‘Voetbalbobo’s: een kruideniersras dat graag in status handelt maar in euro’s denkt’

Jean-Marie Dedecker gelooft niet dat de Belgische voetbalwereld veel geleerd heeft van de recente schandalen. ‘De voorgestelde maatregelen zijn eerder een belediging dan een oplossing.’

Er zijn jaarlijks meer schandalen in het voetbal dan kwetsuren bij Vincent Kompany. Toch leven de voetbalbobo’s nog steeds onder een ondoordringbare stolp, los gezongen van wetten en reglementen en vooral doofstom voor moraal en ethiek. Zwartgeldcircuits, chantage, omkoping, fraude, matchfixing, mensenhandel, omerta … money talks, bullshit walks. Los van wat cosmetische ingrepen en gammele gedragscodes neergepend op boterbriefjes verandert er niets, want iedereen heeft boter op zijn hoofd, van de bestuurders van de KBVB tot de bobo’s van de Pro League en de clubs, een incestueuze heemkundige kring van graaigedrag en eigenbelang. Makelaarsvergoedingen mogen normaal 7 tot 10% van het transferbedrag bedragen, maar voor zwarte parels gaat men er vlotjes boven en is 50% zelfs de norm.

Sportief-directeurs worden “gesmout” door makelaars en de clubs betalen hen buitenproportionele fees. Sommige transfers voeden nauwelijks de clubkas: voor de verkoop van Richairo Zivkovic van KVO Oostende aan een Chinese tweedeklasser werd 3 miljoen euro betaald. Nagenoeg alles verdween in de diepe zakken van een roedel tussenpersonen waaronder de voorzitter van een Vlaamse profclub met een dubbel petje van makelaar. The sky is the limit. De transfermarkt is zelfs geen koehandel meer, waar alles nog beklonken wordt met een handdruk, maar doet meer denken aan een Afrikaanse kamelenmarkt met slavenhandelaars in krijtpak, Rolexen om de pols en een optrekje in Monaco. Van de gezamenlijke winst van 70 miljoen euro die de 24 profclubs volgens het rapport van de KBVB van maart 2018 op transfers maakten, ging maar liefst 41,9 miljoen euro naar de makelaars, vooral in de zakken van de top 5 van de 200 sportpooiers die in ons landje opereren, Mogi Bayat, Christophe Henrotay Didier Frenay en Co.

Sommige clubs bouwen zelfs schulden op bij makelaars die dan op hun rug vrij parasiteren. Een makelaar is in principe de zaakwaarnemer van de speler en deze moet hem ook vergoeden, maar in werkelijkheid betaalt de club. Als de club dit doet in de plaats van de sjotter zouden de makelaarsvergoedingen belast moeten worden als Voordelen van Alle Aard (VAA), net zoals in de ons omringende landen. De spelers zouden dan ook in hun portemonnee voelen hoeveel de makelaars op hun zweet binnen rijven. Daarenboven zou een solidariteitsbijdrage van 10% op de enorme transferbedragen een eerlijke compensatie zijn voor de financiële inspanningen die de overheid levert voor de sport. Niet alleen in infrastructuur, maar een stad als Brugge moet bijvoorbeeld jaarlijks 2,5 miljoen euro extra ophoesten voor betaling van agenten bij de voetbalwedstrijden.

Voetbalbobo’s: een kruideniersras dat graag in status handelt maar in euro’s denkt.

De maatregelen van het kwartet dat na Operatie Zero uitgestuurd werd door de voetbalbobo’s werd om hun blazoen wat op te poetsen, grossieren in clichés en platitudes. Ze zijn eerder een belediging dan een oplossing. Geen wonder. Enkel Tomas Van den Spiegel kent het zweet van de kleedkamer. Hij was echter ook uitgangsbord en beleggingsadviseur voor het frauduleus failliet gegane Optima om rijke sporters – met teveel aangewaaid geld – wegwijs te maken in de wereld van de haute finance. Fiscalist Michel Maus verklaarde een paar maanden geleden in “De Afspraak” nog dat onze fiscale voetbalwetten illegale staatssteun waren, en dat ze nooit een toets bij de Europese commissie zouden doorstaan. Vandaag lijkt hij er wel een vurige verdediger van geworden met het argument dat de afschaffing tot juridische procedures zou leiden. Kameleon voor het foute geld en fiscaal expert in de graaicultuur. Karl Dhont richtte zelf het gokkantoor Bookmaker op. Vijftien van de 16 eersteklasseclubs worden gesponsord door gokbedrijven, en die boswachter zou de casinoboeren nu verplichten om een extra bijdrage te leveren in plaats van aan de illegale RSZ- en bedrijfsheffingscadeaus te tornen. Wie gelooft die excuustruus nog? Johan Vande Lanotte is niet alleen verdediger, maar ook Mitspieler en uitvinder van het gesubsidieerd systeem. Als minister en voorzitter van basketclub BCOostende (met veel minderwaardige buitenlanders onder de ring) zorgde hij er samen met zijn kompaan Didier Reynders voor dat de profclubs 80% van de verschuldigde bedrijfsvoorheffing op de spelerssalarissen niet hoeven te betalen, op voorwaarde dat de helft van dit bedrag moest geïnvesteerd worden in de jeugdwerking, inclusief de lonen van jeugdtrainers, medewerkers en spelers jonger dan 23 jaar. Er werd nooit gecontroleerd, en er staan ook geen sancties tegenover. Afschaffen dit cadeautje van 70 miljoen euro (eventueel à rato van 20% per jaar) want het werkt contraproductief. Er stonden nog nooit zo weinig eigen jeugdspelers en nog nooit zoveel buitenlanders op onze voetbalvelden als vandaag. In het seizoen 2018-2019 waren 63,7 % van onze sjotters luxueuze gastarbeiders. Voor het invoeren van die wet was het nog 30 tot 40%. Alle centen van de bedrijfsvoorheffing werden opgesoupeerd door boomende spelerswedden die de laatste acht jaar zelfs nogmaals verdubbelden tot gemiddeld 338.007 euro per jaar.

Dat de jeugdopleiding zou lijden onder het wegvallen van deze fiscale en parafiscale cadeaus is dus vals gejeremieer van de voetbalbobo’s. Jeugdwerking maakt daarenboven maar een verwaarloosbare fractie uit van de kosten van de profclubs. Topclubs ronselen naar believen bij de kleine sjottersverenigingen, en jeugdspelers moeten honderden (zelfs duizenden) euro’s per jaar betalen om hun truitje te mogen nat maken. Als er eentje doorbreekt wordt hij al naar het buitenland verhandeld nog vooraleer hij volgroeid is. Van dit Dream Team lust ik geen eieren. Een gruwel van hypocrisie.

Een profvoetballer betaalt minder RSZ dan een poetsvrouw. Deze subsidie van 60 à 70 miljoen euro per jaar is een onrechtvaardige anomalie.

Een profvoetballer betaalt minder RSZ dan een poetsvrouw. Deze subsidie van 60 à 70 miljoen euro per jaar is een onrechtvaardige anomalie. Maar plotseling de werknemers- en werkgeversbijdragen aan de werkelijke loonkost aanpassen zou de doodsteek betekenen voor alle professionele sportclubs, van hockey tot volleybal, en van wielrennen tot basketbal. Hun sociale bijdragen zouden echter opgetrokken kunnen worden tot het niveau van het zelfstandigenstatuut en van de vrije beroepen met de huidige maximumgrens van 89.051,37 euro. Topsporters ‘onder gezag en toezicht’ kunnen immers niet vluchten onder allerhande managementvennootschapjes zoals dik betaalde CEO’s van bedrijven. Misschien geen fiscale fair play, maar ook geen halsrecht.

Op het veld schoppen de clubs elkaar halfdood en in de bestuurskamers gunnen ze elkaar geen kluif in de bek. Een ras van kruideniers dat graag in status handelt maar in euro’s denkt. Van de huidige verhoging van de Tv-rechten tot 103.000 miljoen euro eisen de G(rote)5 bijvoorbeeld alles op tot 80% van het totaal. Budgettaire apartheidsideologie. De K(leine)11 moet zich tevreden stellen met de bedelstaf en ze doen het nog ook. De K11 heeft immers evenveel ballen als hun sacoche-voetballers. Dat de supporters ook weerom dit kijk- en luistergeld moeten ophoesten, daar malen de bobo’s niet om, het zijn sowieso de meest kwetsbaren in het leugenpaleis van clubs en competities.

Een beperkte taxatie op de transfergelden daarentegen en een plafond op de RSZ-bijdragen zijn ethisch en financieel correcte ingrepen.

Niettegenstaande exorbitante mediarechten en 140 miljoen aan ‘verdoken’ staatssteun slagen de 24 profclubs er toch nog in om met hun doorgeschoten wanbeleid zo’n 87 miljoen euro verlies te draaien. Geen wonder. Als je weet dat driekwart van die verenigingen (en in klasse 1b op één na allemaal) in handen is van buitenlandse oligarchen die als enig doel hebben de fiscaal interessante clubconstructies te misbruiken als interimkantoor en doorgeefluik van voetbalmiljonairs. Met een minimumjaarloon van 81.000 euro voor een niet EU-speler, is ons landje het Mekka voor eeuwige beloften van tweede garnituur uit de ganse wereld. Dertig procent van onze profsjotters komt van buiten de EU, een Europees record. In Engeland is het amper 14% en in Nederland 9%. Het is hoog tijd om de loonbarrière van niet EU-spelers-zoals bij onze Noorderburen -op te trekken tot 150% van het gemiddelde spelerssalaris of 450.000 euro per jaar om onze eigen jeugd te beschermen.

De maatregelen van het Dream Team zijn eerder nachtmerries van zachte heelmeesters die stinkende wonden laten etteren. Een beperkte taxatie op de transfergelden daarentegen en een plafond op de RSZ-bijdragen zijn ethisch en financieel correcte ingrepen. De makelaarsvergoedingen belasten als VAA en het afschaffen van de voordelen inzake bedrijfsvoorheffing omdat ze toch misbruikt worden waarvoor ze bedoeld zijn, trekken een scheefgegroeide situatie recht.

Mijn wetsvoorstel zal me geen logediner opbrengen, maar draaien naar de wind is voor de haan op de kerktoren, of voor de zogenaamde experten.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content