Unicef: minst bevoorrechte kinderen in België hebben het slechter dan elders

Archiefbeeld van een eerste schooldag © BELGA

De minst bevoorrechte kinderen ervaren in weinig andere welvarende landen zoveel ongelijkheid als in België. België komt 29ste op 35 onderzochte landen.

Onderwijs en ook de levenstevredenheid zijn in België problematisch.

Dat blijkt uit een onderzoek van Unicef, de kinderrechtenorganisatie van de Verenigde Naties. Hoewel de inkomenskloof van de gezinnen nog relatief beperkt blijft in vergelijking met andere landen, manifesteert de ongelijkheid zich elders: op het vlak van onderwijsresultaten doet enkel Israël het slechter.

In zijn rapport focust Unicef op het welzijn van de minst bevoorrechte kinderen in 41 landen van de Europese Unie of van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso). Unicef vergeleek de slechtste scores op het vlak van gezinsinkomen, onderwijsresultaten, gezondheid en levenstevredenheid met die van de mediaan of het gemiddelde. Men vergelijkt de tien procent die het slechtst scoren met dat gemiddelde.

Op het vlak van inkomensongelijkheid zit België in het peleton (22ste op 41) volgens de recentste cijfers. Ondanks de economische crisis bleef de ongelijkheid in dit land vrij stabiel tussen 2008 en 2013, wat het gevolg is van sociale transfers, die enkel in het Verenigd Koninkrijk en Ierland groter waren. Ook qua gezondheid scoort België gemiddeld (15de op 35 landen waarvoor cijfers beschikbaar waren).

Ontevreden

Een ander verhaal is de levenstevredenheid, waarbij België pas op de 30ste plaats (op 35) komt. De levenstevredenheid nam tussen 2002 en 2014 nergens zo drastisch af als in dit land.

De 10 procent minst bevoorrechte kinderen zetten hun levenstevredenheid op 4 op 10, terwijl het gemiddelde 8 op 10 is.

Op het vlak van onderwijsresultaten bengelt België zelfs helemaal onderaan, op plaats 36 (op 37). Alleen Israël is de kloof in resultaten tussen minst bevoorrechten en het gemiddelde groter. Tussen 2006 en 2012 was er geen enkele verbetering merkbaar.

Unicef maakte een totaalgemiddelde van de 4 scores en dat resulteert voor België in plaats 29 (op 35 landen waarvoor voldoende gegevens beschikbaar waren), net na Frankrijk.

De ongelijkheid bij kinderen is het kleinst in de Scandinavische landen: Denemarken, Finland en Noorwegen voeren de rangschikking aan. Na België komen enkel Luxemburg, Slovakije, Italië, Bulgarije, Turkije en Israël.

Minder ongelijkheid geeft betere resultaten

“Sociale ongelijkheid bij volwassenen is verdedigbaar als ze het gevolg is van eerlijke concurrentie en als iedereen gelijke kansen geniet. Maar kinderen hebben geen controle over sociale en economische omstandigheden. Ongelijkheid bij kinderen valt redelijkerwijs niet toe te schrijven aan verschillen in verdienste. Bovendien zullen weinig personen betwisten dat ervaringen uit de kindertijd de rest van het leven doorwerken”, stelt Unicef in het rapport.

Unicef meent dat er geen eenvoudig antwoord gegeven kan worden op de vraag wanneer de kloof zo groot is dat het oneerlijk wordt. Wel suggereren de resultaten dat het verkleinen van ongelijkheid alle kinderen ten goede komt. Zo liggen de gemiddelde resultaten van kinderen hoger in landen waar de ongelijkheid kleiner is. Ook behalen meer kinderen er de minimimumstandaarden. De grote verschillen in landen tonen dat ongelijkheid niet onvermijdelijk is, klinkt het.

Verder wijst de VN-kinderrechtenorganisatie erop dat ongelijkheid in de “volwassen wereld” ook effect heeft op kinderen. De organisatie adviseert daarom – naast inspanningen voor onderwijs, subjectief welzijn en gezondheid – om de inkomens van de gezinnen met de minst bevoorrechte kinderen te beschermen.

(Belga/RR)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content