Race Crombez-Tobback is al gelopen: ‘Pijnlijk dat geen 50 procent SP.A-leden wil stemmen’

Bruno Tobback en John CRombez (SP.A) © Belga

Het grootste deel van de SP.A-leden heeft al gestemd in de voorzittersverkiezingen. De race tussen John Crombez en Bruno Tobback is dus eigenlijk al gelopen. Wat zegt dat over de partij? Welke vraag moet nog gesteld worden? 3 vragen aan Knack-redacteur Walter Pauli.

In Knack van deze week schrijft u dat het grootste deel van de SP.A-leden hun stem al heeft uitgebracht. Is de race dan al gelopen?

Walter Pauli: ‘Wellicht wel. Dat komt door de verkiezingsprocedure: de SP.A-leden weten al van vorig jaar dat er verkiezingen aankomen tussen John Crombez en Bruno Tobback, veel SP.A-nieuwjaarsrepecties stonden al in dat teken. In de eerste maanden van dit jaar was er voortdurend nieuws over afdelingen die Crombez en nadien ook Tobback steunden. Daarna waren er interne debatten. De ‘kiesbrieven’ werden einde maart rondgestuurd: vanaf één april kan gestemd worden, en dat tot 12 juni.

Maar waarom zouden de SP.A-leden eigenlijk tot de tweede helft van mei of juni moeten wachten met het uitbrengen van hun stem? Ze kennen Tobback zowel als Crombez, ze weten wat ze (niet) kunnen en ook wel waarvoor ze (niet) staan. En dus stelt men op het partijsecreriaat (waar de stemmen verzameld worden) drie zaken vast.

Het blijft een pijnlijk feit dat geen vijftig procent van de SP.A-leden de moeite wil doen om te stemmen

Eén: er hebben meer leden dan ooit gestemd. Bij vorige voorzittersverkiezingen stemde zo’n 35 procent van de leden, nu is dat bijna 45 procent. Twee: dat de laatste weken relatief weinig nieuwe stemmen meer binnenkomen, nog zo’n honderd per dag. Als die trend zich doorzet tot de laatste dag dat kan gestemd worden, heeft ongeveer negentig procent van de SP.A’ers die wil stemmen, dat nu al gedaan. Vandaar de conclusie: tenzij het een close call wordt, waarbij elke stem telt, is de nieuwe SP.-A-voorzitter al een tijdje gekozen. Maar men weet het pas echt binnen een kleine maand, want pas dan worden de stemmen geteld. Maar wie de verkiezing alsnog zou willen beïnvloeden, lijkt eraan voor de moeite. En voor de beide kandidaten is een eindsprint inzetten ook geen echte optie meer.’

En drie, toch wel: het blijft een pijnlijk feit dat geen vijftig procent van de SP.A-leden de moeite wil doen om te stemmen in een nochtans als cruciaal voorgestelde voorzittersverkiezing. Het kan natuurlijk dat er meer mensen dan anders besloten heeft te wachten tot het einde om de stem uit te brengen, maar dan nog.

Wat zegt dat over de partij en over de leden?

Walter Pauli: ‘Positief is het natuurlijk niet. Lidmaatschap van een partij is toch een bewuste politieke keuze (of zou dat moeten zijn), een vorm van engagement. Eigenlijk zou men verwachten dat tachtig tot negentig procent van de leden de moeite doet om zijn stembiljet in te vullen: ze hebben maanden tijd, de port wordt betaald door de partij, men kan ook elektronisch stemmen. En toch: de helft van de SP.A’ers is of niet geïnteresseerd, of legt zich in het beste geval bij de meerderheid neer, of heeft geen mening (of vindt beide kandidaten even slecht – maar veel beter dan Crombez of Tobback heeft die partij toch niet meer in huis. Toch niet voor de manier waarop die partij het voorzitterschap wil invullen.)

Bruno Tobback (SP.A)
Bruno Tobback (SP.A)© BELGA

Wat echt verontrustend is, is dat dit beeld spoort met de conclusies van het grote kiesonderzoek van TNS. Dat was een uitgebreide bevraging, betaald door de grote partijen, van het hoe en waarom van de voorbije verkiezingen.

Daaruit bleek al dat de SP.A een bijzonder grijs en eigenlijk weinig gemotiveerd kiespubliek had. De voornaamste reden waarom kiezers socialistisch stemden, was de index. Verder hadden ze wel wat waardering voor de SP.A als de partij die de consument beschermt, die strijdt tegen de fiscale fraude en die de pensioenen en de woonbonus verdedigt. Maar de SP.A maakt geen verschil meer voor kiezers die geïnteresseerd zijn in milieu, verkeer, energie, werk of gezondheidszorg. Dat zijn allemaal thema’s waarvan de partijleiding denkt dat ze ‘socialistisch’ zijn.

John Crombez (SP.A)
John Crombez (SP.A) © BELGA

En de ethische standpunten die de partij innam (drugs, euthanasie) stootten zelfs kiezers af. De apathie van het SP.A-electoraat werd op de meest cynische wijze in de verf gezet door de bevinding dat zelfs de sluiting van Ford Genk de SP.A-kiezer niet meer of minder interesseerde dan die van Open VLD of N-VA. Het SP.A-electoraat stemde op 25 mei 2014 socialistisch ‘uit gewoonte’.

Knack schreef toen: “De SP.A heeft een magere boodschap, een klein publiek, weinig gemotiveerde kiezers en mediocre kandidaten – voorbij is de tijd van de ‘Teletubbies’.” Te vrezen valt dat daarbij moet staan: weinig actieve leden.

Vanzelfsprekend wordt dat één van de taken van de nieuwe voorzitter: ‘het machien‘ terug in werking krijgen. Ooit waren militanten het grote kapitaal van linkse en zeker sociaaldemocratische partijen. Maar in de drang naar partijvernieuwing is de SP.A haar oude basis kwijtgespeeld, zonder een nieuwe te vinden. Sommige SP.A’ers (Patrick Janssens voorop) dachten dat het eigenlijk zonder leden kon.

Daniël Termont
Daniël Termont© Belga

Men vergat dat leden en kiezers communicerende vaten zijn: partijen die het goed doen trekken leden aan, worden voortgestuwd door hun enthousiasme en leren van nieuwe inzichten – en van ‘meer meningen’ tout court. Waar geen nieuwe leden bijkomen, waar er integendeel een uittocht is, loert sclerose om de hoek: dezelfde mensen verspreiden voor hetzelfde publiek dezelfde boodschap. Als verkiezingen verloren worden, roept dat publiek dan: ‘Het moet anders’. Maar eigenlijk bedoelen ze meestal dat ze met de oude boodschap, zij het ‘anders’ gebracht, opnieuw aansluiting krijgen bij oude successen van de tijd van toen. Dat is hun gedroomde ‘verandering’.

Wie hij ook is: de nieuwe voorzitter heeft véél werk. En gemakkelijk zal het niet zijn, aanknopen met successen van weleer. Net zomin als de export van het succesvolle Gentse model naar heel Vlaanderen.’

Vanavond gaan Bruno Tobback en John Crombez in debat in de Vooruit in Gent. Welke vraag moet daar zeker gesteld worden?

Walter Pauli: ‘Er zijn er drie.

Die naar hun persoonlijke toekomst. Als John Crombez verliest: zal hij zich moedig blijven inzetten voor de SP.A, of kiest hij dan al voor een academische carrière in Gent? Wat met Bruno Tobback als hij verliest?

Wat met hun persoonlijke toekomst, hun programma en hun liefde voor het socialisme?

En wat als ze winnen? Zal Crombez ervoor zorgen dat Tobback in het Vlaams Parlement een prominente rol kan spelen in de oppositie tegen de regering-Bourgeois? Stel dat Tobback wint, blijft Crombez de (op één of twee na) belangrijkste SP.A-stem – de positie die hij had toen hij zich kandidaat stelde?

Ten tweede naar hun programma. In Samenleving en Politiek hebben beiden hun best gedaan om zowel de inhoudelijke als de programmatorische verschillen zwaar in de verf te zetten. Tobback is dan meer centrum en Crombez meer links. Organisatorisch gaat het bijvoorbeeld om de uitgestoken hand naar Groen, inhoudelijk…. Ja wat? Wat denken beide kandidaten bijvoorbeeld van de vluchtelingenproblematiek? Wat vinden ze van ‘werk’ en ‘activering’. Moet de pensioenleeftijd terug omlaag, zoals Elio Di Rupo (PS) wil? Mogen de arbeiders van Bosch in Tienen op hun 53ste op pensioen, zoals de vakbonden vragen?

En tenslotte over hun geloof in ‘socialisme’ – wat dat ook nog mag zijn. Wat Crombez en Tobback ook zeggen, ze moeten niet alleen afkomen met een programma. Ze moeten in de eerste plaats een boodschap brengen. Ze moeten niet alleen coherent overkomen, maar vooral oprecht en integer zijn. Ze moeten namelijk kiezers overtuigen en hun leden begeesteren. En ze mogen de occasionele waarnemer charmeren.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content