Verbod op IS-propaganda belandt in prullenmand

Een still uit de propagandavideo van Islamitische Staat toont jihadi's die zich voorbereiden op de simultane onthoofding van minstens 15 mannen, vermoedelijk uit het Syrische regeringsleger van president Bashar al-Assad. © AFP

De parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen in Brussel heeft beslist om het bezoeken van jihadistische websites niet strafbaar te stellen, tenzij er later sprake blijkt van ’terroristische zelfstudie’. Dat schrijven De Standaard en Het Nieuwsblad woensdag.

Federaal procureur Frédéric Van Leeuw lanceerde in de nasleep van de mislukte aanslag in juni in Brussel-Centraal het voorstel om het raadplegen van jihadistische sites te verbieden. Premier Charles Michel leek het idee genegen, maar academici noemden het verbod ‘even nuttig als een chocoladen theepot.’

De parlementaire onderzoekscommissie naar de aanslagen in Brussel, die deze week haar werkzaamheden hervatte, heeft zich intussen gebogen over de kwestie. Een strafbaarstelling komt er niet. Vaste expert Paul Martens, oud-voorzitter van het Grondwettelijk Hof, meent dat ons land zich met zo’n verbod op juridisch glad ijs begeeft.

‘Alvorens de ontvangers te criminaliseren, moet men de strijd tegen de verspreiding van haatdragende en gewelddadige boodschappen opvoeren’, luidt het in zijn nota. ‘Tegelijk kan men zich uitrusten met de nodige technische middelen om de ontvangers van die boodschappen in het oog te houden.’

De commissie schaart zich achter de nota van Martens en verkiest het bestaande wettelijk kader uit te putten.

Partner Content