Politoloog Carl Devos: ‘Zelfs vrienden van me zouden de Wetstraat graag met tomaten bekogelen’

Carl Devos: 'Ik moet een lichte vorm van geciviliseerde opstand bij mijzelf onderdrukken.' © Hatim Kagat
Ewald Pironet

Een jaar na de verkiezingen van 26 mei 2019 is de federale regeringsvorming amper opgeschoten. Zelfs een bevoorrechte waarnemer als politoloog Carl Devos verliest er haast de moed bij. ‘Een slecht werkend minderheidskabinet met een parlement in lopende zaken tot 2024, dat kan toch niemand verdedigen?’

Zo diep zit het dus: een politoloog die stilaan zijn geloof in het politieke gebeuren heeft verloren – ‘maar niet in dé politiek’, preciseert Carl Devos (UGent). De coronacrisis heeft de zaken niet meteen verbeterd. Mensen zoals ex-premier Yves Leterme (CD&V) menen dat politici en partijen die duidelijk de leiding nemen in de strijd tegen corona vandaag de steun genieten van een grote meerderheid van de Belgen, en daarvoor beloond zullen worden in het stemhokje. Ook Carl Devos denkt dat het volk leiders wil die hun verantwoordelijkheid opnemen, maar hij vindt een Veiligheidsraad waarin een kleine groep alles beslist zeer ongezond in een parlementaire democratie.

Een kleine groep mensen die zo veel directe impact heeft op ons dagelijks leven, dat is ongezien in een democratie.

Carl Devos: Ik moet een lichte vorm van geciviliseerde opstand bij mijzelf onderdrukken. Ik heb het in toenemende mate moeilijk met de bestuurlijke aanpak van de coronacrisis. Ik mis een fundamenteel parlementair debat over de vraag of een lockdown wel de juiste methode is. Met alle respect, maar een handvol wetenschappers zegt vanuit een bepaald paradigma wat er moet gebeuren. En onze topministers durven die voorstellen niet fundamenteel ter discussie te stellen. Een pakket richtlijnen wordt dan in de Veiligheidsraad afgeklopt, we vernemen dat via een persconferentie, en vervolgens moet het hele land zich daarnaar schikken. Een kleine groep mensen die zo veel directe impact heeft op ons dagelijks leven, dat is ongezien in een democratie. En geen enkel parlementslid heeft dus geëist om daarover een volwaardig Kamerdebat te voeren. Ik zeg niet dat de huidige aanpak per se juist of verkeerd is, alleen discussiëren we daar onvoldoende over. Ik krijg wel eens politici aan de lijn die mij zeggen dat ook zij de aanpak van de coronacrisis niet goedkeuren, ‘maar Carl, je begrijpt toch dat we dat niet hardop kunnen zeggen?’

Het zit u hoog?

Devos: Ik kan er niet goed tegen hoe nu besluiten worden genomen: zonder debat en zonder dat je weet wat de adviezen van de wetenschappers precies inhielden. Dan krijg je toestanden zoals de bocht met de mondmaskers. Eerst waren ze van geen nut, nu zijn ze in bepaalde gevallen zelfs verplicht. Om dat te verantwoorden, wringen zowel de wetenschappers als onze politici zich in allerlei bochten. Waarom geven ze niet gewoon toe dat ze dit in het begin verkeerd hebben ingeschat? Het is niet erg om fouten te maken, al zal dan natuurlijk de vraag volgen: ‘Schatten jullie de toestand vandaag dan wél honderd procent goed in?’ Waarschijnlijk ook niet, natuurlijk.

En de coronacrisis is nog lang niet voorbij.

Devos: Precies. Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie zal het coronavirus nooit weggaan. Bovendien zou er de eerstvolgende jaren geen echt goed werkend vaccin beschikbaar zijn. Wat doen we als het virus in oktober opnieuw de kop opsteekt? Toch niet weer het hele land een lockdown opleggen? De mensen zullen dat niet pikken, en de economie stort dan helemaal in. Men zal iets anders moeten verzinnen. Maar waarom heb je wat je dan verzint niet in het voorjaar toegepast?

Als je zulke vragen stelt, krijg je onmiddellijk het verwijt dat je met levens speelt, dat de beste stuurlui aan wal staan, dat het niet het moment is om niet-constructieve kritiek te spuien of een gebrek aan burgerzin te etaleren. Het tribalisme dat onze politiek al een hele tijd in zijn greep houdt, heeft zich ook op het coronadebat geënt. Ofwel ben je fan van Marc Van Ranst, ofwel vind je hem een mediageile communist. Een middenpositie is blijkbaar niet mogelijk. De nuance is zoek.

De nuance is zoek? U bent zelf beenhard geworden voor de politiek. Uw columns in De Morgen hebben titels als ‘Het is “te vroeg” voor redelijkheid in dit land’, ‘Italiaanse toestanden’, ‘Partijen in ontreddering’, ‘De miserie van het Belgisch model’, ‘Rien ne va plus’ en ‘Van deze antipolitiek wordt u sowieso ziek’.

Devos:(zwaait met de armen) Stop, stop… Meer dan eens heb ik me al betrapt op een lichte weerzin tegen mijzelf als ik weer een zwartgallig stuk heb geschreven. Wanneer jullie die titels voorlezen, denk ik ook: mijn God, Carl. Toch ben ik mijn geloof niet kwijt. De meesten van onze belangrijke politici zijn best bekwame mannen en vrouwen. Maar er is natuurlijk een context die hen tegenhoudt. Ik vind dat onze politici zichzelf zouden moeten verplichten om over die obstakels te stappen, maar ze hebben altijd een reden om dat niet te doen.

Hoe kan ik dit uitleggen? Al een relatief lange tijd zijn regeringen niet goed in staat om te regeren, en zijn partijen niet meer in staat om nog een regering te vormen. Het voorbije decennium leefden we een derde in lopende zaken. In de top vijf van de langst durende regeringsvormingen uit de hele Belgische politieke geschiedenis staan de laatste vier verkiezingen – dus die van 2007, 2010, 2014 en 2019. De andere ereplaats wordt ingenomen door de ‘honderd dagen’ van Jean-Luc Dehaene in 1987. De kans is reëel dat we straks het wereldrecord van 2010-2011 zullen breken. Hoe zot is dat niet, als je weet dat men in 2010 in een eerste fase wel ongelooflijk veel tijd heeft besteed aan de staatshervorming? Toen is er tijdens de ellenlange formatie veel gebeurd: het emotionele dossier rond Brussel-Halle-Vilvoorde werd opgelost, er kwam een complexe staatshervorming tot stand met een nieuwe financieringswet, en uiteindelijk werd een regeerakkoord opgesteld dat een goede basis bleek voor de regering-Di Rupo (2011-2014). Je kon voor of tegen zijn, maar Di Rupo regéérde wel. Vanaf het begin van het kibbelkabinet-Michel, dus al sinds de herfst van 2014, zitten we in een lange periode van lamlendigheid, zonder veel vooruitzicht op beterschap.

Carl Devos: 'Ook bij veel politici heerst er een latent gevoel van ontgoocheling.'
Carl Devos: ‘Ook bij veel politici heerst er een latent gevoel van ontgoocheling.’© Hatim Kagat

Wat zijn daar de oorzaken van?

Devos: Het gaat verder dan ministers, voorzitters of politieke partijen. In de sociale wetenschappen kunnen we een aantal ontwikkelingen verklaren door een ‘agent-structuur-model’ te gebruiken. Verhinderen de structuren de agenten om te doen wat ze zouden kunnen doen? Of zijn het de agenten zelf die falen – omdat ze onwillig zijn, ijdel, jaloers, noem maar op?

Wel, in de loop der decennia is er in België een onontwarbaar kluwen gegroeid van instellingen en beslissingscentra die elkaar voortdurend dreigen te blokkeren. Om toch vooruit te kunnen, hebben onze politici een parallel commandocentrum opgezet: de particratie. In mijn lessen noem ik dat ‘de verkeerstoren van België’. In die toren zit de kleine club van de echte chefs van het land: de partijvoorzitters. Hun problemen zijn… zijzelf en hun eigen partijen. Die zijn gaan eroderen. De drie klassieke bestuurspartijen behalen vandaag geen 40 procent meer.

In de late jaren zeventig vertegenwoordigde de ‘junta der partijvoorzitters’ – socialisten en christendemocraten, plus de taalpartijen VU en FDF – nog bijna 85 procent van de inwoners.

Devos: Het is een teken dat de partijen in het commandocentrum de steun verliezen van de bevolking. In de verkeerstoren gaat het licht uit. Want de voorzitters ‘zijn’ ook hun partij. In onze particratie vallen agenten en structuren samen. Ze houden elkaar niet in evenwicht, en dus gaan ze ook samen failliet. Dat ’totale systeemfalen’ voltrekt zich vandaag voor onze ogen. Als de kopmannen moeten afstappen, staat het hele peloton stil.

Ik maak me zorgen over wat er in de plaats komt. Ik vermoed dat ik het niet meer zal meemaken, maar dat mijn verre opvolgers in de politologie ooit zullen schrijven: ‘Tussen 2010 en 2040 belandde de Belgische politiek in een intermezzo dat drie decennia lang bleef aanslepen.’ We bevinden ons volop in die transitieperiode. Iedereen weet dat er belangrijke, structurele hervormingen nodig zijn, maar het ontbreekt ons politieke model aan bestuurskracht. Voor een Vivaldicoalitie hebben we al acht partijen nodig, van Ecolo tot Open VLD. Wat voor regering komt daaruit, denkt u? Een coherente, doelgerichte ploeg? Ik denk het niet. Dat ligt dus niet aan onze partijen zelf, het hele partijlandschap is te versnipperd.

Ook in Nederland, Duitsland, Spanje, het Verenigd Koninkrijk, Italië en Frankrijk neemt de versnippering toe. Hoe wilt u dat onoplosbare probleem oplossen?

Devos: In de politicologie bestaan er boeken van meer dan 1000 pagina’s over de verschillende electorale systemen. Als je het aantal partijen in het parlement wilt verminderen, vind je daarin alle mogelijkheden terug. Het betekent wel dat je een kieswethervorming moet doorvoeren, en dan botsen we op een ander probleem. Wie moet die goedkeuren? De koninkrijkjes die straks verloren dreigen te gaan. De partijen moeten dan zichzelf opheffen. Iemand die nu de baas is van een partij die 10 procent behaalt, moet morgen tweede viool spelen in een partij van 20 procent. Niemand heeft daar zin in, geen enkele partij wil een hervorming waarin ze zelf één zetel dreigt te verliezen. Dus wordt elke vernieuwing van binnenuit geblokkeerd.

En u zei in het begin van dit gesprek dat u uw geloof in de politiek niet hebt verloren? Op 1 juli 2019 noteerde u al niet zonder bitterheid: ‘Het is nog maar een maand na de verkiezingen en de antipolitiek klotst alweer over de Wetstraatrand.’

Devos: Toen was ik inderdaad ontgoocheld. Ik voelde dat er nog altijd niets veranderd was in vergelijking met de laatste ongelukkige jaren van de regering-Michel. Sinds de verkiezingen hebben onze partijen nooit een bestand gesloten om het samen anders en beter te doen. De ezel stoot zich voortdurend aan dezelfde steen, dát gevoel heb ik. Onze politici hebben echt geen lessen getrokken uit de verwoestende effecten van ‘het kibbelkabinet’ op de publieke opinie. Het gebeurt all over again.

Magnette is veel krediet kwijt. Ik hoor N-VA’ers zeggen: “Als Di Rupo er nog was geweest, hadden we al een akkoord gehad.

Mensen voelen dat ook. Ik geef in het hele land lezingen, en het publiek bestaat dan uit politiek geïnteresseerde en dus per definitie niet-representatieve landgenoten – wie houdt zijn dinsdagavond nu vrij om twee uur naar een politoloog te luisteren? U kunt zich niet voorstellen wat voor harde en kritische vragen ik de voorbije maanden kreeg van dat nochtans erg gemotiveerde publiek. Een en al diepe ontgoocheling. Of ze nu links of rechts zijn, oud of jong, vrouw of man, West-Vlaming of Kempenaar, velen keren de politiek de rug toe.

Wordt u ook bevangen door zwartgalligheid? Begin maart schreef u, alsof het een vaststaand feit is, dat ‘velen politici het liefst met tomaten zouden bekogelen’.

Devos: SP.A-voorzitter Conner Rousseau, een aanwinst voor de politiek, zei dat hij vreesde dat men straks met stenen gaat gooien naar het parlement. Zelfs vrienden van me zouden de Wetstraat graag met tomaten willen bekogelen. Het grootste deel van mijn vriendenkring bestaat uit mensen die niets met het politieke milieu te maken hebben. Vroeger vroegen ze mij op feestjes en bijeenkomsten voortdurend naar mijn mening over de politieke actualiteit, en ik vond dat niet altijd even prettig: ‘We zijn hier niet op het werk.’ Tegenwoordig is niemand nog geïnteresseerd in wat ik doe. Mijn vrienden spreken vooraf af om het zeker níét over politiek te hebben: ‘Het mag plezierig blijven.’ (lacht)

Hebben onze politici geen andere grenzen overschreden? Tegenstrevers worden vijanden, akkoorden worden eenzijdig opgezegd. Louis Tobback (toen SP) zegt dat na het eigengereide ontslag van Leo Tindemans (toen CVP) in 1978 de hele Wetstraat tien jaar lang verziekt was door wantrouwen. Wie een akkoord afsloot, wist nooit of hij niet ter plaatse verraden werd. Heeft PS-voorzitter Paul Magnette ‘een tindemanske’ gedaan door zijn akkoord met Bart De Wever (N-VA) zonder overleg op te blazen?

Devos: Dat sluit ik niet uit. Een ongeschreven code in de Wetstraat is dat als leiders van partijen afspraken maken, ze die bij hun eigen achterban verdedigen en nadien ook uitvoeren. Magnette is geen tweederangsfiguur: hij leidt de grootste Franstalige partij en is eigenlijk de enige politicus die echt onmisbaar is bij de volgende regeringsvorming. Niet alleen de N-VA rekent Magnette zijn bocht zwaar aan, ook bij andere partijen heeft hij veel krediet verloren. Ik hoor N-VA’ers zeggen: ‘Als Elio Di Rupo er nog was geweest, dan hadden we al een akkoord gehad.’ Blijkbaar ziet Magnette dat in, want hij en De Wever hebben elkaar twee weekends geleden weer gezien. Al tien jaar lang raken de grootste Vlaamse en de grootste Franstalige partij niet meer samen in een regering. Ook dat verklaart waarom het Belgische consensusmodel zo sputtert. Als men wil dat de federale overheid nog presteert, moeten de twee grootste partijen elkaar vinden. Dat zou ook goed zijn voor Vlaanderen.

(op dreef) Maar als een generatie politici niet stopt met vooral naar zichzelf te kijken, maken ze zelf de politiek kapot. Neem de niet-verkiezing van Zakia Khattabi (Ecolo) tot rechter bij het Grondwettelijk Hof. De MR zou haar kandidatuur eerst steunen, maar kort voor de cruciale stemming trok voorzitter George-Louis Bouchez zijn gegeven woord in. Tegelijk kun je je ook vragen stellen bij de attitude van Ecolo-voorzitter Jean-Marc Nollet. Als zijn kandidate bij herhaling géén steun krijgt van de meerderheid van de senatoren, dan neem je dat signaal toch ernstig? Dan praat je toch met de andere partijen over hoe die impasse doorbroken kan worden? Maar nee, eigengereid bleef Nollet die kandidatuur verdedigen. Laten we eerlijk zijn: als partijvoorzitter van Ecolo was Khattabi een pittige dame die de confrontatie niet schuwde. Moest zij zo nodig meteen na haar actieve politieke carrière meedingen naar een functie bij het Grondwettelijk Hof? Was het niet verstandiger geweest een paar jaar te wachten? Dan had er geen haan naar gekraaid.

Carl Devos: 'Geen regering in september betekent: Control-Alt-Delete.'
Carl Devos: ‘Geen regering in september betekent: Control-Alt-Delete.’© Hatim Kagat

Het geruzie van het ‘kibbelkabinet’ is stilaan de gewone modus geworden in de Wetstraat.

Devos: Al sinds de aanloop naar de lokale verkiezingen van september 2018 staan de zenuwen gespannen. Een rechtstreeks gevolg daarvan was de val van de regering-Michel in december. N-VA-voorzitter Bart De Wever chargeerde met het Marrakeshmigratiepact in de hoop daarmee electoraal succes te boeken. En Michel stelde zich toen niet meer op als de eerste minister, maar als partijvoorzitter van de MR. Michel heeft niet geprobeerd om zijn regering samen te houden, maar isoleerde één regeringspartij, de N-VA. De premier ging niet meer voor het land, maar voor zijn eigen Franstalige kiezers. Er zijn dus twee mensen die vonden dat ze zich uit electorale overwegingen moesten profileren na de lokale verkiezingen, ten koste van de regering.

Bart De Wever vecht de laatste weken terug, maar het voorbije jaar was niet zijn fortuinlijkste.

Devos: Ligt dat niet vooral aan onszelf? Is onze blik op de figuur Bart De Wever niet veranderd sinds 26 mei, omdat hij plots niet meer de onoverwinnelijke winnaar was? Terwijl hij ook in recente debatten bewijst dat hij een van onze sterkste politici blijft, een echte klasbak, ook intellectueel gezien. Maar inderdaad, iedereen voelt dat hij een beetje paniekerig reageert, want hij vreest natuurlijk dat de N-VA in de oppositie belandt. Dat zou voor zijn partij nog erger zijn dan samen met de PS in een federale regering te moeten zitten. Want met het Vlaams Belang en de PVDA in de oppositie zitten is geen vooruitzicht om bij de verkiezingen in 2024 opnieuw wat winst te boeken. Daarom begrijp ik niet dat De Wever maar hard blijft uithalen naar de PS. Denkt hij echt dat hij zo de PS’ers, die al een virulente afkeer hebben van de N-VA, kan overtuigen om samen een regering te vormen?

Zonder echte regering heeft het ‘parlement van lopende zaken’ vrij spel. Onlangs schreef u dat deze Kamer ‘een gat in haar hand’ heeft. Voor alles is geld, van hogere mijnwerkerspensioenen tot geld voor iedereen die een ‘essentieel beroep’ uitoefent.

Devos: Het grote probleem is dat er geen begroting meer is. Sinds december 2017 heeft het parlement geen begroting meer goedgekeurd. We varen zonder budgettair kompas. Dan krijg je toestanden zoals nu: smijt een geweldige zak geld in het plenum, en elke partij en belanghebbende schart zo veel mogelijk mee voor zichzelf en zijn achterban. Zij die echt geld nodig hebben, klagen telkens: ‘Het is te weinig.’ De anderen denken intussen: het is toch maar mooi meegenomen.

Hoe doet Sophie Wilmès (MR) het? Kort voor de lockdown zei u: ‘Haar premierschap is de grote leegte.’

Devos: Ze heeft geen échte regering kunnen maken, niet? Ik hoor dat de premier niet de leidende figuur is in de Veiligheidsraad, en ook niet de persoon die in staat is om het compromis te formuleren. Maar men laat haar dat ook niet toe. Er zitten er minstens twee in de Veiligheidsraad die eigenlijk op haar stoel willen zitten en dat haast hardop denken. Als begrotingsminister in de regering-Michel had ze ook al geen indruk gemaakt: het tekort bleef maar oplopen, en niemand die zich een noemenswaardige actie van Wilmès herinnert om die evolutie te stoppen. Ik zou haar in een volgende regering – die niet door haar geleid zal worden – wel een kans geven om zich te bewijzen als vakminister. Anders lijkt het alsof ze alleen de coronamiserie mocht opkuisen, om dan plaats te moeten maken voor de heren van stand. Ze verdient beter dan Theresa May.

Komen er nieuwe verkiezingen in september?

Devos: Die kans is er zeker. Gezien de strijd tussen MR en Ecolo denk ik dat Vivaldi (liberalen, groenen, socialisten en christendemocraten, nvdr) niet meer mogelijk is. Dus blijft over: een regering met de PS en de N-VA, of verkiezingen. Een slecht werkend minderheidskabinet met een parlement in lopende zaken tot 2024, dat kan toch niemand verdedigen? Als er in september geen volwaardige regering is, dan is er geen andere keuze dan: Control-Alt-Delete.

Carl Devos

– 1970: geboren in Tielt

– 1993-2000: assistent bij de vakgroep politieke wetenschappen (UGent)

– 2000: doctor in de politieke wetenschappen (UGent)

– 2003: docent, vanaf 2018 gewoon hoogleraar politieke wetenschappen (UGent)

– 2014-heden: voorzitter van de vakgroep politieke wetenschappen (UGent)

– 2004-2007: hoofdredacteur Samenleving & Politiek

– 2008-2010: hoofdredacteur Res Publica

– Auteur van Een plattegrond van de macht (2019) en Democratie (2020)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content