Straffeloosheid bij haatdelicten: ‘Procureurs weten amper hoe ze die wetten moeten toepassen’

Jordi Vaquer (Open Society Foundations). © Miquel Coll

Volgens een nieuw rapport van het Europees Netwerk tegen Racisme (ENAR) laten agenten en procureurs in heel Europa vaak steken vallen in de vervolging van racistische haatdelicten. Jordi Vaquer, Europees directeur van Open Society Foundations trekt aan de alarmbel: ‘Het idee dat migranten een groter veiligheidsrisico vormen dan autochtone groepen moet op de schop.’

De subtiele vormen van racisme die het volledige strafrechtstelsel tekenen, leiden tot een hiaat in het rechtssysteem waarbij een ‘significant’ aantal haatmisdrijven niet als dusdanig wordt vervolgd, zegt het Europees Netwerk tegen Racisme (ENAR).

Wat haatdelicten onderscheidt van klassieke misdrijven is echter precies dat slachtoffers worden geviseerd wegens hun geaardheid, etniciteit, religie of beperking.

Volgens Jordi Vaquer, Europees directeur van Open Society Foundations, moet die justitiekloof tegen de achtergrond worden gezien van de bredere, aanhoudende aanslag op de fundamentele waarden van de Europese Unie.

Open Society Foundations is een van de grootste filantropische instellingen ter wereld en reikt wereldwijd beurzen uit aan individuen en groepen die de democratie en mensenrechten verdedigen.

De manier waarop politici racistisch geweld relativeren heeft een context geschept die de kans op haatmisdrijven vergroot.

Jordi Vaquer: Binnen de EU hebben we tegenwoordig regeringen die worden geleid of gesteund door spelers die gelijkheidskwesties, waar we het eerder collectief over eens waren geworden, in twijfel trekken. Spelers die de fundamentele waarden van de Europese Unie ondermijnen (menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, nvdr.). En antidiscriminatie, op grond van ras maar ook op grond van gender en seksuele oriëntatie, is zeker een van de waarden die onder druk staat.

Volgens het rapport van ENAR wordt een ‘significant’ aantal haatmisdrijven niet behoorlijk gedocumenteerd, onderzocht of vervolgd door politieagenten en procureurs. Wat zijn de maatschappelijke kosten van zo een leemte in ons rechtssysteem?

Vaquer: Ten eerste zorgt het voor een gevoel van straffeloosheid, in die zin dat sommige mensen haast de ideale prooi worden. Als je bijvoorbeeld een Romapersoon aanvalt in delen van Zuidwest-Europa is de kans dat je daarover verantwoording moet afleggen veel kleiner dan als je iemand aanvalt die deel uitmaakt van de meerderheidsbevolking. Dat beschadigt ook het vertrouwen van bepaalde gemeenschappen in rechtshandhavingsinstanties, het rechtsstelsel en overheidsinstellingen. Zij krijgen zo de indruk dat er een dubbele standaard heerst en dat sommige feiten minder snel worden vervolgd.

Tegelijkertijd zien we ook dat het discours rond rassengerechtigheid wordt misbruikt. De gedachte achter de wetten die haatzaaien en haatdelicten bestraffen, is dat sommige groepen buitengewoon kwetsbaar zijn, buitengewoon gemarginaliseerd worden en buitengewoon gediscrimineerd worden in onze maatschappij. Je perverteert die gedachte en ondermijnt het hele beschermingssysteem wanneer je dat omkeert en bijvoorbeeld beweert dat witte mannen óók worden gediscrimineerd.

In Italië is het aantal aanvallen op migranten in één jaar tijd verviervoudigd. In het Verenigd Koninkrijk zagen we tussen 2013 en 2018 een verdrievoudiging van het aantal haatmisdrijven tegen transgenders. Antisemitische haatmisdrijven zitten dan weer in de lift in heel Europa. Hoe verklaart u die opmerkelijke stijgingen?

Vaquer: De opruiende en minachtende taal die politici hanteren en de manier waarop ze racistisch geweld relativeren, heeft een context geschapen die de kans op haatmisdrijven vergroot.

Daarnaast zijn er zware tekortkomingen in de toepassing van de wetgeving die haatmisdrijven bestraft. In veel Europese landen weten procureurs amper hoe ze die wetten moeten toepassen en weten agenten niet hoe ze de delicten moeten documenteren.

Onze geheime diensten, politie, media en politici hebben de dreiging die uitgaat van witte suprematie en extreemrechts niet voldoende serieus genomen.

Bovendien is het in sommige landen verboden om persoonsgegevens te verzamelen over ras of etnische afkomst, waardoor het ook lastiger wordt om haatmisdrijven te documenteren, wat op zijn beurt meer aanleiding geeft tot een klimaat van straffeloosheid.

Tenslotte zien we een duidelijke ontaarding van het publieke debat rond die onderwerpen en het bijhorende taalgebruik. Hierbij worden minderheden als fundamenteel ‘anders’ gezien en vliegen de stereotypes over raciale en etnische minderheden in het rond, vooral online.

Is er volgens u een verband tussen de haatmisdrijven, de toenemende aanvallen op de rechtsstaat en democratie in landen als Polen en Hongarije en de opkomst van rechts-populistische figuren en partijen in verschillende EU-lidstaten?

Vaquer: Toen Matteo Salvini (van de extreemrechtse Lega, nvdr.) minister van Binnenlandse Zaken was in Italië vonden fascistische groeperingen dat ze vrij spel hadden om bijvoorbeeld Romafamilies te intimideren in Rome. In het oosten van Polen werd een Pride-optocht deze zomer dan weer aangevallen door een extreemrechtse tegenbetoging.

Dat zijn geen geïsoleerde incidenten. Het zijn groepen die zich gemachtigd voelen omdat hun discours, hun kijk op de wereld openbaar werd gemaakt, werd gelegitimeerd, door de regering of oppositie in dat land.

Als je dan bedenkt dat er wordt geknaagd aan de onafhankelijkheid van rechters in Polen en Hongarije en dat de overheden er ontzettende discriminatoire maatregelen hebben ingevoerd, bijvoorbeeld ten opzichte van vluchtelingen, is er dubbele reden tot bezorgdheid. Want er is niet alleen sprake van misstanden; het toezicht van rechters op die misstanden wordt ook afgezwakt. Daardoor slinkt de kans ook op gerechtigheid.

De Hongaarse premier Viktor Orbàn heeft jullie voorzitter en oprichter George Soros tot grote boeman gemaakt. Als Jood werd hij het mikpunt van wijdverbreide, antisemitische samenzweringstheorieën die stellen dat hij een ‘nieuwe wereldorde’ wil creëren met zijn steun voor mensenrechten, onafhankelijke nieuwsmedia, vluchtelingen en liberale democratie. Hoe heeft dit klimaat jullie eigen werking beïnvloed?

Vaquer: Het ergste wat we tot nu toe hebben meegemaakt is dat er in de VS een bom werd gestuurd naar onze voorzitter. Zelf hebben we ook al dreigbrieven ontvangen op ons kantoor. Maar wat ons het meeste zorgen baart is dat de begunstigden van de Open Society Foundations-beurzen of veronderstelde begunstigden, die ons niet eens kennen, ook in het vizier lopen. Ook zij ontvangen brieven waarbij beschuldigingen worden geuit in de stijl van: ‘Jullie stimuleren de invasie van Europa door moslims’, of nog: ‘Jullie helpen migranten hiernaartoe komen omdat George Soros jullie betaalt.’ Kortom, onvervalste en ernstige intimidatie. De brieven staan ook bol van typische antisemitische beeldspraak.

Het wordt tijd om politici die haat zaaien en racistische stellingen poneren te confronteren.

Hoe keren we het tij?

Vaquer: Onze geheime diensten, politie, media en politici hebben de dreiging die uitgaat van witte suprematie en extreemrechts niet voldoende serieus genomen. Zij hebben tot nog toe verondersteld dat gevaar en geweld doorgaans uitgaat van bepaalde religieuze groepen, in het bijzonder moslims, en dat migranten een groter veiligheidsrisico vormen dan autochtone groepen. Dat idee moet dus op de schop.

Daarnaast moet de wetgeving rond haatdelicten beter worden toegepast door procureurs, zoals ik al eerder aangaf. Dat zoveel haatmisdrijven niet worden gerapporteerd is een structureel probleem dat een institutionele oplossing verreist. Het wordt ook tijd om politici die haat zaaien en racistische stellingen poneren te confronteren. In het zuiden van Europa kan een politicus bijvoorbeeld zeggen dat migranten verantwoordelijk zijn voor een piek in hiv en aids zonder dat dat soort discriminatoire discours wordt betwist. Journalisten stellen hen geen vervolgvragen. ‘Klopt dat? Waar is het bewijs? Wat zeggen de data?’

Heeft u de uitslag van de meeste recente verkiezingen in België gevolgd? Heeft het sterke resultaat van Vlaams Belang in Vlaanderen u verrast?

Vaquer: Ik ben geen expert in Belgische politiek, maar de verkiezingsuitslag in Vlaanderen stemt tot nadenken en zou een waarschuwing moeten zijn voor alle centrumpartijen die in de verleiding komen om het discours van extreemrechtse partijen over te nemen. Want dat neemt extreemrechts de wind niet uit de zeilen. In tegendeel, het schuift het volledige spectrum van de nationale politiek op in hun richting. In feite geef je geeft zulke partijen de macht om het politieke beleid te sturen zonder dat ze een verkiezing hoeven te winnen. Dat is een verontrustende ontwikkeling. Ook al winnen ze de verkiezing niet en ook al maken ze geen deel uit van de regeringscoalitie, hun beleidsideeën krijgen toch uitwerking.

We hebben dit bovendien al ettelijke keren zien gebeuren in andere landen. Nicolas Sarkozy die het discours overneemt van Front National, een kleine Deense partij (de Deense Volkspartij, nvdr.) die erin slaagt om de volledige politieke agenda te domineren … Ik wil niet de indruk wekken dat België een uitzonderlijk geval is. Het levert eerder aanvullend bewijs voor iets dat we eerder hebben gezien in andere Europese landen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content