Volgens econoom Bruno Colmant overschat de regering-De Wever de jobkansen van wie al jaren zonder werk zit. ‘Dit dreigt een armoedeschok te worden voor hele gezinnen.’
Het is een reusachtig sociaal experiment: vanaf 1 januari verliezen de komende twee jaar 190.000 langdurig werklozen hun uitkering als gevolg van de beperking van de werkloosheid in de tijd. De Arizona-regering rekent erop dat 30 procent van die langdurig werklozen aan het werk gaat. De Nationale Bank betoonde zich vorige week een stuk minder optimistisch in haar economische vooruitzichten voor de periode 2025-2028, en schat dat aantal de komende jaren op hooguit 10 à 20 procent. ‘Dat betekent dus dat het waarschijnlijk maar 15 procent zal zijn’, zegt de bekende Franstalige economieprofessor en opiniemaker Bruno Colmant. Hij waarschuwt voor een ‘sociaal drama’.
Vanwaar dat grote verschil tussen de voorspellingen van de regering en die van de Nationale Bank?
Bruno Colmant: Dat is een kwestie van realisme, denk ik. Kijk, een derde van die langdurig werklozen zal wellicht van de radar verdwijnen. Daarin volg ik de regering-De Wever. Het gaat om een best grote groep mensen die hun recht op een uitkering zullen verliezen of in huishoudens wonen met werkende partners.
‘Die mensen zijn gewoon niet in staat om te werken. Ze zijn volkomen ongeschikt voor de arbeidsmarkt. Dát is het probleem.’
Het aantal langdurig werklozen dat ook echt werk zal vinden, wordt door de regering sterk overschat. Het gaat om mensen die al jaren geen baan hebben. Ze zijn gewoon niet in staat om te werken. Ze zijn volkomen ongeschikt voor de arbeidsmarkt. Dát is het probleem. Werkloosheid gaat au fond niet over werk. Het gaat over burgerschap en deel uitmaken van de samenleving.
De meeste mensen die al jaren werkloos zijn, hebben volledig afgehaakt. De 10 à 20 procent over wie de Nationale Bank het heeft, zijn volgens mij dan ook voornamelijk jonge werklozen, mensen tussen 20 en 35 jaar oud. Zeker voor werklozen van 45 jaar en ouder wordt het veel moeilijker. De regering heeft ook geen enkele nieuwe fiscale prikkel ingevoerd om bedrijven aan te zetten om die oudere langdurig werklozen toch in dienst te nemen.
Zelfs in Wallonië zijn er toch heel wat openstaande vacatures in knelpuntberoepen voor kortgeschoolde mensen?
Colmant: Het is fictie dat langdurig werklozen de knelpuntbanen kunnen invullen. Neem het grote tekort aan vrachtwagenchauffeurs in België. Zal een werkgever kiezen voor een werkloze die al tien jaar niet meer met de auto rijdt, en waarschijnlijk ook geen rijbewijs C heeft, of voor een arbeidsmigrant uit Polen die onmiddellijk inzetbaar is?
De leeftijd van heel wat langdurig werklozen is dus ook een serieuze handicap in de zoektocht naar werk?
Colmant: Uiteraard. Van jonge werknemers verwachten bedrijven vandaag dat ze AI kunnen gebruiken en over technologische vaardigheden beschikken die vaak oudere langdurig werklozen niet hebben. Bovendien kan een werkloze met weinig toegevoegde waarde in de diensteneconomie worden vervangen door AI. In de Verenigde Staten zien we nu al dat in ongeveer alle sectoren de repetitieve, kortgeschoolde banen verloren gaan als gevolg van kunstmatige intelligentie.
Bovendien verwacht de Nationale Bank de komende jaren ook een zwakke economische groei en dito banencreatie?
Colmant: Op jaarbasis voorspelt de Nationale Bank dat de binnenlandse werkgelegenheid de komende jaren zal groeien met ongeveer 0,7 procent, en dat er de volgende drie jaar ruwweg 135.000 nieuwe banen bij komen. De Nationale Bank is dus van mening dat er minder banen zullen worden gecreëerd dan dat er werklozen hun uitkering zullen verliezen.
Bovendien wordt de zoektocht van werklozen nog bemoeilijkt door de maatregelen van de Arizona-regering om de arbeidsmarkt flexibeler te maken. Als je het plafond voor vrijwillige en bovendien fiscaal volledig vrijgestelde overuren verhoogt, als je studenten toelaat om veel meer te werken… Dan kunnen jonge mensen die al werken, nog meer werken. En dus zullen er minder mensen worden aangenomen. Als twee of drie mensen voortaan tot 300 uur per jaar kunnen overwerken – wat enorm veel is – is dat het equivalent van één fulltime job.
Het wordt dus heel erg moeilijk voor de OCMW’s en arbeidsbemiddelaars om langdurig werklozen aan een baan te helpen?
Colmant: Exact, en het probleem is ook dat deze mensen vaak hun weg niet kennen in de administratie. Dus gaan ze bij het OCMW aankloppen en zullen er wachtrijen ontstaan. Dat alles zal veel stress meebrengen, want mensen moeten het van de ene op de andere dag zien te rooien met veel minder inkomen. Dat is niet alleen een probleem voor de betrokkenen, maar ook – en dat wordt vaak vergeten – voor hun kinderen. Het wordt een armoedeschok voor zo’n gezin in zijn geheel.
‘Eigenlijk zijn al die maatregelen van Arizona op maat van Vlaanderen.’
Bent u dan tegen de beperking van de werkloosheid in de tijd?
Colmant: In principe ben ik vóór, maar we hadden deze maatregel moeten spreiden over vijf jaar, én gepaard laten gaan met fiscale stimuli voor bedrijven, zodat die beperking ook echt het beoogde positieve effect kan hebben, namelijk meer mensen aan het werk zetten. Nu is het toch hoofdzakelijk een strafmaatregel.
En dan vooral in Brussel en Wallonië?
Colmant: Eigenlijk zijn al die maatregelen van Arizona op maat van Vlaanderen: overuren, nachturen, flexi-jobs, studentenwerk en werklozen. Vlaanderen, dat dicht bij volledige tewerkstelling zit, heeft absoluut meer flexibiliteit nodig op de arbeidsmarkt. Maar in Wallonië, dat kampt met een structureel banentekort, zullen die maatregelen niks oplossen.
Wel integendeel?
Colmant: Inderdaad, het zou goed kunnen dat daardoor de regionale verschillen in de werkgelegenheidsgraad nog groter worden, en dat de werkloosheidshervorming in combinatie met de verscherpte flexibilisering in Wallonië negatiever uitpakt dan we ons nu voorstellen. Het valt te vrezen dat het beperken van de werkloosheidsuitkeringen geen economische groei zal creëren en de armoede nog zal vergroten. We zitten met de beperking van de werkloosheid natuurlijk op onbekend terrein. Maar het is toch veelzeggend dat de Nationale Bank de gevolgen ervan een stuk somberder inziet dan de regering-De Wever.