Seksisme in de politiek: ‘Geen stoel voor mij? Ik zou zélf opstappen’

Stephanie D'Hose (Open VLD) en Éliane Tillieux (PS). 'Toen ik naar voren stapte en mijn hand uitstak, vroeg de organisator: "En u bent van de catering?"' © Christophe De Muynck

De eerste burgers van het land, Éliane Tillieux (PS) en Stephanie D’Hose (Open VLD), maken in De Zondag een scherp statement: het Belgisch parlement moet het meest genderbewuste parlement van Europa worden.

Het is voor het eerst dat twee vrouwen het parlement leiden. Wat betekent dat?

Éliane Tillieux (voorzitster van de Kamer) : ‘Dat is symbolisch héél belangrijk. Mijn partij wou een signaal geven. Ik ben de eerste vrouw die de Kamer leidt, na 51 mannen! Het is ook voor het eerst dat er evenveel vrouwen als mannen in de regering zitten. Eindelijk weerspiegelt de politiek het beeld van de bevolking.’

Stephanie D’Hose (voorzitster van de Senaat) : ‘Ook mijn partij wou absoluut een vrouw. Ik ben daar fier op. Mijn carrière kan inspirerend werken voor jonge meisjes. Ik kom niet uit een bekende familie, ik ben geen wit konijn. Ik ben zélf opgeklommen vanuit de jongerenpartij. Wij zijn rolmodellen. Het belang daarvan is niet te onderschatten.’

Tillieux : ‘Loop eens rond in dit gebouw. Wat zal je zien? Standbeelden en schilderijen van mannen. Je krijgt zo onbewust het gevoel dat alleen mannen de hoogste posities kunnen bekleden. Dat moet veranderen.’

D’Hose : ‘Wij willen geen standbeelden verwijderen, maar we willen wel meer vrouwen in de verf zetten. Een voorbeeld. Het zal in december honderd jaar geleden zijn dat de eerste vrouw de eed aflegde in de Senaat: Marie Janson. We zullen dat vieren. Er zijn intussen veel stappen gezet, maar de strijd is nog niet gestreden.’

U wil van het parlement het meest genderbewuste parlement van Europa maken. Dat klinkt mooi, maar wat wil u dan anders?

D’Hose : ( op dreef ) ‘Stereotypen in vraag stellen. Het zijn vooral mannen die de commissies leiden. Het zijn vooral mannen die in de commissie Defensie zetelen. Het zijn vooral mannen die het hoge woord voeren over financiën. Dat heeft te maken met stereotypen en vooroordelen. Wij willen die doorbreken. Dat is één iets.’

Tillieux : ( pikt in ) ‘Het parlement moet ook moderner werken. De uurregelingen van vergaderingen bijvoorbeeld: die houden geen rekening met thuissituaties. Een vrouw met een kind: dat is bijna onmogelijk in het parlement.’

D’Hose : ‘Er bestaat zelfs geen zwangerschapsverlof voor parlementsleden. Kan u zich dat inbeelden?’

Met permissie, mevrouw D’Hose, maar een parlementslid kan simpelweg zes maanden thuisblijven zonder verlies van loon.

D’Hose : ‘Dat klopt en ook dat is niet normaal. Het moet een verhaal van rechten en plichten zijn. Wie zwanger is, moet kunnen genieten van de zwangerschap. Maar het kan niet zijn dat iemand zes maanden thuis zit met een simpel ziektebriefje. Beiden moeten aangepakt worden.’

Tillieux : ‘Let wel: de concrete verandering moet van de politiek komen. Wij zouden bijvoorbeeld graag een gendertoets invoeren voor elke nieuwe wet. Die moet nagaan of een wet discrimineert. Dat is echter onze bevoegdheid niet. Wij kunnen vooral bewustzijn creëren, vandaar dit interview, en de politiek stimuleren om iets te doen. We hebben daarom onze diensten gevraagd om een grondige genderscreening te maken van het parlement. Vervolgens zal een werkgroep aanbevelingen opmaken. Maar het is finaal aan de politiek om maatregelen te nemen.’

Hebt u seksisme ondervonden in de politiek?

D’Hose : ‘Meermaals. De voorbeelden zijn te pijnlijk om te publiceren. ( even stil ) Ik zal een minder pijnlijke vertellen. Ik heb enkele jaren voor minister Fientje Moerman gewerkt. Ik moest haar eens vervangen op een bijeenkomst voor ondernemers. Ik had een zwart broekpak aan en een witte blouse. Toen ik naar voren stapte en mijn hand uitstak, vroeg de organisator: En u bent van de catering? ( fel ) Dat kan me zó kwaad maken. Daarom ben ik nog meer overtuigd van wat Éliane en ik doen.’

Tillieux : ‘Herkenbaar wat u zegt. Toen ik minister was, gebeurde het dat buitenlandse gasten mijn kabinetschef begroetten met: Dag, meneer de minister . Dat is een mentaliteit, hé. Dat een vrouw aan de top staat, blijkt nog steeds abnormaal.’

Ik zou niet in die sofa gaan zitten. Ik zou dat niet aanvaard hebben.

Stephanie D’Hose

Hoe kijkt u naar #Sofagate? Is dat seksisme?

D’Hose : ‘Dat is zéker seksisme. Het was een opgezet én seksistisch spel van Erdogan. Maar ook Charles Michel (MR) heeft héél fout gereageerd. Hij had moeten rechtstaan en een extra stoel vragen. Punt. Ik kan begrijpen dat hij even blokkeert, maar dat hij dan niets doet, kan ik niet begrijpen. ( afgemeten ) Was ik Ursula Von der Leyen ( voorzitster van de Europese Commissie, red. ), ik was zelf opgestapt. Ik zou niet in die sofa gaan zitten. Ik zou dat niet aanvaard hebben.’

Tillieux : ‘Ik zou zelf een stoel gevraagd hebben. Het is schandalig dat daar geen drie stoelen klaarstonden. Dat is het beste bewijs van wat ik zeg. Vrouwen worden nog altijd niet gelijk behandeld in de politiek. En inderdaad, ook Michel treft schuld.’

D’Hose : ‘Dat is een blaam voor hem. Het zal hem blijven achtervolgen.’

U applaudisseerde mee, mevrouw Tillieux, toen Theo Francken (N-VA) een seksist genoemd werd in het parlement. Was dat uit overtuiging?

Tillieux : ( blaast ) ‘Ik wil dat verhaal toch eens uitklaren, als ik mag. Dat was in december na een nachtelijke zitting over het budget. Veel mensen waren écht moe. Theo Francken was Defensieminister Ludivine Dedonder (PS) aan het interpelleren. Dat mag. Maar hij herhaalde voortdurend dezelfde vragen. Maar écht voortdurend, hé. Het reglement verbiedt dat. Ik wou echter niet onmiddellijk ingrijpen. Ik was nieuw in de functie én ik ben een Franstalige socialist. Met andere woorden: een gedroomd slachtoffer voor iemand als Francken. Had ik hem het woord afgenomen, wat zou er dan gebeurd zijn? ( zwijgt even ) Terwijl ik bedacht wat ik zou doen, nam Vanessa Matz, Kamerlid voor CDH, het woord. Zij vroeg hem of hij ook zo zou reageren mocht de minister een man zijn. Ze kreeg applaus voor die interventie. En ja, ik heb mee geapplaudisseerd omdat het tijd was dat hij ofwel zweeg ofwel een andere vraag stelde.’

Vindt u dat seksisme van Francken?

Tillieux : ‘Neen, niet echt. Het was veeleer een politiek spel. Hij wou Ludivine Dedonder testen, denk ik. Ik heb hem nadien ook gesproken. Ik heb hem gezegd dat zijn gedrag ongepast was. Een parlementslid moet een minimum aan respect tonen tegenover een minister. Maar ik zal niet beweren dat hij dat deed omdat zij een vrouw is.’

Paul Cobbaert

Lees het volledige interview in De Zondag

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content