Kathleen Van Brempt (Vooruit)

‘Universele toegang tot drinkwater is een mensenrecht dat Europa moet garanderen’

Kathleen Van Brempt (Vooruit) Europarlementslid voor Vooruit

Vandaag stemt het Europees parlement over de herziening van de Drinkwater-richtlijn. Voor het eerst is daarin ook sprake van een ’toegang tot drinkwater voor iedereen’, een gevolg van het succesvolle Europese burgerinitiatief Right2Water. Maar volgens Europees parlementslid Kathleen Van Brempt en Vlaams parlementslid Rob Beenders, mag het niet bij goede bedoelingen blijven.

Twee miljoen mensen hebben in Europa nog steeds geen toegang tot drinkbaar water en sanitair, en heel wat mensen worden voortdurend bedreigd met de afsluiting van hun drinkwatervoorziening omdat ze hun facturen niet kunnen betalen. In 2016 – de laatst beschikbare cijfers – ging dat in Vlaanderen over 2.617 gezinnen. In Bulgarije bijvoorbeeld gaat het om 5.000 gezinnen. Mensen van drinkwater afsluiten, is totaal onaanvaardbaar en strookt niet met de resolutie die de Verenigde Naties al in 2010 ondertekenden, namelijk dat mensen het recht hebben op toegang tot drinkwater en sanitair en dat dit recht zelfs noodzakelijk is om andere mensenrechten te kunnen waarborgen.

Universele toegang tot drinkwater is een mensenrecht dat Europa moet garanderen.

Nochtans springen de Europeanen steeds zuiniger om met hun drinkwater. Het verbruik daalde in heel Europa van 230 liter per persoon en per dag in 1990 naar 134 liter in 2015. Desalniettemin blijven de prijzen in Europa stijgen. In Vlaanderen is de prijs voor een gemiddeld gezin sinds de invoering van de integrale drinkwaterfactuur met maar liefst 39 procent de hoogte in gegaan. Water evolueert zo gestaag van een basisvoorziening naar een luxeproduct dat heel wat mensen zich gewoon niet meer kunnen veroorloven.

In 2013 ondertekenden 1,9 miljoen Europeanen – een absoluut record – een Europees Burgerinitiatief om de toegang tot water en sanitair in de Europese wetgeving in te schrijven als een mensenrecht. Motor achter het initiatief was Right2Water, een samenwerking tussen de Europese Federatie van Publieke Diensten, een afdeling van de Europees Verbond van Vakvereniging, én de Europese Waterbeweging. Als gevolg van dit succesvolle Europese Burgerinitiatief werd toegang tot water door de Europese Commissie voor het eerst opgenomen in de herziening van de Europese Drinkwater-richtlijn, die vandaag in het Europees parlement gestemd wordt.

Die richtlijn bepaalt vooral de minimum kwaliteitsstandaarden voor drinkwater. Zo worden de standaarden voor een aantal vervuilende stoffen zoals lood, PFAS (Per- en PolyFluorAlkyl Stoffen) en schadelijke bacteriën verstrengd en worden nieuwe standaarden geïntroduceerd voor hormoonverstorend stoffen zoals ondermeer Bisphenol A. Er komt nu ook een verplichte monitoring van microplastics in drinkwater.

Maar zoals gezegd is de introductie van een reeks nieuwe aanbevelingen die geen betrekking hebben op drinkwaterkwaliteit maar vooral sociale accenten leggen, het meest opvallend aan de nieuwe richtlijn. De passages die handelen over ’toegang tot water voor iedereen’ zijn een belangrijke stap in de goede richting. Maar parlementsleden van de christen-democratische, liberale en reformistische fracties (waartoe N-VA behoort) – niet toevallig dezelfde partijen die in ons land de regeringen bevolken – hebben er desalniettemin alles aan gedaan om te verhinderen dat toegang tot drinkwater als een mensenrecht verankerd werd in de wetteksten. Vooral erg concrete maatregelen om die universele toegang tot drinkwater te garanderen werden door de conservatieve parlementsleden geschrapt. Dat is waar wij, sociaal-democraten, vandaag tijdens de plenaire stemming nog verandering in willen brengen.

Om toegang tot drinkwater te garanderen als een universeel recht, moet drinkwater immers betaalbaar blijven.

Om toegang tot drinkwater te garanderen als een universeel recht, moet drinkwater immers betaalbaar blijven. Een minimale levering van drinkwater voor iedereen, of een verbod om drinkwater af te sluiten, zoals ook werd voorgesteld in een resolutie die in 2017 werd ingediend door sp.a in het Vlaams parlement, zou bijdragen aan het ‘recht op drinkwater’. Zoals te verwachten was, is die resolutie door de meerderheid verworpen, toevallig dezelfde politieke partijen die in het Europees parlement op de rem gaan staan. Lidstaten moeten ook verplicht worden om actieplannen op te stellen teneinde de universele toegankelijkheid voor drinkwater te kunnen bereiken. Dat is nu niet het geval.

De tekst die vandaag in het Europees parlement voorligt, stelt de universele en gelijke toegang tot drinkwater wel als ‘doel’ en spoort lidstaten aan om ‘alle mogelijke maatregelen’ te nemen. Met goede bedoelingen alleen zullen we het probleem van waterarmoede echter niet oplossen. Dat is een gemiste kans, omdat de algemene teneur van de herziening van de richtlijn wel degelijk de vinger op de wonde legt. Zo vraagt het parlement aan de lidstaten om extra aandacht te hebben voor kwetsbare groepen in de samenleving, zoals daklozen, vluchtelingen of Roma en stelt voor om hen alternatieven aan te reiken voor drinkwatervoorziening, zoals publieke drinkwaterfonteinen of het aanbieden van kraantjeswater in cafés en restaurants, gratis of aan een heel lage kost. Dergelijke maatregelen komen overigens iedereen ten goede.

Als we er echter voor willen zorgen dat drinkwaterarmoede niet toeneemt of liever, dat het volledig tot het verleden gaat behoren, zijn krachtigere signalen nodig. Het Vlaamse voorbeeld, waarbij een resolutie om de waterfactuur onder controle te houden door de meerderheid verworpen werd, leert dat het argument dat lidstaten moeten beslissen over ‘universele toegankelijkheid’, een maat voor niets is. Als Europa de lidstaten niet verplicht om werk te maken van het ‘recht op water’ zal dat recht er nooit komen.

Kathleen Van Brempt is Europees parlementslid voor SP.A.

Rob Beenders is Vlaams parlementslid voor SP.A.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content