Terreurexpert Peter Knoope over groeiend generatieconflict: ‘Ouderen worden ontmenselijkt’
Wereldwijd laaien er dezer dagen generatieconflicten op. ‘Wanneer mensen zich bedreigd voelen, wordt er een zondebok gezocht’, zegt terreurexpert Peter Knoope. ‘Het gevolg is dat ouderen, die nochtans het slachtoffer van de coronacrisis zijn, tot dader worden uitgeroepen.’
‘Veel ouderen zijn ontzettend angstig. Niet alleen omdat ze weten dat ze in deze coronatijd dood kunnen gaan van het eerste het beste bezoekje aan de winkel, maar ook door de manier waarop er in de media over hen wordt gepraat’, zegt de Nederlandse terreurexpert Peter Knoope. ‘Er zijn stemmen in de samenleving – vooral in Nederland dan – die hen oproepen om zich op te offeren voor de vrijheid van jongere mensen. Sommige ouderen voelen zich schuldig en trekken zich steeds verder terug in hun eigen kleine wereldje. Die communicatie is niet alleen traumatiserend voor henzelf, ze is ontwrichtend voor de hele samenleving.’
Vandaar dat Knoope, zelf een zeventiger, in zijn pen kroop toen de Nederlandse cultuurfilosoof Ad Verbrugge onlangs in een interview met de krant NRC Handelsblad zei dat het hem beter en rechtvaardiger lijkt om kwetsbare groepen, zoals ouderen, ‘in een zo gesloten mogelijk, beschermende kring van zorg te brengen’. De extra overlijdens die het virus onder ouderen veroorzaakt, moeten we volgens hem gewoon accepteren. ‘Was het alleen Ad Verbrugge geweest die zoiets beweerde, dan had ik misschien nog wel gezwegen’, zegt Peter Knoope. ‘Maar wat hij zei, paste in een hele keten van uitspraken die steeds verder escaleert en radicaliseert. Het begon vorig jaar tijdens de eerste coronagolf toen Telegraaf-columniste Marianne Zwagerman ouderen “dor hout” noemde. Het idee was dat het helemaal niet zo erg is als “dor hout” door het virus wat eerder wordt gekapt dan anders het geval zou zijn geweest.’
Ik wil de situatie van jonge mensen niet bagatelliseren, maar ik heb niet de indruk dat er voor die groep heel veel aan de hand is.
U voelde zich aangesproken?
Peter Knoope: Natuurlijk. Met dat dorre hout bedoelde ze duidelijk mensen zoals ik, maar bijvoorbeeld ook Mick Jagger, Nancy Pelosi of Joe Biden. Iedereen die vóór 1950 geboren is. Zwagerman bleek ook niet de enige te zijn die er zo over denkt. Al snel werd haar redenering overgenomen door psychiaters en filosofen die ouderen opriepen om zich op te offeren. In hun ogen moet je als oudere bereid zijn om te sterven zodat jonge mensen minder last zouden hebben van de crisis. Alsof dat nog niet erg genoeg was, ging Ad Verbrugge nog een stap verder door te beweren dat we al die sterfgevallen onder ouderen gewoon maar moeten accepteren. Hij vindt dus – ik gebruik heel bewust heftige bewoordingen – dat we ouderen maar naar de slachtbank moeten brengen. Toen ik dát las, moest ik vanuit mijn vakgebied wel reageren.
Wat hebben die beweringen over ouderen met uw expertise op het vlak van terrorisme en radicalisering te maken?
Knoope: Heel veel. Zowel bij terrorisme als bij de generatieconflicten die we nu overal zien opduiken, speelt het zogenaamde SCARF-model van de Amerikaanse neurowetenschapper David Rock een belangrijke rol. Rock schuift vijf factoren naar voren die ons een gevoel van beloning geven als we ze hebben: status, zekerheid, autonomie, relaties en rechtvaardigheid. Als we een zekere autonomie en enige status hebben, er zeker van zijn dat we morgen nog een goed inkomen en een dak boven ons hoofd hebben, ons op relationeel vlak veilig voelen en ons rechtvaardig behandeld weten, geeft dat een goed gevoel. Maar als een van die factoren ontbreekt, voelen we ons meteen bedreigd. Dat is wat er speelt in samenlevingen waar terroristische organisaties een grote aantrekkingskracht hebben, zoals Mali, Somalië, Kenia en Nigeria. Een jongen die in de buitenwijken van Bamako leeft, heeft geen enkele status, weet niet hoe hij vandaag aan eten zal raken en heeft amper iets te zeggen over zijn eigen leven. Natuurlijk vindt hij dat heel oneerlijk. Vandaar dat veel van die jongeren zich bij terroristische organisaties aansluiten, want daar hebben ze wél status, en strijden ze samen met anderen voor een doel dat – toch in hun hoofd – rechtvaardig is. Datzelfde mechanisme is verantwoordelijk voor de radicalisering die we nu in België en Nederland meemaken door de coronacrisis.
Hoezo?
Knoope: Door de social distancing kunnen we amper nog relaties hebben, en onze autonomie is verregaand aan banden gelegd doordat we een heleboel dingen niet meer mogen. Ondertussen vallen allerlei zekerheden weg, want velen maken zich zorgen over hun baan en over de economie. Typisch voor zo’n situatie van grote stress waarin mensen zich bedreigd voelen, is dat ze op zoek gaan naar een schuldige – net zoals terroristische organisaties doen. Dat komt onder meer tot uiting in de toename van complottheorieën en rechts extremisme. Een voor de hand liggende zondebok is natuurlijk de overheid. Maar ook ouderen worden nu met de vinger gewezen.
Waarom net die groep?
Knoope: Wanneer een samenleving onder druk staat, leidt dat tot ontladingen die uitgesproken agressief kunnen zijn. Wie daar het slachtoffer van wordt, is soms eerder toevallig: het hangt af van de manier waarop er wordt gemobiliseerd. In Mali, bijvoorbeeld, doen terroristische organisaties dat op basis van religieuze scheidslijnen: ze viseren zogenaamde ongelovigen. Maar op dezelfde manier kunnen ook joden, homoseksuelen of ouderen de schuld krijgen. Of kijk naar de Verenigde Staten, waar de identitaire beweging veel navolging kent. Witte mannen geloven dat hun positie wordt bedreigd door immigranten die het land van hen zullen overnemen. Hoe groter de groep die angstig is en zich in het nauw gedreven voelt, hoe aantrekkelijker zo’n verhaal wordt. Het is geen toeval dat die ideeën vandaag ook in Europa aanslaan.
Ouderen “dor hout” noemen: dat is het ontmenselijken van de ander. Zo begint politiek geweld. Dat zie je ook keer op keer bij terrorisme.
Maar waarom richten sommigen zich dan nu tegen een uitgesproken kwetsbare groep als de ouderen, die nog meer door het virus wordt bedreigd dan zijzelf?
Knoope: Dat is inderdaad vreemd. Ouderen zijn eigenlijk het slachtoffer van de crisis, maar toch worden ze nu vaak tot dader uitgeroepen. Dat kun je vergelijken met de manier waarop meisjes – vandaag gelukkig al veel minder dan vroeger – soms de schuld krijgen van het seksueel geweld waarvan ze het slachtoffer zijn geworden. Dan zou je ook kunnen zeggen: laten we hen opsluiten, dan zullen ze niet meer worden verkracht. Op dezelfde manier zijn ouderen het slachtoffer van het virus. Ze kunnen er helemaal niets aan doen dat zij een veel groter risico lopen om erg ziek te worden of zelfs te sterven als ze besmet raken. Toch wordt vaak gedaan alsof het hun schuld is dat jongeren niet kunnen uitgaan en dat restaurants gesloten moeten blijven. Dat is een wel heel vreemde omkering van de werkelijkheid. Waarom gaan we als samenleving niet om de groep kwetsbaren heen staan om hun bescherming te bieden? Waarom kiezen we eerder de kant van de niet-kwetsbaren en maken we ons vooral zorgen over hen? Al die slimme mensen die ouderen oproepen om zich op te offeren, zouden beter eens over dát vraagstuk nadenken.
Ouderen zijn vandaag niet de enigen die het zwaar te verduren hebben. Hoewel veel tieners en twintigers onder de coronadruk dreigen te bezwijken, krijgen ook zij bakken kritiek.
Knoope:Ik woon vlak bij het Brusselse Ter Kamerenbos en ik kan u zeggen: als het niet regent, is het daar elke avond feest. Grote groepen jonge mensen komen er samen en hebben een leuke tijd. Tot er een politiewagen komt aanrijden om het feestje stop te zetten, tenminste. Ik wil de situatie van jonge mensen niet bagatelliseren, maar ik heb niet de indruk dat er voor die groep heel veel aan de hand is. Toch niet in de buurt waar ik woon. Natuurlijk is ook hun leven veranderd door de crisis, maar zij boeten veel minder aan status, zekerheid, relationele veiligheid en autonomie in dan de andere generaties.
Is het probleem niet dat we niet meer bereid zijn tot solidariteit met andere groepen in de samenleving?
Knoope: We zien inderdaad een afname van de capaciteit om solidair te zijn en empathisch te reageren. Maar het is meer dan dat: zoals vaak gebeurt met zondebokken, worden ouderen in de communicatie ontmenselijkt. Ze zijn geen mensen meer, maar ‘dor hout’. Daardoor is het ook niet meer echt een mens aan wie je vraagt om zich op te offeren, en lijkt ook zijn eventuele dood minder erg. Dat is hoe politiek geweld begint: met het ontmenselijken van de ander. Dat zie je ook keer op keer bij terrorisme. Neem de daders van de aanslagen van 22 maart 2016 in Brussel. Vooraf hadden ze blijkbaar al een oefenmoord gepleegd. Ze hebben dus een mens gedood alleen maar om het eens te proberen. Zoiets kun je alleen doen als je het mens-zijn van die ander wegredeneert.
Is het generatieconflict waarover u het hebt door de coronacrisis ontstaan, of heeft het virus het alleen aan de oppervlakte gebracht?
Knoope: Het is al een tijd aan de gang, en niet alleen in Europa. Het is overduidelijk dat er wereldwijd generationele conflicten plaatsvinden. Alleen ben ik er nog niet helemaal achter waaróm dat gebeurt, en hoe ze met elkaar verbonden zijn. In West-Afrika, bijvoorbeeld, is de scheiding tussen de generaties een steeds grotere rol gaan spelen in de maatschappelijke fricties en het politieke geweld. Nochtans is het daar niet zo dat je je status verliest zodra je ouder wordt en met pensioen gaat. Integendeel, de machtsposities worden er nog altijd door ouderen ingenomen. In die culturen heeft iedereen ook altijd veel respect gehad voor zijn voorvaderen en voor alles wat hun vooraf is gegaan. Maar nu is dat aan het veranderen: de jeugd wil zich niet meer neerleggen bij de macht van de ouderen en komt in opstand.
Wat heeft die ommekeer veroorzaakt?
Knoope: Ik vermoed dat de opkomst van de sociale media een belangrijke rol heeft gespeeld. Daardoor krijgen jongeren toegang tot een heel andere wereld met andere waardestelsels en marktmechanismen. Ze hebben ook meer mogelijkheden om met tradities te breken, uit hun sociale sfeer te ontsnappen of te emigreren. Volgens mij is dat een van de redenen waarom ze zich tegen de traditionele machtspositie van ouderen gaan verzetten. Jihadistische organisaties spelen daar gretig op in, waardoor zulke generatieconflicten nog worden aangewakkerd.
In Europa kan de macht van ouderen toch niet aan de basis van generatieconflicten liggen? Veel mensen voelen zich al afgeschreven voor ze goed en wel met pensioen zijn.
Knoope: Bij ons is de oudere generatie inderdaad al lang uit de macht ontzet. Een ander verschil is dat jonge mensen in die Afrikaanse samenleving in de meerderheid zijn, terwijl het in Europa de groep ouderen is die almaar aangroeit. (denkt na) De manier waarop zowel de Nederlandse als de Belgische overheid nu al jarenlang over die vergrijzing communiceert, heeft onmiskenbaar bijgedragen aan het generatieconflict waarmee we vandaag worden geconfronteerd. Van bij het begin werd de vergrijzing ‘een groot probleem’ genoemd. Nu zal niemand ontkennen dat die evolutie op budgettair vlak een uitdaging vormt, maar het is gevaarlijk om ouderen de hele tijd te problematiseren. Door dat te doen, zet je binnen de kortste keren groepen in de samenleving tegen elkaar op. Zo is er een scheiding tussen oud en jong ontstaan, die in de coronacrisis is geëscaleerd en geradicaliseerd. Die tweedeling zal ook niet zomaar weer verdwijnen zodra we van het virus af zijn.
In Nederland worden projecten opgezet om ouderen en jongeren met elkaar in contact te brengen. Alsof het verschillende diersoorten zijn.
Kan dat op termijn impact hebben op de beleidskeuzes die worden gemaakt? Tijdens de eerste coronagolf waren er al opiniemakers die ervoor pleitten om jonge mensen systematisch voorrang te geven als er een tekort aan ziekenhuisbedden zou ontstaan.
Knoope: Toegang krijgen tot zorg heeft eerder met macht en geld dan met leeftijd te maken. Of denkt u dat ze een twintiger voorrang zullen geven als Mick Jagger een ziekenhuisbed nodig heeft? Ook toen Donald Trump covid-19 kreeg, was er niemand die zich afvroeg of hij nog wel genoeg levensjaren voor zich had om behandeld te worden. Natuurlijk niet: hij was de president van de Verenigde Staten. In grote delen van de wereld is goede gezondheidszorg trouwens in de eerste plaats toegankelijk voor wie geld heeft. In Brazilië is de beslissing over wie een ziekenhuisbed krijgt louter ellebogenwerk. Ook veel dichter bij huis, in Hongarije en Bulgarije, is dat het geval. Ik wil nog wel geloven dat men op het heel kleine stukje van de aardbol waar wij wonen heel zorgvuldig en op medisch-ethische gronden zal afwegen wie in geval van schaarste voorrang moet krijgen, maar in de grote boze mensenwereld werkt het helemaal niet zo. Daar draait het om geld en macht.
In Nederland ligt een wetsvoorstel op tafel dat het voor 75-plussers mogelijk moet maken om hun leven te beëindigen wanneer ze het voltooid achten. Tegenstanders vrezen dat ouderen zich op den duur schuldig zullen voelen als ze willen blijven leven.
Knoope: Dat is natuurlijk niet de intentie van de makers van het wetsvoorstel. Maar in een samenleving waarin voortdurend wordt benadrukt wat voor een groot probleem de vergrijzing wel is, lijkt het me niet ongevaarlijk om de term ‘voltooid’ met het leven van ouderen in verband te brengen. Onbewust registreren mensen dat, en leggen ze in hun hoofd een connectie tussen oud zijn en een voltooid leven hebben. Zulke ideeën kunnen dan een rol gaan spelen op het moment dat ze zich bedreigd voelen. Zoals nu we een crisis zonder weerga meemaken, en iedereen grote stress ervaart. Daarom roep ik columnisten, wetenschappers en politici op om heel voorzichtig te zijn met de woorden en beelden die ze gebruiken, en vooral niet mee te werken aan de demonisering van ouderen. Elke vorm van polariserende taal kan ernstige maatschappelijk ontwrichtende gevolgen hebben. In Nederland worden er nu al projecten opgezet om ouderen en jongeren met elkaar in contact te brengen. In welke samenleving leven we als we daar projecten voor nodig hebben? Alsof het twee verschillende diersoorten zijn. Terwijl het gewoon gaat om mensen die ooit jong zijn geweest en mensen die ooit oud zullen worden. Meer niet.
Peter Knoope
– 1949: geboren in Rotterdam
– Werkte in ontwikkelingssamenwerking in Tanzania, Kameroen en Senegal
– Was tot 2009 adjunct-directeur bij de Nationaal Coördinator Terrorisme-bestrijding (NCTb)
– Was hoofd van de Nederlandse missie naar Afghanistan
– 2014: wordt directeur van het International Centre for Counter-Terrorism in Den Haag (ICCT), is er nu senior visiting fellow
– Is visiting fellow aan het Institute for Justice and Reconciliation in Zuid-Afrika
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier