‘Het Vlaanderen van vandaag ligt niet meer onder de knoet van de Franskiljons’, stelt Tom Garcia op 11 juli. ‘Misschien is het tijd om de Vlaamse feestdag uit de sfeer van loopgraven en nationale profileringsdrang te halen.’
Voor de klassieke Vlaamse Beweging is 11 juli een strijddag: tegen Belgische stilstand, voor meer autonomie, voor onafhankelijkheid zelfs. In Franstalig België wordt die dag dan weer vaak ervaren als een bedreiging, zeker vandaag nu Vlaanderen steeds meer de toon zet in het land.
Maar wat als we het anders bekijken, met een opener geest? Wat als 11 juli niet over strijd of dreiging gaat, maar over zelfbewustzijn, wederzijds respect en vruchtbare samenwerking?
De klassieke Vlaamse Beweging ziet in 11 juli nog vaak de symboliek van emancipatie en verzet. En historisch is dat begrijpelijk. Vlaanderen heeft zich decennialang moeten opwerken in een staatsstructuur die Franstalig, hiërarchisch en gecentraliseerd was.
Maar dat is intussen allang voorbijgestreefd. Het Vlaanderen van vandaag ligt niet meer onder de knoet van de ‘Franskiljons’. Integendeel: het is de economisch sterkste, bestuurlijk machtigste en cultureel meest zelfverzekerde regio van het land.
Vrees voor vervlaamsing
Aan Franstalige kant wordt 11 juli soms bekeken als het feestje van doorgeschoten nationalisten die Vlaanderen van België willen afscheuren. Door de groeiende economische en politieke macht van Vlaanderen komt daar nu ook de vrees bovenop dat België aan het ‘vervlaamsen’ is.
Sommige commentaren spreken zelfs letterlijk van de ‘flamandisation’ van België, alsof het een apocalyps zou zijn die het land uiteenrijt. Maar dat hoeft niet zo te zijn.
Vervlaamsing als gedeelde verantwoordelijkheid
Geen van beide defensieve reflexen houdt vandaag nog steek. Vlaanderen hoeft niet meer te vechten om gehoord te worden — het is al mee aan zet. En vervlaamsing betekent niet per se afwijzing van België, maar wél: verantwoordelijkheid opnemen. Economisch, beleidsmatig, cultureel.
Net die verantwoordelijkheid is ook in het belang van Brussel en Wallonië. Brussel toont hoe vervlaamsing ook verbindend kan werken: Nederlandstalige scholen zijn populair, Vlaamse cultuurhuizen trekken een breed publiek, welzijnsinstellingen draaien op volle toeren.
Vlaamse investeringen in de hoofdstad zijn geen kolonisatie, maar publieke dienstverlening.
Een feestdag zonder vijanddenken
Dat het vandaag niet goed gaat in Brussel, is duidelijk. De verloedering in sommige wijken en gemeenten neemt epische proporties aan. De schuldenberg groeit. Zonder Vlaamse inbreng zou Brussel er nog zwakker voorstaan — en dat erkennen is geen politiek statement, maar een feit.
11 juli mag dus gerust gevierd worden in Brussel: niet om er een vlag te planten, maar om een engagement te erkennen. Daarom is het des te schrijnender dat er nog altijd geen Brusselse regering gevormd is.
Enerzijds blokkeren Franstalige partijen door een irrationele afkeer van al te Vlaamsgezinde partijen. Anderzijds lijken de Vlaamse partijen — of tenminste hun hoofdkwartieren — geen enkele interesse te tonen voor wat nochtans ook hún hoofdstad is.
Misschien is het tijd om 11 juli uit de sfeer van loopgraven en nationale profileringsdrang te halen. De feestdag hoeft niet langer de dag te zijn van een Vlaamse ‘strijd tegen’. Ze kan de dag worden van Vlaamse kracht vóór: voor meer slagkracht, gedeelde modernisering, beleid dat werkt.
Vlaamse autonomie is geen bedreiging als ze wordt ingevuld met visie en openheid. In dat opzicht is vervlaamsing geen afscheid van België, maar een uitnodiging aan de andere regio’s om mee te hervormen, mee te investeren, en samen te bouwen aan een toekomst die werkt — ook in hun eigen voordeel.
Laat 11 juli een feestdag zijn, geen oorlogskreet. Vlaanderen mag fier zijn op wat het heeft opgebouwd, maar hoeft dat niet te doen ten koste van anderen. Integendeel: de sterkste regio’s zijn diegene die anderen sterker maken.
In die zin kan de Vlaamse feestdag méér worden dan een historische herdenking. Ze kan uitgroeien tot een dag van zelfbewuste solidariteit en welvarende vooruitgang. Niet alleen voor Vlaanderen, maar voor iedereen.
Tom Garcia is kernlid van Vista, een politieke beweging die een Vlaams sociaal-liberaal alternatief voorstaat, dat de particratie doorbreekt en de band tussen Vlaanderen en Brussel wil versterken.