Premier Bart De Wever kon beletten dat de Russische tegoeden die vaststaan bij Euroclear naar Oekraïne zouden gaan. Maar alleen al het feit dat er op de Europese top werd gepraat over de ‘confiscatie’ van die tegoeden, ondermijnt de betrouwbaarheid van Euroclear, en bij uitbreiding van Europa.
Krijgt Oekraïne de 185 miljard euro die nu bij het effectenhuis Euroclear in Brussel geblokkeerd staat? Dat was de inzet van de Europese top die gisteren in Brussel werd gehouden. De Europese Commissie en de meeste lidstaten waren een voorstander van dat idee.
Premier Bart De Wever (N-VA) niet. Hij wees op de juridische en financiële gevaren: ‘Het risico is groot. We zullen met enorme claims te maken krijgen. Als we dit doen, moeten we het samen doen’, aldus De Wever. ‘We willen de garantie dat als het geld aan Rusland moet worden terugbetaald, elke lidstaat een bijdrage levert. België kan niet als enige de gevolgen dragen. En ten derde moet elk land meedoen met de vastgezette tegoeden op zijn grondgebied. Dat is Europese solidariteit.’
De Wever haalde op de Europese top zijn slag, zo klinkt het. Op de top werd beslist om de Commissie te vragen om zo snel mogelijk ‘opties’ te presenteren om de financiële noden van Oekraïne te lenigen. In de overeengekomen tekst staat niet dat de Russische tegoeden bij Euroclear daarvoor mogen worden gebruikt, maar het tegenovergestelde staat er ook niet in. Er werd alleen gezegd dat die tegoeden tot na de oorlog geblokkeerd blijven. Op de volgende Europese top, in december, zullen de leiders zich opnieuw over het dossier buigen. Het lijkt er dus inderdaad op dat De Wever, althans voorlopig, met zijn verzet aan het langste eind heeft getrokken.
Maar dat is slechts schijn, want alleen al door op de Europese top te praten over de mogelijkheid om Russische tegoeden aan Oekraïne te geven, betoont Europa zich een onbetrouwbare partner. De gesprekken ondermijnen het vertrouwen dat Euroclear en bij uitbreiding de Europese Unie een veilige plek is om geld te parkeren. En vertrouwen is in de financiële wereld essentieel.
Staatsimmuniteit
Euroclear heeft zijn hoofdzetel in Brussel en is een soort notaris van de financiële markten. De instelling zorgt ervoor dat kopers hun effecten, zoals obligaties en aandelen, krijgen, en de verkopers hun geld. Sinds de Russische inval in Oekraïne in februari 2022 heeft het Westen zo’n 300 miljard euro aan tegoeden van de Russische Centrale Bank geblokkeerd. Zo’n 185 miljard daarvan zit bij Euroclear.
Eerder al werd beslist om de renteopbrengsten van de geblokkeerde Russische activa door te sluizen naar Oekraïne, dat geld nodig heeft om de oorlog tegen Rusland te financieren. Die beslissing zorgde voor een eerste schok: kunnen landen zomaar beslissen om de renteopbrengsten aan een ander land te geven?
De discussie ondermijnt het vertrouwen dat Euroclear en bij uitbreiding de Europese Unie een veilige plek is om geld te parkeren. En vertrouwen is in de financiële wereld essentieel.
Volgens sommigen is dat een inbreuk op een fundamenteel principe van het internationaal recht, namelijk de staatsimmuniteit: staten en hun eigendommen kunnen niet onderworpen worden aan de rechtsmacht van andere staten. En dus kan Europa niet beslissen om de rente van die Russische tegoeden aan een ander land, Oekraïne, te geven.
Gerechtvaardigde inbreuk
Professor financieel recht Veerle Colaert (KU Leuven en UHasselt) heeft in een artikel uitgelegd dat de confiscatie van winsten behaald door Euroclear op de belegging van tegoeden van de Russische Centrale Bank toch verdedigbaar is. Volgens het internationaal recht is die inbreuk gerechtvaardigd als een ‘tegenmaatregel’ door een derde land.
Er moet dan wel aan een aantal voorwaarden worden voldaan. Zo moet het een reactie zijn op een eerdere onrechtmatige daad van het door de sancties geviseerde land. Dat is in dit geval zo, want het is een reactie op de Russische schending van het internationaal recht door agressie tegen Oekraïne. Een andere voorwaarde is dat het tijdelijk en omkeerbaar moet zijn, en dat is met de renteopbrengsten het geval. De maatregel moet ook proportioneel zijn, en ook dat zou hier het geval zijn. Veel juristen vinden dan ook dat het doorgeven van de renteopbrengsten internationaalrechtelijk in dit dossier kan.
Spitsvondigheden
Niet alleen de renteopbrengsten, maar ook de Russische tegoeden zelf aanslaan, is iets helemaal anders. Zo’n confiscatie is internationaalrechtelijk zeer betwistbaar. ‘Zo’n confiscatie zou leiden tot talloze rechtszaken, onder meer tegen Euroclear wegens niet-terugbetaling van tegoeden’, schrijft Colaert. Europa probeert nu met veel juridische spitsvondigheden te doen alsof het doorgeven van de Russische tegoeden aan Oekraïne geen confiscatie is en probeert zo de internationaalrechtelijke problemen te omzeilen.
Maar in de financiële wereld speelt nog iets anders dan het internationaal recht. ‘Vertrouwen’ is nog veel belangrijker. Door de renteopbrengsten op de Russische tegoeden aan te slaan, werd dat een eerste keer geschonden, en nu er overwogen wordt om de tegoeden zelf aan te slaan, wordt dat vertrouwen helemaal ondermijnd.
De Wever mag zich dan tot het uiterste hebben verzet tegen zo’n confiscatie, het kwaad is geschied: de Europese Unie heeft zich de voorbije maanden geprofileerd als een onbetrouwbare financiële speler. Ook De Wever kon met zo’n confiscatie blijkbaar instemmen, als elke lidstaat maar zou beloven dat het mee de gevolgen zou dragen.
De houding van Europa, inclusief die van de Belgische premier, zal zich wreken. Landen zullen twee keer nadenken of ze hun geld nog bij Euroclear, en bij uitbreiding in Europa, willen plaatsen. De schade is dus geleden en is enorm: vertrouwen komt te voet en gaat te paard.
Bart De Wever speelt het hard: België ligt dwars in Europees dossier over Russische tegoeden