Kan het Vlaamse theater zonder William Shakespeare?
Waarom willen jongeren nog Shakespeare spelen? Met die vraag heb ik me wat beziggehouden terwijl ik vorige zaterdag, tijdens het festival Love at first sight, naar Hamlet van Kuiperskaai zat te kijken. Het was geen al te beste voorstelling (‘rampzalige egotripperij’, was het oordeel van de vriend met wie ik was, maar dat vond ik een tikkeltje overdreven), en je hebt bij Shakespeare toch altijd het gevoel dat je de voorstelling al eens eerder zag. Nog voor Hamlet het podium oploopt, weet de hele zaal hoe het met hem en Claudius zal aflopen. Niet goed. Kuiperskaai legde wel eigen accenten – Gertrude kreeg wat meer aandacht dan anders – maar het acteurswerk was lang niet goed genoeg om daarvan een verrassende voorstelling te maken.
Shakespeare. Is er echt niets beters, of gewoon al eens iets anders?
Natuurlijk, het voordeel van Hamlet blijft dat het een geweldige tekst is. Enkele jaren geleden maakten Guy Cassiers en Tom Lanoye daarvan nog een sterke bewerking in het Toneelhuis. Hamlet werd toen door Abke Haring gespeeld. Er zijn, uiteraard, nog wel meer Shakespeares waarmee ik mij al heb geamuseerd in het theater. Risjaar Drei van Olympique Dramatique vorig jaar, Othello van Toneelgroep Maastricht, of alle bewerkingen van Ivo Van Hove. Het is dan ook zonder al te veel moeite mogelijk om elk seizoen in Vlaanderen drie stukken van hem te zien. Jan Decorte komt binnenkort ook met een bewerking van Hamlet.
Aldus, een voorstel van mijnentwege: de komende tien jaar geen bewerkingen meer van Shakespeare.
Want wordt hij werkelijk zo vaak opgevoerd omdat hij zo’n uitzonderlijk genie is, of zou het kunnen dat het nu eenmaal heel makkelijk en comfortabel is om een tekst van hem uit de kast te trekken? Zonder een zin te hebben uitgesproken, weet het publiek al wat het kan verwachten. Is er echt niets beters, of gewoon al eens iets anders? Deze zomer had The New York Times een canon opgesteld met de 25 beste Amerikaanse theaterteksten sinds Angels in America in 1991 in première was gegaan. De enige tekst die ik daarvan al in Vlaanderen opgevoerd zag worden, was Augustus ergens op de vlakte.
Ik heb niets tegen repertoiretheater. Au contraire, eigenlijk. Ik kijk liever naar een tekst waaraan geschreven is door een auteur, dan naar een collage die in elkaar is geknutseld door vijf acteurs. En Shakespeare was zonder de minste twijfel briljant. Maar ik heb het er nu wel een beetje mee gehad.