Spelmaker Geoffry Hairemans: ‘Antwerp hoeft voor niemand bang te zijn’

Geoffry Hairemans. © Wouter Van Vaerenbergh
Jef Van Baelen
Jef Van Baelen Journalist voor Knack

Met een galamatch tegen de landskampioen keert Royal Antwerp FC terug naar eerste klasse. Spelmaker Geoffry Hairemans, één dag havenarbeider en nu volksheld bij de Great Old, is niet bang. ‘Slaat onze motor aan, dan zal de tegenstand nog iets beleven met Antwerp.’

Wilt u horen hoe supportersgeluk klinkt, dan bevelen wij u het filmpje getiteld The Antwerp Tapes: RAFC-Lommel 2017 Die penalty op YouTube aan. Uit twintig hoeken valt te zien, en vooral ook te hóren, hoe Geoffry Hairemans Antwerp met een droge knal naar de eerste klasse trapte op zondag 26 februari.

Het was de slotmatch in de reguliere competitie van het seizoen 2016-2017. Antwerp moest winnen van Lommel, Lierse moest punten verliezen tegen Roeselare. Zo niet, dan zou de Antwerpse droom voor de zoveelste keer uiteenspatten. ‘Bij de rust geloofde niemand er nog in’, zegt Geoffry Hairemans over de dag die hem onsterfelijk maakte in Deurne-Noord. Lierse stond 1-0 voor, Antwerp kon maar niet scoren tegen een stug Lommel. ‘Hun keeper pakte alles. Tegen ons spelen doelmannen wel vaker de match van hun leven.’

Die zondag in februari zou het anders lopen. Tien minuten voor tijd ontplofte het stadion: Lierse had de gelijkmaker geslikt. Hairemans: ‘De Bosuil werd helemaal loco. Het stadion daverde, de mensen op de bank gingen door het lint. Ik had krampen, maar die waren door de adrenalineshot direct vergeten. Zoiets had ik nog nooit meegemaakt.’

En dan brak de 89e minuut aan. Antwerp-speler Fabien Camus werd gehaakt in het strafschopgebied. De ref floot, Hairemans’ moment brak aan. ‘Drie jongens waren aangeduid om te trappen: Tuur Dierckx, die al vervangen was, Joeri Dequevy en ik. Joeri keek dof uit zijn ogen. We hebben er zelfs niet over gediscussieerd. ‘Ik vlam hem wel binnen, jongen’, zei ik – met een zelfvertrouwen waar ik vandaag niets van begrijp. (lacht)

Het kampioenenfeest was wild – ik ben acht dagen niet thuis geweest

Een knal in de rechterwinkelhaak bracht Antwerp in extase. Geoffry Hairemans is sindsdien een volksheld. ‘Ik had de Bosuil al zien en horen juichen, natuurlijk. Maar deze vreugde kwam van een andere planeet. Ze zullen nog twintig jaar praten over die penalty. Het gevoel van de bal die tegen dat net plakt: ik zal het zelf nooit meer vergeten. Waarschijnlijk was dat het hoogtepunt van mijn carrière.’

‘Achteraf vroeg ik aan mijn ploegmaats of zij ook hadden willen trappen. “Ben je gek! Wij durfden zelfs niet te kijken!” (lacht) Wanneer ik de beelden terugzie, denk ik ook bij mezelf: “Verdorie, wat haal je je daar op de hals!” Voor hetzelfde geld had ik tegen de paal getrapt.’

Dat zou zelfs geen verbazing gewekt hebben: de laatste jaren was Antwerp de club waarvoor het keer op keer misliep.

Geoffry Hairemans: En die ene match heeft alles goedgemaakt. Plots hadden we het geluk aan onze kant. Lierse dat thuis gelijkspeelde tegen Roeselare, dat niets meer te winnen had: ook dat was een half mirakel. Zo’n scenario kun je niet voorzien.

Ik ben de man van de penalty, maar eigenlijk heeft ons publiek de beslissing afgedwongen. Omdat het stadion ontplofte, konden wij Lommel wegdrukken. De Antwerp-fan heeft die wedstrijd gewonnen.

Om te promoveren moesten we nog een dubbele finale winnen tegen Roeselare, maar we hebben geen moment gedacht dat het nog zou misgaan. Het feest achteraf was wild – ik ben acht dagen niet thuis geweest. (lacht)

Antwerp is voor u dan ook meer dan zomaar een werkgever.

Hairemans: Mijn moeder baatte een supporterscafé uit op twee straten van de Bosuil. Van kleins af aan telde voor mij alleen Antwerp. Mijn ooms hebben er gevoetbald, heel de familie heeft een abonnement. Ik verdien met voetballen de kost en moet het een beetje zakelijk bekijken, maar Antwerp zit in mijn hart. Alleen echte supporters begrijpen hoe zoiets voelt.

U bent te jong om de gouden jaren van de club te hebben meegemaakt. In 1993, bij de Europacupfinale in Wembley tegen Parma AC, was u nog een kleuter.

Hairemans: Daar heb ik al zo veel over gehoord dat het voelt alsof ik erbij was. (lacht) Zo gaat dat bij Antwerp: ze eren hun helden en vergeten een grote match niet snel. Maar als fan heb ik inderdaad alleen de misèrejaren meegemaakt.

Uw debuut bij Antwerp, bijna tien jaar geleden, verliep stormachtig.

Hairemans: Ja, dat is een gek verhaal. Ik was amper 17 en mocht één match meedoen bij de beloften. Uitgerekend op dat moment waren er bij de eerste ploeg veel geblesseerden, en de trainer kwam kijken welke jeugdspelers hij kon gebruiken. Tot ieders verbazing pikte hij mij eruit. Ik heb één week bij de A-kern getraind en mocht de volgende match al starten. Twee weken later kreeg ik een profcontract. Het was een droom. Het ging zo snel dat ik er niet bij kon stilstaan.

Geoffry Hairemans

– 1991: geboren in Antwerpen

– 2008: maakt zijn profdebuut bij Antwerp

– 2010: verhuist met zijn tweelingbroer Dimitri naar De Graafschap in Nederland

– 2012: ligt onder contract bij Lierse en wordt aan Turnhout en Heist uitgeleend

– 2015: keert terug naar Antwerp

– 2017: schiet Antwerp met twee beslissende strafschoppen terug naar de eerste klasse

Een halfjaar later verkocht de club me aan De Graafschap, uit de Nederlandse tweede klasse. Antwerp had geld nodig en een sterk debuterende jonge kerel ligt altijd goed in de markt. Het was niet mijn beste periode. Ik kreeg amper kansen om me te tonen, en mijn motivatie nam af. Ik at slecht, verzorgde me niet meer en zocht afleiding buiten het voetbal. Voor je het weet, ben je niet meer de speler die je was. Ik moest vaststellen: ‘Verdorie, de coach heeft gelijk dat hij mij niet ziet staan.’

Het was onvergeeflijk van me, maar aan de andere kant: ik was een tiener die voor het eerst het ouderlijke huis had verlaten. Ik miste de maturiteit om me tussen de profs recht te houden.

Ook uw tweelingbroer Dimitri speelde toen bij De Graafschap.

Hairemans: Tijdens mijn gesprekken met de club had ik laten verstaan dat ik liever niet op mijn eentje naar Nederland verhuisde. Toen ze hoorden dat Dimitri net zoals ik voetbalde, gaven ze ook hem een contract. Maar een echte kans om zich te bewijzen, heeft hij niet gekregen. Jammer. Hij voetbalt nu bij Berchem Sport, in de eerste amateurklasse.

De ene broer in eerste klasse, de andere bij de amateurs: leidt dat niet tot jaloezie?

Hairemans: Wanneer we ergens samen binnenkomen, gaat het vaak over mij en mijn carrière. Dat stoort Dimitri wel eens. Terwijl hij het natuurlijk óók fantastisch doet. Maar jaloezie? Die is er totaal niet. Dimitri gunt het me.

Bij De Graafschap heb ik mijn contract laten verbreken. Gelukkig waren de Belgische clubs niet vergeten hoe ik bij Antwerp gedebuteerd had. Lierse, in 2012 nog een eersteklasser, was geïnteresseerd. Ik moest inleveren, en dat deed ik met plezier. Maar het liep niet helemaal zoals ik had gehoopt. Ze leenden me uit aan kleinere teams en verlengden mijn contract niet.

‘Oké,’ dacht ik, ‘geprobeerd en mislukt. Dan maar een job zoeken en bijverdienen in de lagere voetbalreeksen.’ Ik kon aan de slag als havenarbeider. Midden in mijn eerste werkdag kreeg ik telefoon van Patrick De Cuyper, de ceo van Antwerp: ‘Heb je al een nieuwe club?’ Wat ik toen allemaal voelde … Het was onbeschrijflijk. Ik had het niet meer verwacht, hè. Mijn voetbaldroom was zogezegd voorbij.

Die avond zei ik tegen mezelf: ‘Je krijgt nu een nieuwe kans. Je wéét dat het je laatste zal zijn. Doe er alles aan om ze te grijpen.’

Waarop hoopt Antwerp bij de start van het nieuwe seizoen?

Hairemans: Een rustig jaar zonder in de problemen te komen zou al mooi zijn. Een beetje zoals Eupen, vorig seizoen: een paar toppers verslaan en voor de rest nooit met angst naar de rangschikking moeten kijken.

De fans praten al over Play-off I, maar daar is Antwerp niet klaar voor. Tenminste: dat dénk ik. Dat is zo spannend aan promoveren: je weet niet hoe jouw ploeg zich tot de andere zal verhouden.

Is László Bölöni een tandarts? Dan kunnen we maar beter allemaal goed flossen

De komende weken zal er misschien nog wat veranderen: Luciano d’Onofrio, de nieuwe manager van uw club, belooft straffe transfers.

Hairemans: Daar zijn we op aan het wachten. De kern wordt wellicht nog versterkt, en sowieso hebben een paar jongens te horen gekregen dat ze weg mogen bij een goed bod. Ik hoor geruchten over grote namen: Steven Defour, Dieumerci Mbokani. Zolang er niets getekend is, kun je die maar beter met een korrel zout nemen.

Welke indruk heeft Bölöni tot dusver op u gemaakt?

Hairemans: Hij heeft de reputatie streng te zijn, maar dat is ons nog niet zo opgevallen – hij heeft nog geen speler uitgekafferd of zo. Hij heeft veel natuurlijk gezag. Komt Bölöni binnen, dan vallen de gesprekken stil. En hij ziet snel hoe de vork in de steel zit. Hem zul je niets op de mouw spelden.

Van Standard-spelers hadden we gehoord: ‘Nadat je Bölöni hebt gehad, is geen enkele coach nog zwaar.’ Dat klopt helemaal. Fysiek was de voorbije voorbereiding de lastigste die ik al heb meegemaakt.

Hij is een gediplomeerd tandarts. Wist u dat?

Hairemans: Nee, dat is nieuws voor mij. Ik zal het straks tegen mijn ploeggenoten zeggen. We kunnen voortaan maar beter allemaal goed flossen. (lacht)

Uw eerste match speelt u tegen Anderlecht. Zij zijn kampioen en hebben serieus geïnvesteerd om te schitteren in de Champions League. Maar verliest u met 0-3, dan zal de kritiek niet mals zijn: voor Antwerp-supporters bestaan nuances niet.

Hairemans: Dat klopt. Als het goed loopt, zijn ze super. Valt het tegen, dan fluiten ze snel. Daar moet je tegen kunnen als je bij deze club wilt spelen. Zo vreemd is dat nu ook weer niet: álle supporters willen winnen. Hoe groter de club, hoe meer ze verwachten. En zolang je je truitje natmaakt, kunnen die van Antwerpen toch ook veel verdragen.

Dit is het perfecte moment om Anderlecht te treffen. Zij mikken op de play-offs en denken misschien: ‘Een club die promoveert, daar lukt het op halve kracht ook wel tegen.’ Afgaan mogen we in geen geval. Dan vrezen de fans misschien al vanaf match twee dat we tegen de degradatie zullen vechten. Met ons superkritische publiek is dat geen cadeau.

De kalender speelt ook in ons nadeel. We starten tegen Anderlecht, daarna spelen we uit tegen Gent en thuis tegen Genk. Dat zijn ploegen van kaliber die op het einde van dit seizoen weleens de top drie zouden kunnen vormen. Eigenlijk moet je dan blij zijn met een twee op negen. Maar een start met nog een paar puntjes extra zou comfortabeler zijn.

Ik geloof erin. De ploeg heeft kwaliteiten. Antwerp hoeft voor niemand bang te zijn.

Spelmaker Geoffry Hairemans: 'Antwerp hoeft voor niemand bang te zijn'
© Wouter Van Vaerenbergh

De Bosuil is sowieso bij elke competitiewedstrijd uitverkocht.

Hairemans: We hebben meer dan tienduizend abonnees. Dat is mooi. Ik hoop alleen dat ze niet afhaken zodra het wat minder gaat. Slaat de motor wél aan, dan zal de tegenstand nog iets beleven met Antwerp. Onze fans roepen de tegenstand doof.

Klopt het dat u een paar jaar geleden bijna voor Beerschot Wilrijk hebt getekend?

Hairemans: Ze waren geïnteresseerd, maar een concreet voorstel is er nooit gekomen. Zou ik erop ingegaan zijn? Ik weet het niet.

Uw grote concurrent voetbalt komend seizoen in de eerste amateurreeks. Onder de Antwerp-supporters zijn er twee kampen: sommigen wensen Beerschot naar de diepste kelder, anderen kijken verlekkerd uit naar een Antwerpse derby in eerste klasse.

Hairemans: Geef mij maar twéé derby’s in eerste: dat zijn zes punten in the pocket. (lacht)

Nee, die rivaliteit heb ik nooit helemaal gevat. Ik ben niet anti-Beerschot. Ik ben pro-Antwerp.

DE VOETBALJAARGANG 2017-2018 IN 7 VRAGEN

1. Wie is de beste aankoop?

Een (eenmalige) Rode Duivel naar België terughalen terwijl hij in de fleur van zijn carrière zit? Uiteraard is de transfer van Sven Kums (foto) tot hiertoe het kunststuk van de transferperiode. Anderlecht telt meer dan 6 miljoen euro voor hem neer. Drie jaar geleden zouden we daarvan omvergevallen zijn, in 2017 zijn zulke sommen normaal. Het gaat de Belgische clubs voor de wind. De televisierechten brengen meer op, en zelfs kleinere teams vangen onvoorstelbare transferbedragen, zeker als ze kunnen verkopen aan Engelsen of Chinezen. Everton heeft aan het bescheiden KAS Eupen 8 miljoen euro voor Henry Onyekuru betaald, waarna de Engelsen hem prompt aan Anderlecht uitleenden – en ze betalen zijn loon nog ook. De Premier League zit op zo’n berg geld dat de clubs het amper kunnen wegslepen. België pikt een graantje mee.

2. Wie is de slechtste aankoop?

Clubs kopen eigenlijk veel te veel, vanuit het principe: niet geschoten is altijd mis. Coaches werken dat fenomeen in de hand, want ze willen voor elke positie drie opties. Tot ze een veertigkoppige kern tevreden moeten houden. Antwerp roeit tegen de stroom in. De helft van de spelers heeft te horen gekregen dat ze mag beschikken, terwijl er geen vervangers zijn. Manager Luciano D’Onofrio speelt, als vanouds, hoog spel. De beste zaakjes doe je bij het sluiten van de transfermarkt, weet de gewezen makelaar. Sinan Bolat kreeg wél een contract op de Bosuil. Ooit was hij de rijzende ster bij Standard, maar de laatste vijf jaar heeft hij amper gespeeld.

3. Welke spelers zullen we missen?

Youri Tielemans verdient voortaan zijn brood in Monaco, en Landry Dimata verruilde Oostende voor Wolfsburg. De uittocht valt dit jaar mee – ook dat volgt uit de gespijsde bankrekening van onze clubs. Vanaf midden augustus zal er wellicht nog wel iets bewegen. Gouden Schoen José Izquierdo en topscorer Lukasz Teodorczyk beginnen de competitie in België, maar een truitje van hen kopen? Dat raden wij u af: tegen het sluiten van de transfermarkt spelen ze waarschijnlijk in het buitenland. Dé vraag is of ook Leander Dendoncker vertrekt. Als er absurde bedragen worden geboden, gaat Anderlecht geheid overstag.

4. Welke trainer wordt het eerste ontslagen?

Hopelijk heeft Philippe Clement een tuin met veel snoeiwerk, want de kans is klein dat een trainer bij Waasland-Beveren het seizoen volmaakt. Clement is er de negende coach in vijf seizoenen. Misschien kan Mircea Rednic hem opvolgen zodra de Roemeen zelf ontslagen is bij Moeskroen: hij en zijn bestuur hebben al serieus geclasht. Dat de Henegouwers zich vorig seizoen hebben gered, was een mirakel. Toch heeft het Rednic amper krediet opgeleverd.

5. Wie wordt kampioen?

Anderlecht komt versterkt uit de transferperiode en is de favoriet bij de bookmakers. Een verrassendere kanshebber is Racing Genk, vorig seizoen al swingend maar weinig efficiënt. Genk kocht Marcus Ingvartsen, de topschutter van Denemarken. Met Nikos Karelis en Mbwana Samatta hadden ze al twee van de beste spitsen uit de Belgische eerste klasse, en aan goede aangevers hebben ze evenmin een gebrek (Schrijvers, Trossard, Buffel, Naranjo, Vanzeir). De Limburgers smeden wilde plannen.

6. Wie wordt de revelatie?

Franko Andrijasevic (foto), winnaar van de Kroatische Gouden Schoen, lijkt het type speler dat een paar jaar geleden onhaalbaar was voor Belgische clubs: nooit telde AA Gent meer neer voor een transfer. Andere clubs die hun transferrecord braken zijn Racing Genk (Marcus Ingvartsen), KV Mechelen (Rob Schoofs) en Waasland-Beveren (Ryota Morioka).

7. Wie degradeert?

In de lagere regionen is een goede spits levensbelangrijk. Eupen deed een gouden zaak met Nicolas Verdier, maar Sint-Truiden, Moeskroen of Antwerp moeten bang afwachten of hun nieuwe spitsen de kansen wel afmaken. Ook KV Kortrijk blijft maar beter vanaf de eerste speeldag bij de les. Eind vorig seizoen presteerden de Kerels zo zwak dat de concurrentie dacht: ‘Hier móét omkoperij in het spel zijn.’ De Kortrijkse kern lijkt sindsdien amper versterkt.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content