‘“Wie verdient het om in een sociale woning te wonen?” Die vraag klinkt vandaag steeds luider’, schrijft Hugo Beersmans, woordvoerder van Woonzaak. ‘Met de verstrenging van de voorwaarden leggen de plannen van Vlaams minister Melissa Depraetere de lat weer wat hoger, maar hoe past dat in een globale visie op sociale huisvesting in Vlaanderen?’
In maart 2025 veroordeelde Europa het Vlaamse woonbeleid. Volgens het Europees Comité voor Sociale Rechten voert Vlaanderen een oneerlijk en inefficiënt huisvestingsbeleid, waarbij de focus te veel ligt op het verkrijgen van een eigen woning. Die aanpak blijkt onvoldoende om de toegang tot huisvesting voor zo veel mogelijk mensen te bevorderen.
Mensen die niet in staat zijn hun eigen woning te verwerven blijven dan ook grotendeels in de kou staan. De grillige private huurmarkt biedt daarbij onvoldoende zekerheid op een stabiele, kwalitatieve woonsituatie.
Ook al is sociale huisvesting volgens vele experten de beste oplossing om het recht op wonen te garanderen, toch blijken de opeenvolgende Vlaamse regeringen de sociale huurmarkt klein te willen houden. De recent besliste langetermijndoelstelling voor sociaal wonen zal dan ook onvoldoende zorgen voor de noodzakelijke woonoplossingen voor vele Vlaamse huishoudens.
Hervorming van de sociale huisvesting
Terwijl de nood aan sociale woningen blijft groeien, merken we bovendien een duidelijke verschuiving in de overheidsvisie op sociale huisvesting. Het jongste decennium zien we zo het aantal voorwaarden om recht te krijgen op een sociale woning sterk toenemen, officieel om sociale woningen te reserveren voor hen die er het meest nood aan hebben. Opvallend is dat een aantal van die voorwaarden weinig te maken hebben met de woonbehoeftigheid zelf.
Zo blijken de financiële middelen waarover een kandidaat voor een sociale huurwoning mag beschikken zo laag dat ze geenszins kunnen volstaan voor een woning op de private huurmarkt. De tijdelijke contracten van 9 jaar die in 2017 ingevoerd werden moeten de zogenaamde ‘doorstroom’ uit sociale woningen verbeteren: wie na die 9 jaar iets teveel verdient wordt opgezegd, terwijl niemand zich erover bekommert of zij wel terecht kunnen op de private markt.
Ook werkwilligheid werd recent een bijkomende voorwaarde. Sociale huurders moeten zich inschrijven bij de VDAB en op zoek gaan naar werk: wie daar niet aan voldoet, riskeert sancties. Blijkens haar beleidsnota Wonen wil minister Depraetere die voorwaarde nu nog verstrengen en ook de werkwilligheid van kandidaat-huurders laten aftoetsen: straks geldt de werkvoorwaarde dus ook voor wie op de wachtlijst voor een sociale woning wil staan. Ook het verplichte niveau Nederlands wordt nogmaals opgetrokken.
Het zijn allemaal contraproductieve maatregelen die een groep huurders eerder zullen uitsluiten, dan dat ze helpen om hun woonproblemen op te lossen. Waar een sociale woning net de stabiliteit kan creëren die nodig is om op zoek te gaan naar werk en om de taal te leren, worden die rollen nu omgedraaid. Sociale huisvesting wordt zo meer dan ooit gereduceerd tot een tijdelijk vangnet voor mensen die het ‘verdienen’. Of hoe een recht een gunst wordt.
Van sociale huurders wordt ook verwacht dat ze zo snel mogelijk weer doorstromen naar de private huur. Het plan voor de invoering van een doorstroompremie voor sociale huurders die kiezen om hun sociale woning te verlaten, maakt dat pijnlijk duidelijk. Het idee dat je als sociale huurder ‘doorstroomt’ naar de private huurmarkt staat evenwel haaks op de beleving van sociale huurders zelf, die net het gevoel hebben dat ze na lang wachten door konden stromen van een slechte, onbetaalbare private huurwoning naar een sociale huurwoning.
Het potentieel van sociaal wonen
Die voorwaardelijkheid in de sociale huisvesting kortwiekt het potentieel van sociaal wonen. Sociale huisvesting is, naast een directe oplossing voor armoede, een manier voor velen om het leven weer in handen te kunnen nemen. De voordelen gaan dan ook verder dan enkel het bieden van betaalbare huisvesting aan sociale huurders. Het gaat ook over gelijke toegang tot de woonmarkt, over woonkwaliteit, over een toegankelijke dienstverlening en over mentale rust en woonzekerheid.
Sociale huisvesting is en blijft één van dé meest efficiënte manieren om het recht op wonen te garanderen, de effecten van armoede in te dijken én maatschappelijk opklimmen mogelijk te maken. Het uitbreiden van het aantal sociale huurwoningen moet daarom de basis zijn van een beleid dat aan de reële woonproblematiek een oplossing wil bieden.
De overheid beslist (niet alleen)?
Hoewel een toegankelijk sociaal woonbeleid belangrijker is dan ooit, brengen recente hervormingen fundamentele veranderingen met zich mee met betrekking tot de rol van sociale huisvesting in Vlaanderen. In een gezonde democratie worden deze veranderingen in sociaal beleid niet alleen door de politiek bepaald. Het is essentieel dat structurele hervormingen gebeuren in overleg met experten, met middenveldorganisaties en met burgers.
Alleen door gezamenlijk een langetermijnvisie uit te denken over de invulling van het recht op wonen, kunnen we de stappen vooruit zetten die mensen in kwetsbare woonposities verdienen.
Hugo Beersmans is woordvoerder van Woonzaak, een groep organisaties die zich inzetten voor een meer rechtvaardig woonbeleid.