Topmagistraat Delmulle wil nieuwe wetgeving tegen spionage

Johan Delmulle bij de openingszitting van het gerechtelijk jaar in 2015, 1 september 2015. © Belga
Kristof Clerix

In zijn toespraak op de openingszitting van het gerechtelijk jaar pleitte de Brusselse procureur-generaal Johan Delmulle ervoor om de wetgeving om spionagemisdrijven te vervolgen aan te passen aan de hedendaagse realiteit.

Al meer dan een halve eeuw is België een trekpleister voor buitenlandse geheime diensten. Dat spionage echter géén relict is uit de Koude Oorlog, blijkt uit tal van recente Belgische cases.

Ons wettelijk strafarsenaal om spionagemisdrijven te vervolgen is zeer gedateerd.

Johan Delmulle, Brusselse procureur-generaal

Johan Delmulle verwees in zijn mercuriale onder meer naar de veroordeling in eerste aanleg van een Brugse consul die een kwarteeuw lang contacten zou hebben gehad met Russische geheime diensten. Hij citeerde ook het proces tegen een Russisch spionnenkoppel dat op clandestiene wijze de Belgische nationaliteit had verworven. Verder verwees Delmulle naar de aanhouding in april 2018 van een Chinese burger die in de Verenigde Staten voor economische spionage was veroordeeld -minister van Justitie Koen Geens (CD&V) moet nog beslissen over zijn uitlevering. En ook de vroegere Catalaanse minister-president Carles Puigdemont passeerde de revue. In februari 2018 diende zijn entourage klacht in bij de politie van Waterloo nadat ze een tracker onder zijn wagen hadden ontdekt.

‘Ik wou deze praktijkvoorbeelden even aanhalen, niet alleen om duidelijk te maken dat spionage in België en Brussel niet iets virtueel is maar concreet aanwezig is’, aldus Delmulle. ‘Maar ook om aan te tonen dat ons wettelijk strafarsenaal om spionagemisdrijven te vervolgen zeer gedateerd is -sommige artikelen dateren van vóór de Tweede Wereldoorlog- en aangepast dient te worden aan de hedendaagse maatschappij en de realiteit.’

Eigentijdse invulling

Delmulle argumenteerde dat het Openbaar Ministerie vaak moet teruggrijpen naar artikelen van het Strafwetboek die niet onmiddellijk in het leven werden geroepen om spionagepraktijken te kunnen bestrijden. Delmulle: ‘Denk aan bendevorming of inbreuken op de telecommunicatie-wetgeving. Het uitgangspunt dat spionagemisdrijven politieke misdrijven zijn en dus voor het hof van assisen moeten worden gebracht, is eveneens achterhaald en naar kosten-baten en efficiëntie niet langer te verantwoorden. Het is met andere woorden tijd om de relevante wetsartikelen in ons Strafwetboek een meer eigentijdse invulling te geven. De geplande hervorming van het Strafwetboek is daartoe een goede gelegenheid.’

Persvrijheid

Delmulle stelt concreet voor om de ‘bekendmaking aan derden’ van informatie waarvan de bekendmaking een land of een internationale organisatie ernstig kan schaden strafbaar te stellen. Idem met info die het wetenschappelijk-economisch potentieel of de ‘politieke, constitutionele, economische of sociale basisstructuren’ van een land of een internationale organisatie ernstig kan ontwrichten of vernietigen.

‘Om het even wie die derden zijn’, aldus Delmulle. ‘Dat kan een vreemde mogendheid zijn of een persoon die handelt in het belang van die mogendheid, maar evengoed een persoon die onbevoegd is deze te ontvangen of er kennis van te nemen.’

In hoeverre zo’n nieuwe wetgeving mogelijk een impact zou kunnen hebben op de persvrijheid, zal nog moeten blijken uit de precieze formulering.

Ruimer dan spionage an sich verwees Delmulle ook naar de 007-activiteiten van buitenlandse inlichtingendiensten op Belgisch grondgebied.

007-activiteiten

Delmulle pleit ervoor om zowel het misdrijf zelf, als de poging en de voorbereidende handeling ervan strafbaar te stellen. ‘Uiteraard zou ook het ontvangen van deze voorwerpen, plannen, documenten of inlichtingen strafbaar moeten zijn. Tot slot zou ook het lidmaatschap van een vereniging met het oogmerk om een spionagemisdrijf te plegen, moeten kunnen worden vervolgd.’

Ruimer dan spionage an sich verwees Delmulle ook naar de 007-activiteiten van buitenlandse inlichtingendiensten op Belgisch grondgebied. ‘Het ontwikkelen van activiteiten ten behoeve van een inlichtingendienst van een vreemde mogendheid op het Belgische grondgebied, zonder medeweten van de Staatsveiligheid, verdient een afzonderlijke strafbaarstelling, wil men paal en perk stellen aan bepaalde uitwassen van vreemde inlichtingendiensten op dat domein op ons grondgebied.’

Diplomatiek centrum

Dat België -en met name hoofdstad Brussel als gaststad van de NAVO en EU- een magneet vormt voor buitenlandse geheime diensten is geen geheim. Logisch ook: België huisvest onder meer 189 bilaterale ambassades en 96 permanente vertegenwoordigingen bij internationale organisaties (55 bij de EU, 41 bij de NAVO). ‘Na Washington is Brussel de tweede belangrijkste zetel van diplomatieke vertegenwoordigingen ter wereld’, aldus Delmulle.

De Brusselse procureur-generaal citeerde nog meer cijfers om dat punt te maken. ‘Liefst 21.540 Europese ambtenaren werken in Brussel. En niet minder dan 65.000 personen zouden in België een zogenaamd “bijzonder statuut” genieten -zoals diplomatieke en consulaire onschendbaarheid. Ambassades zijn al van oudsher bastions van spionage.

In juni waarschuwde voorzitter Guy Rapaille van het Comité I (dat de Belgische inlichtingendiensten controleert) in zijn afscheidsinterview in Knack nog voor de activiteiten van Rwandese, Turkse, Marokkaanse, Spaanse en Russische geheime diensten op Belgisch grondgebied.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content