vrouwen door rechters minder gevaarlijk worden gevonden. Onderzoek van Eric Maes, onderzoeker bij het Nationaal Instituut voor Criminalistiek en Criminologie (NICC), lijkt dat te bevestigen. Hij onderzocht in 2015 samen met twee andere collega’s het voorkomen van recidive. Daaruit bleek dat 61,6 procent van de mannelijke veroordeelden recidiveert, tegenover slechts 37,6 procent van de vrouwen.

Uit buitenlands onderzoek blijkt dat vrouwen minder hard gestraft worden dan mannen, sneller vervroegd worden vrijgelaten, en ook minder snel in voorhechtenis worden genomen.

An Nuytiens van de VUB ziet een mogelijke verklaring voor de minder zware straffen voor vrouwen. ‘Rechters oordelen dat vrouwen de primaire verzorgers zijn van hun kinderen, en daarom op enige clementie kunnen rekenen en daardoor ook minder lang in voorhechtenis hoeven. Een moeder opsluiten heeft zwaardere maatschappelijke implicaties.’

‘Bovendien hebben ze meestal een kleiner crimineel verleden, en zijn de misdrijven die ze plegen minder zwaar dan die van mannen’, vult professor Slotboom aan. Volgens haar hebben vrouwelijke criminelen ook vaker psychische klachten en worden ze daarom ook minder snel achter de tralies gestopt. Maar alles welbeschouwd is die neiging tot clementie geen algemene regel. ‘In meer geëmancipeerde landen, zoals Finland, zie je veel minder verschillen in strafbeleid. Hoe gelijkwaardiger de positie van mannen en vrouwen in een land, hoe gelijkwaardiger ze ook gestraft worden.’

Momenteel geldt in België en Nederland gendergelijkheid voor gedetineerden: mannen vrouwen worden gelijk behandeld. Daar is Slotboom het niet helemaal mee eens. ‘Justitie heeft geen doelgroepenbeleid. Ik vraag een aparte aanpak van vrouwelijke criminaliteit, want vrouwen hebben zoals gezegd een andere achtergrond voor ze in de criminaliteit en de gevangenis terechtkomen. Daar moet je rekening mee houden.’ Onderzoek bij minderjarige veroordeelde meisjes leert haar bijvoorbeeld dat veel van hen trauma’s hebben opgelopen door seksueel geweld, binnen of buiten het eigen gezin. Meisjes zijn ook meer dan jongens het slachtoffer van fysieke en psychische verwaarlozing.

Peuters in de cel

Een mooie inkijk over hoe het is gesteld met gevangen vrouwen is sinds enkele jaren te zien in Orange Is the New Black, een populaire Netflix-serie die gebaseerd is op een autobiografisch boek van Piper Kerman. Zij doet het verhaal van haar verblijf in een Amerikaanse vrouwengevangenis na een veroordeling voor het smokkelen van drugsgeld.

Uit het laatst beschikbare jaarverslag van het Directoraat-Generaal Penitentiaire Inrichtingen blijkt dat in 2017 gemiddeld 10.300 gevangenen opgesloten zaten in de Belgische gevangenissen. Daarbij 440 vrouwen of 4,3 procent van de totale gedetineerdenbevolking. De grootste vrouwenafdeling bevindt zich in Brugge, waar 105 vrouwen opgesloten zitten. An Nuytiens: ‘Het aandeel van vrouwelijke gedetineerden schommelt al enkele jaren tussen de 4 en de 5 procent van de totale bevolking. In Nederland is het aandeel vrouwen iets hoger met 6 à 7 procent. In Europa bedraagt het aandeel opgesloten vrouwen tussen de 2 en de 9 procent. In de VS zitten ze aan 9,3 procent, in Aziatische landen nog meer.’

Een bijzonder neveneffect van vrouwelijke criminaliteit zijn de opgesloten moeders met jonge kinderen. In ons land heeft alleen de gevangenis van Brugge een afdeling waar veroordeelde moeders hun baby tot drie jaar bij zich mogen houden. De cellen zijn er iets groter dan gemiddeld. ‘De vrouwen vinden het prachtig dat ze die kans krijgen, want de eerste drie jaren van een kind zijn heel belangrijk voor de moeder-kindhechting’, zegt Nuytiens.

In Nederland verblijven veroordeelde moeders met kinderen in bungalows op een groot, afgesloten terrein. Nuytiens: ‘Je kunt het terrein niet verlaten, maar je hebt er ook niet dat opgesloten gevoel. Moeders kunnen er bijvoorbeeld naar de winkel op de campus, en de kinderen gaan elke dag naar een echte kindercrèche.’ In België zitten de peuters gewoon mee in de gesloten gevangenisafdeling, en dat heeft natuurlijk heel wat nadelen. ‘Er is geen professionele kinderopvang. De vrouwen mogen in de voormiddag gaan werken in de gevangenis, terwijl de kinderen worden opgevangen door een collega-gedetineerde. Er is weliswaar een kleine speeltuin op de eerste verdieping, maar de kinderen kunnen er ook niet vrij rondlopen’, zegt Nuytiens. Kortom, een min of meer huiselijke omgeving is er ver weg. Bovendien riskeren de jonge kinderen het gedrag van andere gedetineerden te kopiëren’. ‘En zo worden kinderen een beetje mee gestraft voor het gedrag van hun moeder.’

Nina Van Eeckhaut: ‘Vrouwen richten geweld eerder op zichzelf’

Nina Van Eeckhaut
Nina Van Eeckhaut

Nina Van Eeckhaut is een van de bekendste vrouwelijke strafpleiters van België. Ze verdedigde onder meer een vrouw die beschuldigd werd van het doden van haar pasgeboren baby. ‘Zoiets is zeer aangrijpend. Vrouwen hebben een aandeel van bijna 100 procent in die zeer specifieke vorm van criminaliteit.’

Vrouwen plegen blijkbaar veel minder misdrijven waar fysiek geweld aan te pas komt.

Nina Van Eeckhaut: En als het toch gebeurt, hangt het geweld meestal samen met relationele aspecten. Zo was ik betrokken bij een rechtszaak van een vrouw die met een mes in de buik van een zwangere vrouw had gestoken. Ze was verliefd op de vader van dat kind, en zij werd door hem aan het lijntje gehouden. Shakespeare zei het al: ‘Hell has no fury like a woman scorned’.

Maar het klopt dat bij echte gewelddelicten vrouwen zwaar in de minderheid zijn. Vrouwen zijn ook zelden betrokken bij vechtpartijen.

En diefstallen?

Van Eeckhaut: Dan denk ik de laatste jaren vooral aan rondtrekkende dadersgroepen. Dat zijn vaak zigeuners, en daar maken vrouwen wel een belangrijk deel uit van de bende.

Vrouwen zouden meer betrokken zijn bij allerlei vermogensdelicten en cybercrime.

Van Eeckhaut: Ze zijn goed in allerlei vormen van oplichting. Via het internet slagen ze erin om brave mannen te verleiden en hun de illusie te geven dat ze de vrouw van hun leven hebben ontmoet. En laat ze dan net nu geld nodig hebben ‘voor de operatie van haar zoontje’. Maar wees gerust: boven aan de organisatie van zo’n criminele organisatie staat meestal wel een man.

Hebben vrouwelijke daders een ander profiel dan hun mannelijke collega’s?

Van Eeckhaut: Over het algemeen zijn mannelijke criminelen veel impulsiever en agressiever. Van daderessen zegt men dat ze sluwer en doortrapter zijn dan mannen. Vrouwen denken eerst na voordat ze iets doen. Daar durft het bij mannen weleens aan mankeren.

Hoe komt het dat vrouwen zo ondervertegenwoordigd zijn in de misdaadcijfers?

Van Eeckhaut: In tegenstelling tot mannen richten vrouwen geweld sneller op zichzelf, bijvoorbeeld via zelfverminking. Een man die zich slecht voelt, zal zijn frustraties eerder op de medemens uitwerken. Zo moest ik een vrouw verdedigen die de brievenbus van haar buurman in brand had gestoken. Zij zag in hem de weerspiegeling van de man die haar haar hele jeugd seksueel had misbruikt. Daarom had ze niet alleen brand gesticht, maar sneed ze zichzelf ook voortdurend – in haar armen, haar benen, zelfs in haar gezicht.

De Britse psycholoog Adrian Raine geeft daar in zijn boek Het gewelddadige brein een gedeeltelijk neurobiologische verklaring voor. Hij legt uit dat het deel van ons brein dat eerst doet en dan denkt, volledig is ontwikkeld op driejarige leeftijd. Het verstandelijke deel van de hersenen dat ons leert om eerst na te denken en dan te doen, komt bij mannen pas tot volle wasdom op 25 jaar. Bij vrouwen is dat al gebeurd op 22- jarige leeftijd. Vandaar dat de mannelijke criminaliteit op jonge leeftijd veel groter is bij jonge mannen dan bij jonge vrouwen.

Er wordt ook gewezen op de andere rol die vrouwen vervullen in de samenleving.

Nina Van Eeckhaut: Vrouwen cijferen zichzelf makkelijker weg, ondanks #MeToo-acties. Maar laten we duidelijk zijn: we hoeven ook niet allemaal gelijk te zijn. Het lijkt me absoluut niet nodig dat vrouwen even crimineel worden als mannen. Dat is een verkeerde ambitie.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content