‘Uit de zaak-Tine Nys moeten lessen getrokken worden over de euthanasiewet’

De zaak-Tine Nys is geen ‘politiek-religieus showproces’ over de euthanasiewet, zoals meester Walter Van Steenbrugge beweert, zegt hoofdredacteur Emmanuel Van Lierde van het christelijke opinieweekblad Tertio. ‘Na 18 jaar dringt zich een grondige evaluatie op, alvorens de wet nog verder te verbreden.’

Voor het eerst sinds de Belgische euthanasiewet van 2002 moeten twee artsen en een psychiater zich vanaf volgende dinsdag 14 januari op een assisenproces in Gent verantwoorden voor een levensbeëindiging.

De 38-jarige Tine Nys kreeg op 27 april 2010 wegens een ongeneeslijke psychische aandoening euthanasie. Ze had een psychiatrisch verleden, maar dat lag volgens haar zussen al 15 jaar achter haar. Twee maanden voor haar dood bleek wel dat ze autisme had. Een stukgelopen relatie was de aanleiding om dokters ‘bijeen te shoppen’ voor euthanasie.

Dat bracht oude gevoelens van afwijzing en gebrek aan liefde naar boven, maar ongeneeslijk ziek was Tine volgens haar ouders en zussen niet. Ze begrijpen niet dat er geen andere behandelingen werden voorgesteld en dat de euthanasie kon doorgaan.

Bovendien ging de arts volgens de nabestaanden nonchalant en amateuristisch te werk. Hun getuigenis daarover is schokkend. Je mag het niet gedroomd hebben dat je zoiets moet meemaken en het toont aan dat niet elke huisarts geschikt is om zo’n laatste wil uit te voeren. Alle ‘levenseindezorg’ vereist specifieke deskundigheid, tact en empathie.

Wettelijke voorwaarden

Terug naar de zaak-Nys. De Gentse raadkamer oordeelde in 2017 dat de artsen niet vervolgd hoefden te worden, maar de familie ging in beroep en de Gentse Kamer van Inbeschuldigingstelling kwam in november 2018 tot het tegenovergestelde besluit dat de wettelijke voorwaarden waaronder euthanasie is toegelaten – de patiënt moet wilsbekwaam zijn, vrijwillig de aanvraag doen, ongeneeslijk ziek zijn en ondraaglijk lijden -, mogelijk niet zijn nageleefd. Als dat zo is, gaat het over gifmoord.

Grondige evaluatie

De zaak-Nys is geen ‘politiek-religieus showproces’ over de euthanasiewet, zoals meester Walter Van Steenbrugge beweert. Het gaat over de correcte naleving van die wet in deze concrete casus. Op één voorbeeld bouw je geen wetgeving of ethiek, maar toch vallen uit deze zaak lessen te trekken en kan het assisenproces het debat over de euthanasiepraktijk in ons land aanwakkeren.

Uit de zaak-Tine Nys moeten lessen getrokken worden over de euthanasiewet.

Want na 18 jaar dringt zich echt wel een grondige evaluatie van de euthanasiewet en -praktijk op, alvorens die wet nog verder te verbreden naar nieuwe doelgroepen, bij voltooid leven of dementie bijvoorbeeld. Of alvorens die wet te versoepelen zoals door de opheffing van de geldigheidsduur van de wilsverklaring, of door er een louter medische handeling en een patiëntenrecht van te maken, zodat instellingen ze binnen hun muren niet langer kunnen weigeren wegens filosofisch-religieuze redenen (toch al zeker niet zonder subsidies te verliezen).

Ook het niet-transparante en camouflerende functioneren van de Federale Controle- en Evaluatiecommissie Euthanasie dient dringend onder de loep te worden genomen. Die zag in de zaak-Nys geen graten, terwijl het parket er blijkbaar wel vraagtekens bij plaatst.

Hoe kan het dat in 18 jaar tijd er nauwelijks euthanasiezaken waren die aanleiding gaven tot verder onderzoek? Loopt alles werkelijk zo perfect? Wordt de wet echt niet te breed geïnterpreteerd wanneer blijkt dat mensen euthanasie krijgen wegens een autismespectrumstoornis – in 2015 en 2017 telkens vijf gevallen – of zelfs eenzaamheid? De euthanasiecommissie laat dat allemaal passeren, maar was de wet daarvoor bedoeld? En ruimer: is euthanasie echt het enige antwoord dat we als maatschappij te bieden hebben op psychische kwetsbaarheid, fragiliteit in vele gedaanten, ouderdomskwalen en samenlevingsproblemen?

Subjectief oordeel

De zaak-Nys brengt andermaal aan het licht hoe moeilijk het is te oordelen over ondraaglijk en uitzichtloos psychisch lijden. Eigenlijk kan een psychiater nooit zeggen dat iemand uitbehandeld is. Het blijft een subjectieve beoordeling. Elke euthanasie wegens psychische redenen kan dan ook aangevochten worden. Sommigen pleiten ervoor bij zulke gevallen minstens extra zorgvuldigheidsvereisten en grendels in te bouwen. De wachttijd van één maand is kort en misschien is één psychiater voor een bindend advies te weinig.

Zou zo’n belangrijke beslissing niet beter voor de uitvoering ervan bij een breed panel experts worden afgetoetst in plaats dat de euthanasiecommissie post factum nagaat of alles correct verliep? Zijn er echt geen alternatieven meer? Hebben we gedaan wat we konden, niet alleen medisch, maar ook in nabijheid en naastenliefde?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content