Maarten De Bousser

‘Samenwerking in tijden van wantrouwen: welke vrijhandel kiezen we in een verdeelde wereld?’

Maarten De Bousser Voorzitter LVV

Maarten De Bousser (LVV) staat stil bij de toekomt van vrijhandel in een wereld waarin geopolitieke spanningen toenemen.

Vrijhandel is een van de mooiste ideeën die het liberalisme ooit heeft voortgebracht. Enkele vindingrijke geesten lanceerden aan het einde van de 18e eeuw het idee dat er meer was in het leven dan het vullen van de eigen schatkist ten koste van andere naties.  Andere landen koeioneren leidde niet per definitie tot de groei van de eigen economie.

Het idee is mooi in haar eenvoud: economische openheid en samenwerking kunnen leiden tot meerdere winnaars. In plaats van zelf te focussen op de productie van wijn, kon een land als Engeland bijvoorbeeld focussen op de productie van textiel. Niet alleen zou de Engelse wijn van inferieure kwaliteit zijn, hij zou ook duurder zijn. Door de invoer van wijn uit zuiderse landen zouden de Engelsen tegen lagere prijzen toegang krijgen tot betere wijn. Het vrijgekomen budget konden gezinnen vrij elders besteden. De Italiaanse wijnbouw bijvoorbeeld zou er wel bij varen, ook hier zouden de extra inkomsten gegenereerd en gespendeerd worden. Alleen maar winnaars.

Economen spreken in dit verband over een positive sum game: door samenwerking wordt de koek groter en ontstaat de mogelijkheid dat elke partij erop vooruitgaat.

Dit is de kern van liberaal denken over handel. Welvaart wordt gedefinieerd als inkomen en de keuzemogelijkheden die je hebt om dat inkomen te besteden. Door handel dalen de prijzen en stijgen de keuzemogelijkheden. Meer wijn, en goedkopere wijn. Helderder kom je een win-win situatie niet tegen.

Het platte land

Naarmate de tijd verstreek en vrijhandel toenemend gemeengoed werd, nam ook de complexiteit van het economisch weefsel toe. Handel gaat al lang niet meer over de import en export van wijn, maar over productieketens die tot in de puntjes geoptimaliseerd zijn. Elk onderdeel wordt op de meest ideale plek geproduceerd en komt, alsof het een Zwitsers uurwerk is, op de juiste plek  op het juiste moment samen.

Uit deze intense economische samenwerking werden ook steeds vaker (geo)politieke conclusies getrokken. In 2005 verscheen, het nog steeds aan te raden, The World is Flat van Thomas L. Friedman. Hij stelde dat twee landen die beiden in dit complexe web geïntegreerd zijn, nooit met elkaar in conflict zouden komen. Door de wederzijdse afhankelijkheid zou de prijs van een conflict immers te hoog zijn.

De zero-sum-presidenten

Deze redenering gaat er uiteraard van uit dat wereldleiders als ultiem doel hebben de economische welvaart van hun eigen burgers te vergroten. Die veronderstelling kunnen we vandaag helaas niet langer volhouden. Er zat sowieso al wel wat zand in de vrijhandelsmotor. Covid-19 legde, net als dat gigantisch containerschip in het Suezkanaal, de kwetsbaarheid van deze handelsketens bloot. Ze bleken niet schokbestendig. En politici ontdekten dat men voor sommige strategische producten zeer afhankelijk is van het buitenland.

Bovendien stond de creatie van economische welvaart niet meer met stip op één op de agenda van meerdere politieke leiders. Concepten als nationale trots en culture wars namen een steeds prominentere rol in. In die strijd is een positive sum game onmogelijk. Het is een wereld waar je winnaar of verliezer bent. Op magische wijze werd de handelsbalans als scorerbord uitgeroepen. Theoretisch compleet krankzinnig, maar het idee dat het minder exporteren van goederen naar een land dan je er uit importeerde je tot verliezer maakte raakte ingeburgerd in rechts populistische kringen.

De inval van Rusland in Ukraine verwees sowieso al heel wat zekerheden naar de prullenmand. Met wat nog aan zekerheden overbleef in de westerse wereld, maakt Donald Trump in sneltreintempo komaf. 

Vrijhandel was zo’n zekerheid, een idee waarvan ik als liberaal dacht dat het verworven was. Op een zot moment kon de PS wel eens moeilijk doen over een handelsakkoord met Canada, maar stiekem wist iedereen dat dit vooral als bedoeling had de achterban wat te sussen. De huidige strijd is existentieel.

Waar we ons als liberalen in vergisten is dat vrijhandel en economische afhankelijkheid besmettelijk zou zijn, en op een positieve manier veiligheids- en andere geopolitieke vraagstukken zou beïnvloeden. Dit hebben we overschat. Dit mag uiteraard niet tot de conclusie leiden dat vrijhandel geen toekomst meer heeft. Het wil wel zeggen dat handel met pakweg Frankrijk, Canada, China of Rusland elk een andere invalshoek vereisen.

Handel voor vrijheid en vooruitgang

Gezien haar (logistieke) positie in de wereld, de openheid van de eigen economie en haar geschiedenis in vrijhandel moet België een voortrekker blijven van vrijhandel in een wereld die daar steeds minder voor te vinden is. Elke weggewerkte handelsbarrière is een overwinning voor de consument, en dus voor de welvaart van het land. Binnen België moeten liberalen voorop gaan in deze strijd voor meer vrijheid en vooruitgang.

We mogen hierbij niet blind zijn voor de geopolitieke realiteit van het moment. We mogen voor strategische goederen niet afhankelijk zijn van landen en regimes die geen duurzame lange termijn partner zijn. Wel moeten we maximaal blijven inzetten op de vele  economische voordelen onze open economie kan bieden. Want één ding is zeker: Britten zullen nooit betere wijn maken dan Italianen.

Partner Expertise