Turnbelofte Jutta Verkest: ‘Ik wíl dat de trainers hard zijn’

Jutta Verkest: 'Een vloeiende brugoefening heeft iets magisch.' © Getty Images

Ze was de tienersensatie van de Olympische Spelen in Tokio en hoopt op een medaille in Parijs in 2024. Maar eerst focust Jutta Verkest op het EK turnen volgende zomer in München. ‘Er lopen hier nog meisjes rond die medailles zullen pakken.’

Normaal aarzelen we om een zestienjarige een groot interview aan te bieden in Knack, maar in het geval van Jutta Verkest zeiden de mensen van de turnfederatie: dat moet zeker kunnen. De gymnaste was de jongste Belgische deelnemer op de Olympische Spelen van Tokio. Niet alleen schitterde de toen vijftienjarige Mechelse in de teamcompetitie, tot ieders verbazing plaatste ze zich ook voor de allroundfinale.

Die olympische stunt was het slotakkoord van een hele reeks toevalligheden. Te beginnen met de pandemie, waardoor de Spelen een jaar werden uitgesteld. Turners mogen deelnemen vanaf het jaar dat ze zestien worden, maar begin 2021 was daar voor Jutta Verkest nog geen sprake van: ze werd gezien als een belofte die er hopelijk op de Spelen van Parijs in 2024 zou staan. Het lot verkortte dat traject. In de lente haakte Nina Derwael geblesseerd af voor het Europees kampioenschap. Verkest trok naar het Zwitserse Bazel als reserve. Na het forfait van een aantal concurrentes mocht ze opdraven voor de allroundfinale, waar ze een verbluffende tiende plek behaalde. Verkest klom in de pikorde, maar zelfs dan was haar olympische selectie een verrassende keuze.

‘Het is allemaal een beetje mijn kant op gerold’, giechelt Jutta Verkest zes maanden later. ‘Ik mikte niet op dat EK. Mijn deelname is me in de schoot gevallen. Dus ja, dan probeer je maar. Ik werd in het water gegooid en bleef drijven. De trainers dachten: misschien moeten we Jutta in de gaten houden voor de Spelen? Maar tot het laatste moment had ik niet gedacht dat ze me zouden selecteren.’

Nina Derwael bewijst dat het kan, dat er geen enkele reden is om niet op het allerhoogste te mikken.

Het pakte fantastisch uit voor jou, maar andere meisjes die er ook op hadden gehoopt, bleven door jouw straffe opmars thuis.

Jutta Verkest: Ik draai nog maar één jaar mee bij de elitegroep. Andere turnsters hebben jaren naar Tokio toegewerkt. Het voelde bijna oneerlijk dat ik hun plaats innam. Je weet hoe hard de anderen hebben gewerkt en je gunt het iedereen, hè. Ik moest collega’s troosten, maar dat voelde dubbel. Ik was met hun plek gaan lopen, maar ik was natuurlijk ook wel blij voor mezelf. Wat kun je dan zeggen dat niet hypocriet overkomt?

De Olympische Spelen heb ik beleefd als in een droom. Ik kon niet geloven dat ik daar stond. Ik had ook erg veel stress. Een nieuwe ervaring voor mij, want normaal heb ik nooit last van zenuwen.

Echt? Je lachte veel tijdens de competitie en leek heel ontspannen.

Verkest: Stresslachjes. (lacht) De buitenwereld heeft er weinig van gemerkt, maar iedereen die me kent, had het door. Gelukkig woog het niet op mijn prestaties.

Turnen is een zenuwensport. Op training hebben jullie die oefeningen al duizenden keren gedaan, maar het moet juist die ene dag kloppen. En iedere misstap bij de afsprong is een ramp.

Verkest: Dat is het lastige aan mijn sport. Je weet dat je het kunt, maar daar koop je op de dag van de wedstrijd niks voor. Je moet het moment grijpen. Niet morgen, niet gisteren, maar vandaag. Ieder heeft zijn eigen manier om daarmee om te gaan. Ik stel mezelf de vraag: waarom zou het niet lukken, Jutta? De trainingen dienen niet alleen om mijn techniek bij te werken, ik bouw daar ook zelfvertrouwen op om te kunnen schitteren op de grote afspraken.

Veel mensen zeggen me dat naar turnwedstrijden kijken hen zenuwachtig maakt. Dat heb ik altijd raar gevonden, maar nu snap ik het. Ik stierf van de spanning tijdens de oefening waarmee Nina Derwael goud pakte. Kijken is stresserender dan het zelf doen.

Waaraan denk je tijdens een oefening?

Verkest: De elementen die altijd lukken, doe je als in een roes. Je werkt toe naar de punten waar het mis kan lopen. Stap per stap, alsof je een boodschappenlijst afwerkt.

Hoe was de ontvangst na Tokio?

Verkest: Door corona was er niet zoveel rond te doen. Daardoor was het ook wel intiemer. Familie en vrienden waren supertrots. Het voelde goed dat ik iedereen zo gelukkig kon maken. Bizar genoeg geldt dat blijkbaar ook voor mensen die ik helemaal niet ken. Ik kreeg leuke, lieve reacties: dat ze met mij meeleefden en dat ik kleine meisjes geïnspireerd heb om te beginnen turnen. Het is raar om zulke verhalen te horen, maar ik ben er wel blij mee.

Ben je na de Spelen meteen weer de gymzaal ingedoken?

Verkest: Dat lukte niet direct. Ik nam drie weken vakantie en schrok hoe ver die korte break me had teruggeworpen. De lucht was eruit. Ik kwam van zo’n hoog niveau en plots lukte niets meer. Er bestaan geen wondermiddelen om zo’n dip te overwinnen. Je traint hard en hoopt dat het goedkomt. Nog steeds haal ik niet het niveau van de Spelen, maar sommige dingen beginnen eindelijk in hun plooi te vallen. Zo ben ik heel tevreden over mijn grondoefening. De brug loopt dan weer minder goed. Daar is mijn conditie te zwak voor. Maar mijn doelen zijn nog veraf. De focus ligt op het EK turnen, in augustus 2022. Ik hoop daar de allroundfinale te halen.

Dat moet te doen zijn, nee?

Verkest: Normaal wel, maar per land mogen er maar twee gymnastes naar de finale. Ik moet dus eerst de concurrentie aangaan met de Belgische meisjes. Opnieuw.

Er zitten nog talenten aan te komen in het Belgische turnen.

Verkest: Je weet nooit hoe atleten zullen evolueren, maar volgens mij lopen hier meisjes rond die olympische medailles zullen pakken. Nina Derwael zal de laatste niet zijn. Die concurrentie is leuk – zo ervaar ik het toch. Je stuwt elkaar naar een hoger niveau.

Onze trainingen zijn zwaar – het is tenslotte topsport – maar zeker niet overdreven. Ik zou me niet zo afbeulen als ik me nooit amuseerde.

Jullie hebben natuurlijk een geweldig rolmodel.

Verkest: Het is erg motiverend om te kunnen trainen met een olympische kampioen. Alle meisjes kijken op naar Nina, tegelijk is ze ook gewoon een van ons. Ze bewijst dat het echt kan, dat er geen enkele reden is om niet op het allerhoogste te mikken.

Op de Spelen van 2016 haalde Derwael niet eens de finale van de brug met ongelijke leggers, in Tokio won ze goud. Hoe zie jij je evolueren richting Parijs 2024?

Verkest: Ik wou dat ik het wist. (lacht) Ik ga er alles aan doen om mijn allerbeste niveau ooit te halen. Of dat een medaille zal opleveren, kan niemand voorspellen. Natuurlijk droom ik daarvan. Het is het ultieme doel.

Wat is je beste onderdeel?

Verkest: Op dit moment de balk, maar het verschilt van maand tot maand. De brug vind ik het leukste, als ik in vorm ben. Een vloeiende brugoefening heeft iets magisch. Je zwiert door de lucht in een hoog tempo, maar door de concentratie is het alsof de tijd vertraagt.

Turnen draait om sierlijkheid en elegantie: je moet een moeilijke oefening er eenvoudig laten uitzien.

Verkest: Dat is het resultaat van training, je moet bijvijlen tot een oefening vanzelfsprekend lijkt. Voor een deel is het ook aangeboren uitstraling, die diep uit jezelf komt.

Jouw turnoefeningen stralen plezier uit.

Verkest: Je bent niet de eerste die het zegt. ‘Je stond je weer te amuseren, Jutta’: dat hoor ik al van kleins af. Een pluspuntje.

Chinese en Russische turnsters voeren hun oefeningen perfect uit, maar hun elegantie oogt killer, als van een robot.

Verkest: Bij die meisjes is het eerder een soort gedrilde perfectie, ja. Dat is indrukwekkend en ook mooi om te zien, maar mijn stijl is anders.

Door corona heb jij nog nooit voor een groot publiek geturnd. Zou het je liggen?

Verkest: Ik denk dat ik daar veel beter van word. Toeschouwers brengen ambiance en dat sleept je mee. Sommige meisjes krijgen daar stress van, maar voor mij gaat dat niet op, denk ik. Het EK en de Olympische Spelen waren zonder publiek, maar ik was nog meer ontgoocheld toen het Belgische Gymgala werd afgeblazen, voor het tweede jaar op rij al. Ik wilde zo graag tonen wat ik kan.

Simone Biles, de superster van jullie sport, kraakte op de Olympische Spelen onder de druk. Kon je begrijpen wat haar overkwam?

Verkest: Iedereen die ooit in competitie heeft geturnd, snapt dat. Biles is de beste ter wereld. Al jaren ging men ervan uit dat ze in Tokio wel snel even die medailles zou ophalen. Dat moet een enorme druk op haar hebben gezet. Ze is ook maar een mens met gevoelens, twijfels en mindere dagen. In gymnastiek moet het allemaal precies kloppen, en zoiets komt niet op bestelling. Je kunt panikeren en dan is het lastig om de weg terug te vinden. Als dat je tijdens een toernooi overkomt, raak je daar onmogelijk overheen.

Ook de goedlachse Jutta Verkest kent faalangst?

Verkest: Meestal is stress goed. Het duwt je over je grenzen. Maar er is een fijne lijn tussen ‘dit is mijn moment’ en ‘dit móét mijn moment zijn’. Een turnster die zegt dat ze nooit bevangen raakte door stress, liegt.

Je begon met turnen op je vijfde. Was het liefde op het eerste gezicht?

Verkest: Zeker niet! Het deed pijn, het was vermoeiend en ik bakte er niks van. Zelfs een koprol lukte niet. Ik miste spieren, zei de coach, en moest daarom heel de tijd buikspieroefeningen doen. (trekt een zuur gezicht) Dat waren misschien wel de zwaarste trainingen die ik ooit heb gedaan. Ik vond het stom en saai. Het is een mirakel dat ik niet ben afgehaakt. Maar een kind bouwt snel spiermassa op en elke geslaagde oefening smaakte naar meer.

Ik ben in het turnen beland door een vriendin van mijn mama. Zij zag me trampolinespringen in haar tuin en vond dat ik een goede coördinatie had. Toeval speelt een grote rol in mijn carrière, ja. (lacht)

Turners trainen enorm hard, en dat al op heel jonge leeftijd. Er zijn bovendien weinig wedstrijden en dus weinig kansen om jezelf te tonen.

Verkest: Dat vind ik niet erg. Het is maanden of eigenlijk zelfs jaren opbouwen naar perfectie en op de dag van het grote doel smijt je er dan alles uit. Dat is best cool.

Ben jij een trainingsbeest?

Verkest: Zoals elke gymnast. Trainen is 95 procent van ons bestaan. Als je er op training niet voor gaat, dan heb je niks te zoeken in onze sport.

Ik zou me niet zo afbeulen als ik me nooit amuseerde.

Misschien gaat het er soms te hard aan toe in de turnzaal? Trainers Marjorie Heuls en Yves Kieffer werden beschuldigd van intimidatie en grensoverschrijdend gedrag.

Verkest: Ik was nog maar net bij Marjorie aan het trainen toen die heisa losbarstte. Bizar, hoor. Ik kon het niet rijmen met wat ik zelf dag in dag uit meemaakte of met hoe ik Marjorie zag omgaan met Nina. Over de klachten die er over haar waren, kan ik dus weinig zinnigs zeggen.

Turnen is de perfectie nastreven. Dat komt niet vanzelf. Je moet tot het uiterste gaan. Ik wíl dat de trainers hard zijn. Onze trainingen zijn zwaar – het is tenslotte topsport – maar zeker niet overdreven. Er wordt best veel gelachen in de zaal. Ik zou me niet zo afbeulen als ik me nooit amuseerde.

Is er nog ruimte voor interesses buiten het turnen?

Verkest: Weinig. Ik bak graag dessertjes, al kan dat uiteraard ook niet te vaak. Mijn zussen spelen piano en ik tokkel af en toe mee als ze zin hebben om mij iets te leren. Daarmee zijn we al ongeveer uitgepraat. Een dag heeft maar 24 uur. Na de training is het: studeren, eten, een halfuurtje televisiekijken en mijn bed in.

Onze harde trainingen spreken het meest tot de verbeelding, maar eigenlijk is de school even zwaar. We hebben maar half zoveel les als andere leerlingen, maar we zien toch het hele lessenpakket. Daar moet je voor doorperen. Ik ben van plan om verder te studeren, al weet ik nog niet in welke richting. Het plan is om daar te komende jaren achter te komen.

In jouw generatie leven de klimaatmarsen sterk. Heb je meegedaan aan de schoolstakingen?

Verkest: Nee. De manier van actievoeren wrong bij mij: naar school gaan is belangrijk. Het klimaat is een cruciaal onderwerp, maar ik heb het gevoel dat ik er op eigen houtje niet veel aan kan doen. Oké, ik laat de lichten niet branden en de verwarming moet uit als ik naar buiten ga, maar dat zijn kleinigheden. Daarmee komen we er niet. Ik snap best waarom mijn generatiegenoten bang zijn voor de toekomst. Als je de voorspellingen mag geloven, komt er iets op ons af. Maar ik moet bekennen dat ik zelf niet de tijd of de zin heb om er veel mee bezig te zijn.

Mag in de kerstperiode de riem eraf?

Verkest: We krijgen één week vakantie tussen Kerstmis en Nieuwjaar. Op 2 januari vertrekken we op stage. Ik wil me daar niet belachelijk maken, dus het wordt toch inhouden bij het kerstdiner. We gaan op stage naar Réunion, als dat tenminste mag doorgaan.

Zijn de turnzalen beter op een tropisch eiland?

Verkest: We gaan daarnaartoe om hard te trainen, maar als we daar toch zijn, kunnen we gelijk ook van het zonnetje genieten. (lacht) Vaste prik op stages is een grote trektocht door de bergen: een van de hoogtepunten van het jaar. Het is niet met zoveel woorden gezegd, maar dat het deze keer plaatsvindt op zo’n paradijselijk eiland zal een beloning zijn voor ons harde werk.

Wat mogen we je toewensen voor 2022?

Verkest: Veel plezier, want daar volgt alles uit. Als ik graag train, presteer ik goed. O, en wens me dat ik fit blijf. Ik heb een sterk gestel en heb nog nooit een ernstige blessure op- gelopen. Dat mag nog wel een paar jaar zo blijven.

Jutta Verkest

– 2005: geboren in Mechelen

– 2019: 6e op de brug met ongelijke leggers op het Europees Jeugd Olympisch Zomerfestival

– 2021: 10e op het EK allround, 8e op de teamfinale en 23e op de allroundfinale op de Olympische Spelen

Partner Content