‘Verplichte vaccinatie in de zorg dreigt mensenrechten te schenden’

Het wetsontwerp over verplichte vaccinatie in de zorg stelt een vaccinatieplicht voor het personeel in de zorgsector in het vooruitzicht, die op 1 juli 2022 moet ingaan. © belga

Verplichte vaccinatie tegen covid-19 blijft controversieel. Volgens het Mensenrechteninstituut is de noodzakelijkheid en proportionaliteit van een vaccinatieplicht in de zorg op dit ogenblik onvoldoende aangetoond.

Het wetsontwerp van minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) over de verplichte vaccinatie van het zorgpersoneel tegen het coronavirus zou een dezer weken op de agenda van de bevoegde Kamercommissie moeten komen.

De prikplicht gaat in principe in op 1 juli 2022. Bij koninklijk besluit (KB) zou de inwerkingtreding wel nog kunnen worden uitgesteld. Oorspronkelijk zou de verplichting ingaan op 1 januari, met een overgangsperiode van drie maanden.

Gedateerde informatie

Het Federaal Instituut voor de Rechten van de Mens (FIRM) waarschuwt in een advies voor een mogelijke schending van de mensenrechten van het niet-gevaccineerd zorgpersoneel. Het wetsontwerp baseert zich immers op informatie die niet langer actueel is om een correcte, wetenschappelijke belangenafweging te maken.

‘De beslissing om een vaccinatieplicht in te voeren, kan enkel genomen worden na een zorgvuldige belangenafweging waarbij rekening wordt gehouden met actuele en betrouwbare wetenschappelijke inzichten’, zegt Martien Schotsmans, directeur van het FIRM. ‘Dit wetsontwerp baseert zich uitsluitend op informatie die dateert van de periode tussen juli en oktober 2021.’

Omgekeerde logica

Het FIRM zegt niet per definitie tegen een wettelijk kader voor verplichte vaccinatie van het zorgpersoneel te zijn, zolang dat maar geactiveerd wordt wanneer kan worden aangetoond dat het noodzakelijk is voor de bescherming van de gezondheid van kwetsbare personen. ‘Maar aangezien de noodzaak op dit moment niet is aangetoond, gaat het wetsontwerp uit van een omgekeerde logica door van inwerkingtreding de regel en van uitstel de uitzondering te maken’, zegt Schotsmans. ‘Beter zou zijn om de eventuele inwerkingtreding zelf afhankelijk te maken van de aanneming van een KB, wanneer hier op een gegeven moment een noodzaak toe zou zijn.’

Ook zou de vaccinatieplicht pas in werking mogen treden wanneer kan worden nagegaan of de collectieve gezondheidswinst opweegt tegen de impact op de individuele rechten van het zorgpersoneel. Die proportionaliteit zou regelmatig door het parlement geëvalueerd moeten worden, luidt het.

Ontslag

Wat het mogelijke ontslag van niet-gevaccineerde zorgmedewerkers betreft, brengt het FIRM in herinnering dat een ontslag enkel als ‘laatste middel’ mag dienen en dat minder verregaande sancties de voorkeur moeten genieten. ‘Als de vaccinatieplicht nodig zou blijken, moet zo veel mogelijk ingezet worden op sensibilisering’, zegt Schotsmans.

Niet alleen in ons land ligt verplichte vaccinatie op tafel. Vanaf midden maart is het voor Duitsers die bepaalde beroepen uitoefenen verplicht gevaccineerd te zijn tegen covid-19. De regering bereidt er zelfs een wet voor die een algemene vaccinatieplicht voor 18-plussers invoert om zo beter beschermd te zijn tegen mogelijke nieuwe varianten van het virus in de herfst. De stemming over de wet daarrond zou begin april in het Duitse parlement plaatsvinden.

Oostenrijk, dat de maatregel in februari als eerste land van de Europese Unie aannam, heeft hem al weer definitief opgeschort. In België komt er voorlopig geen algemene vaccinatieplicht.

Kamercommissie doet geen aanbevelingen over algemene vaccinatieplicht

De commissie Gezondheid van de Kamer zal geen aanbevelingen formuleren na de hoorzittingen die ze georganiseerd heeft over de vaccinatieplicht en het Covid Safe Ticket (CST). De meerderheid heeft dinsdag de vraag van de oppositie verworpen om meer te doen dan enkel het opstellen van een verslag van de hoorzittingen en het parlementaire debat dat erop volgde.

Volgens de oppositiepartijen maken het belang van het onderwerp en de maatschappelijke discussie dat erover gevoerd werd het noodzakelijk dat er op zijn minst aanbevelingen of een wetsvoorstel worden opgesteld over de activering van zulke instrumenten. De leden van de meerderheid deden er dinsdag in de commissie het zwijgen toe, behalve Gitta Vanpeborgh (Vooruit), die wees op het belang van het geleverde parlementaire werk en zei dat dat niet zomaar terzijde geschoven zal worden.

De oppositiepartijen konden hun ontgoocheling niet verbergen. ‘Ook al zijn we tegen een vaccinatieplicht, hadden we ons de inspanning kunnen getroosten samen te bekijken wat de minimale voorwaarden zijn voor zo”n maatregel’, zei Sofie Merckx (PVDA). Volgens DéFI had de commissie een wetsvoorstel moeten opstellen over de vaccinatieplicht. ‘Ik zou niet willen dat we over enkele maanden moeten improviseren over een juridisch kader voor zo’n belangrijk onderwerp’, zei Sophie Rohonyi.

Partner Content