Vrije Tribune

‘Taalfaciliteiten ontzeggen Ronse tal van kansen: tijd om ze af te schaffen’

Vrije Tribune Hier geven we een forum aan organisaties, columnisten en gastbloggers

Aaron Demeulemeester is fractievoorzitter van N-VA in de gemeenteraad van Ronse. Hij vindt dat het tijd is om komaf te maken met de taalfaciliteiten van de stad.

Ronse is een complexe stad. Dat komt onder meer door de talenkwestie. Tweetaligheid, faciliteiten, taalhoffelijkheid, is het nu Ronse of is het Renaix? Als tiener heb ik nooit goed begrepen waarom die discussie zo vaak gevoerd werd, laat staan waarom ze soms verhit was. Nog steeds begrijp ik niet hoe mensen niet de maatschappelijke openheid hebben om verschillen talen te (willen) leren.

Voor mij is het altijd de evidentie zelve geweest dat meertaligheid je wereldbeeld kleurt. Mijn goede kennis van het Frans heeft mij na mij studies ook vooruit geholpen in mijn jonge loopbaan. Ik ben dus een grote voorstander van meertaligheid.

Maar dan wel van échte meertaligheid. In Ronse wordt dat tot mijn spijt nogal eens verengd tot ‘het recht om altijd en over enkel Frans te kunnen en mogen spreken’, of ‘het recht om altijd en overal enkel in het Frans geholpen te worden’. Ik hoor met verstomming Franstaligen die geen woord Nederlands spreken een boom opzetten over een tweetalig Ronse.

Taalfaciliteiten ontzeggen Ronse tal van kansen: tijd om ze af te schaffen

De taalfaciliteiten hebben altijd de verkeerde perceptie opgewekt dat Ronse een tweetalige stad is. Dat je het hier dus wel redt met enkel en alleen het Frans. Men verwacht altijd en overal bediend te worden in het Frans. Ja, de bediende van bpost, de West-Vlaamse visboer en huis-aan-huisverpleegster kunnen wel een mondje meepraten. Maar Ronse is een Vlaamse stad, met sinds 1963 toegekende taalfaciliteiten voor Franstaligen. Met een uitdovend karakter, om het deel Franstaligen van toen de kans te geven zich te integreren en Nederlands te leren.

De bijzondere taalregeling werd echter in de grondwet gebetonneerd met de staatshervorming in 1988. Nu het ’tijdelijke karakter’ werd ondergraven, viel elke verplichting tot integratie weg. De Franstaligen hebben echter het recht -telkens op aanvraag- documenten in het Frans te bekomen.

Elke nieuwe Franstalige inwijkeling of kind -geboren in een gezin waar enkel Frans gesproken wordt- leeft zodus in Ronse met de illusie dat Nederlands leren en spreken eigenlijk niet hoeft. Tenzij zij taalhoffelijkheid hoog in het vaandel dragen. Op de eerste plaats voor zichzelf.

Maar enkel Franstalig is dus niet tweetalig. Waarom vergeten sommige Ronsenaars (nieuwe incluis) het Nederlands?

Ook voor wie dat niet prettig vindt, geldt dat Ronse een Vlaamse stad is. En ja, mét Franstalige faciliteiten. Dat betekent dat het Nederlands de sokkel is waarop onze stad rust. Dat werd zo vastgelegd in 1963 en uiteindelijk grondwettelijk gebetonneerd in 1988. Die sokkel laat ons toe helder, duidelijk en efficiënt met elkaar te communiceren. En uiteraard hoeft die sokkel geen beperking te zijn, integendeel: laat vanop die sokkel meertaligheid groeien en bloeien.

Uitdagingen

Voor mij betekent dit geen emotioneel, pathetisch of romantisch flamingantisme. Wèl gezond boerenverstand, gevormd door een grote bezorgdheid over de socio-economische toestand van onze stad. Met het verdwijnen van de textielindustrie heeft onze stad te kampen met enorme socio-economische uitdagingen. De faciliteiten hebben hun aandeel in deze neerwaartse spiraal. We hebben, gelukkig, onze stad de afgelopen jaren in de goede richting zien evolueren. Toch blijven we voor een pak uitdagingen staan. We kunnen volgende waarheden niet negeren:

· 16,2% vroegtijdige schoolverlaters die het humaniora niet afwerken (juni 2015)

· Bijna 40% van de leerlingen in Ronse woont in een gezin waar de thuistaal niet het Nederlands is

· We hebben onaanvaardbaar hoge werkloosheidscijfers: 10,8% (november 2017 – tov 6,7% in Vlaanderen). Waarvan een hoge jongerenwerkloosheid: 23,1% (november 2017)

· Het gemiddeld inkomen is bijzonder laag (€ 27.005 tov 32.275 in Vlaanderen in 2013)

De essentie van mijn engagement is Ronse zien vooruitgaan. Bovenstaande cijfers en waarheden doen mij dus ongemakkelijk voelen. Want wie heeft in Vlaanderen – waar Ronse vooralsnog geheel en volledig in ligt – het meeste kans om werkloosheid te ontlopen of eruit te geraken? Ik antwoord daarop: diegene die het Nederlands beheerst, en daarnaast ook noties heeft van andere talen, bijvoorbeeld het Frans. Een Ronsenaar daarentegen die enkel Frans spreekt, beperkt zichzelf. Solliciteren in omliggende steden – Oudenaarde, Kortijk, Waregem, Gent… – is dan mogelijk een maat voor niets. Unitair Franstalige Ronsenaars pompen zelf de vijver halfleeg waarin ze kunnen vissen naar werk.

Sociale dimensie

Nog los van het pure economische argument, is er nog de sociale dimensie. Onze stad heeft nood aan overleg, verbondenheid en veel goede verstaanders. Communiceren met je buren, uitleggen hoe je over iets denkt, hoe je je voelt bij wat een ander doet: dat gaat een stuk eenvoudiger wanneer we overeenkomen dat we allemaal ons best doen om één en dezelfde taal te beheersen. Zonder goede communicatie geen sterk sociaal weefsel. Taal is nooit een uitsluitingsmechanisme, maar een bindmiddel om mensen, met een verschillende achtergrond, samen te brengen.

Terwijl Vlaanderen inzet op schaalvergroting om beter gewapend te zijn tegen de toekomstige uitdagingen, moeten wij vaststellen dat dit niet kan voor de faciliteitengemeenten.

De faciliteiten ontzeggen onze stad ook tal van kansen. Terwijl Vlaanderen inzet op schaalvergroting om beter gewapend te zijn tegen de toekomstige uitdagingen, moeten wij vaststellen dat dit niet kan voor de faciliteitengemeenten. Op die manier kunnen wij geen aanspraak maken op de financiële stimulans vanuit Vlaanderen. Ronse loopt daarmee een 13 miljoen euro mis. Middelen die we anders goed zouden kunnen inzetten. Zodus laat de federale regering, door het uitblijven van die ultieme grondwetswijziging die de verstikkende faciliteiten moet afschaffen, Ronsenaars op hun eiland, gedumpt in de uithoek van Vlaanderen. Een zaak van schuldig verzuim?

Het is dan ook meer dan terecht dat de gemeenteraad van Ronse op maandag 18 december 2017 in een motie aan de federale regering vraagt om de faciliteiten af te schaffen. Het zal politieke moed vergen om in te zien dat een dergelijke taalregeling een anachronisme is met, voor onze stad, grote maatschappelijke gevolgen. Er zal misschien meer dan 5 minuten politieke moed nodig zijn om deze knoop door te hakken. Wat is belangrijker een politiek compromis uit het verleden of de nefaste socio-economische impact vandaag?

Besluiten doe ik met de hoopgevende vaststelling dat ik rondom mij al zoveel goede voorbeelden zie. Jonge Ronsenaars die thuis nooit Nederlands spreken, maar zichzelf goed kunnen uitdrukken in die taal, dankzij hard werk en een open geest. Wanneer mensen hun best doen voor elkaar, dan schept dat meteen een band. Dat zie ik in mijn eigen zaak, dat zie ik in de sportclub. Liever Nederlands/Frans met haar op, dan een kaal taallandschap waarin iedereen in zijn taaltje opgesloten zit.

Aaron Demeulemeester is fractievoorzitter van N-VA in de gemeenteraad van Ronse.

Partner Content