Rapport: ‘Leefloners en werklozen verliezen zwaar bij regeringsmaatregelen’

© iStockphoto
Rudi Rotthier

Bij de besparingsmaatregelen die de Vlaamse en federale regeringen hebben uitgevaardigd zouden de zwakste schouders helemaal niet buiten schot blijven. Mensen met een leefloon zouden per maand gemiddeld 59 euro minder overhouden dan in 2015, en werklozen gemiddeld 47 euro minder.

Dat stelt Decenniumdoelen 2017 in een rapport. De organisatie is naar eigen zeggen heel terughoudend geweest in de berekeningen. “We rekenen enkel algemeen geldende maatregelen mee en houden geen rekening met lokale verschillen. Bovendien kiezen we steeds voor de minst extra uitgaven, bijvoorbeeld voor wat water en elektriciteit betreft. We houden bovendien geen rekening met de verhoogde accijnzen voor diesel, tabak en alcohol. Ook houden we geen rekening met de lagere woonbonus of de woonlocatie, evenmin met extra kosten door wijzigingen in de ziekteverzekering, voor pro-deo advocaten, noch voor anciënniteitstoeslagen oudere werklozen… Kortom, we kijken enkel naar de directe effecten op het inkomen van de gezinnen”.

Decenniumdoelen 2017, een samenwerkingsverband dat ontstaan is op initiatief van onder meer vakbonden, mutualiteiten en organisaties voor armoedebestrijding, onderzoekt sinds 2015 de impact op de laagste inkomens van regeringsmaatregelen, zowel federaal als Vlaams.

Een hele resem maatregelen worden in het onderzoek verrekend, zowel maatregelen die kosten (Turteltaks, indexsprong, verhoogde bijdrage zorgverzekering, afschaffing gratis elektriciteit, duurdere kinderopvang etc.) als maatregelen die geld opleveren (verhoging van minima, stijging van de forfaitaire beroepsaftrek, resultaten van het sociaal overleg etc.).

Het effect van al die maatregelen wordt doorgerekend voor vijf types van huishoudens in een precaire situatie: een koppel gepensioneerden met minimumpensioen; een koppel met leefloon en twee kinderen ten laste; een koppel met drie kinderen waarvan een ouder voltijds werkloos is en de ander halftijds werkt aan het minimumloon; een eenoudergezin dat halftijds werkt; en een koppel waarvan een ouder voltijds werkt en de ander halftijds werkt, telkens aan het minimumloon.

Tax shift helpt voltijds werkende

“De eerste opvallende vaststelling”, aldus een perstekst, is dat bij deze vijf typegezinnen “enkel wie voltijds werkt de besparingen niet voelt. Voor de voltijds werkenden worden de besparingsmaatregelen in meer dan voldoende mate gecompenseerd door de tax shift. Deze compensatie stijgt bovendien: in 2015 werd deze nog niet gecompenseerd, in 2016 wel met 27 euro per maand en in 2017 reeds met 56 euro per maand”.

Rapport: 'Leefloners en werklozen verliezen zwaar bij regeringsmaatregelen'
© Decenniumdoelen 2017

Tegen 2019 zal dit gezin met een voltijds werkende volgens de berekingen van Decenniumdoelen 2017 160 euro per maand meer overhouden dan in 2015.

“Een tweede opvallende vaststelling is dat alle andere gezinstypes op een vergelijkbare manier de besparingen betalen”, als je hun inkomen voor dit jaar vergelijkt met 2015. Zij betalen minstens 41 euro per maand extra of gemiddeld 57 euro per maand extra. Drie van de vier verarmen weliswaar lichtjes minder dan in 2016, wat volgens het rapport een gevolg is van het recente interprofessioneel akkoord, dat de lage pensioenen en de werkloosheidsvergoedingen optrok.

“Een derde opvallende vaststelling is dat gezinnen die leven met een leefloon of met een werkloosheidsvergoeding het meest betalen: tot 75 euro per maand”.

Decenniumdoelen 2017 trekt het onderzoek vervolgens open naar een groter aantal typegezinnen, en komt tot volgende conclusie.

Sociaal gecorrigeerd? ‘Grote korrel zout’

“Gezinnen met een leefloon betalen maandelijks gemiddeld 59 euro aan de besparingen. Werklozen betalen iets minder dan gezinnen met een leefloon, met name gemiddeld 47 euro per maand. Gezinnen waar iemand halftijds werkt betalen eveneens de volle pot. Deze gezinnen krijgen noch sociale correcties noch compensatie door de tax schift. Jobs vormen met andere woorden niet zomaar een uitweg uit de armoede, integendeel. Deze gezinnen leveren maandelijks 41 euro in.”

Dat geldt onder meer voor alleenstaande ouders die deeltijds werken.

Gezinnen met een minimumpensioen leveren gemiddeld 40 euro per maand in.

In het algemeen zijn eenoudergezinnen, laaggeschoolden en mensen met migratieachtergrond “bijzonder kwetsbaar. Ook zij betalen de besparingen”.

Vlaams minister-president Geert Bourgeois zei in zijn verklaring bij de krachtlijnen van de begroting 2017: “We hebben telkens sociaal gecorrigeerd”. “De beschermde mensen, de mensen met een budgetmeter, betalen amper 25 euro op jaarbasis”, aldus Bourgeois, geciteerd in het rapport: “In elk van de maatregelen zijn er sociale correcties genomen.”

Ook “beschermde” gezinnen betalen echter volgens Decenniumdoelen 2017 voor de besparingen. “De Vlaamse sociale correcties zijn beperkt en zwakken bovendien af. De waterfactuur stijgt dit jaar voor alle gezinnen, voor beschermde klanten minimaal (3 euro), voor de andere klanten maximaal 45 euro. De kinderopvang stijgt met 1,08 procent voor alle gezinnen. Uit onze berekeningen blijkt dit voor gezinnen die kinderopvang nodig hebben zwaar om dragen. Naast deze berekende besparingen is de Vlaamse regering verantwoordelijk voor (hier niet berekende) besparingen zoals de hogere elektriciteitsfactuur, de hogere openbaar vervoerfactuur, …”

De uitspraak van de minister-president, aldus de perstekst, moet “met een grote korrel zout genomen worden”.

Lees ook het opiniestuk van Jos Geysels en Michel Debruyne, respectievelijk voorzitter en coördinator van Decenniumdoelen 2017: ‘De laagste inkomens blijven de federale en Vlaamse besparingen betalen’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content