De Vlaamse Volksbeweging (VVB) heeft zondag “met grote ontgoocheling” gereageerd op de beslissing van de Vlaamse regering om de organisatie vanaf volgend jaar geen subsidies meer toe te kennen. De VVB spreekt van een “afruil die de indruk wekt dat de VVB slechts als wisselgeld functioneerde”.
De Vlaamse regering besliste onlangs om een reeks organisaties vanaf volgend jaar geen subsidies meer toe te kennen. Een daarvan is de VVB. De beslissingen werden genomen op basis van de adviezen van een zogenaamde beoordelingscommissie, die de regering een aantal voorstellen deed. Op de werking van die commissie kwam achteraf echter heel wat kritiek, omdat de samenstelling en gehanteerde beoordelingscriteria van het orgaan onbekend blijven. De adviezen van de commissie worden evenmin openbaar gemaakt.
Voor de VVB ondergraaft die werkwijze het vertrouwen in een correcte en transparante besluitvorming. “We weten niet wie ons heeft beoordeeld en we krijgen zelfs geen onderbouwde uitleg waarom een grondig herwerkt beleidsplan opnieuw werd afgewezen”, zegt voorzitter Michael Discart. “In zo’n situatie kan niemand nog van objectiviteit spreken.”
De VVB overweegt nu verdere stappen te ondernemen. “We sluiten niks uit, ook niet een procedure bij de Raad van State”, aldus Discart.
De Vlaamse regering moest op zoek naar in totaal 3,6 miljoen euro. Daardoor onstonden er hevige discussies over welke organisaties precies geraakt moesten worden. Uiteindelijk besliste de regering om zowel linkse als rechtse verenigingen uit het subsidieregister te schrappen.
De VVB noemt die werkwijze een “afruil die de indruk wekt dat de VVB slechts als wisselgeld functioneerde”. Dat de beslissing genomen werd door een regering met een Vlaams-nationalistische minister-president, vindt de organisatie nog moeilijker te verkroppen. Volgens de VVB heeft geen enkele partij uit de regering zich “publiek en krachtig” verzet tegen het wegvallen van de subsidies. “Ook de N-VA niet, die nochtans de sterkste historische band heeft met de VVB.”
Vlaams minister-president Matthias Diependaele (N-VA) had achteraf zelf stevige kritiek op de werking van de beoordelingscommissie, die hij beschuldigde van “ideologische vooringenomenheid”. “Het is wel duidelijk dat we als Vlaamse regering het failliet van de beoordelingscommissies vastgesteld hebben”, klonk het streng. De regering werkt daarom aan een nieuw decreet met een andere aanpak.