In verschillende landen worden programma’s opgestart die moeten leiden tot een zesde generatie gevechtsvliegtuigen. Professor Herman Matthijs staat stil bij de positie van België.
Er is momenteel een hele discussie aan de gang over de bijkomende aankoop van F-35A vliegtuigen voor de luchtmacht. Dit is het voorbeeld van een vijfde generatie gevechtstoestel. Ter vergelijking: de Franse ‘Rafale’ is eerder een toestel dat gezien wordt als een toestel van de 4,5e generatie. De Zweedse Gripen staat nog iets verder, en geldt als een 4,7.
In de recente oorlog tussen India en Pakistan heeft de Franse Rafale van de Indische luchtmacht het onderspit moeten delven tegen de Chinese toestellen van de Pakistaanse buren. Dat heeft de mondiale marktwaarde van dit Franse exportproduct zeker niet verhoogd.
Zesde generatie
Maar de wereld staat niet stil en dat is in belangrijke mate het gevolg van de technologische ontwikkelingen. Vandaar dat al diverse landen bezig zijn met onderzoeksprogramma’s voor het zesde generatie toestel. Daarbij wordt gefocust op onder andere geavanceerde stealth technologie, onbemande vliegtuigen, de introductie van AI en vliegtuigen in combinatie met drones.
De Amerikaanse Navy en Air Force werken samen met Boeing aan de Next Generation Air Dominance (NGAD) en verwachten reeds een prototype in het begin van het volgend decennium.
Brazilië werkt aan een dergelijk vliegtuig op basis van de Zweedse Gripen. Ook in India staat een project in de steigers, waarvoor partners gezocht worden.
En ook Rusland heeft een programma voor een zesde generatie, net als de Chinezen.
En wat met Europa?
Europa kent vooral het FCAS-programma (Future Combat Air System) van het Franse Dassault met de Duitse tak van Airbus en het Spaanse Indra. De Britten werken met de Italianen aan ‘Tempest’ waaraan ook Japan mee werkt. Dit programma heeft ook de interesse van Saoedi-Arabië en die hebben zeker geld om aan iets dergelijks mee te doen. De Zweden werken aan een opvolger van de Gripen, maar moeten nog een politieke keuze maken of ze ook gaan aanklikken bij ‘Tempest’.
De conclusie is dat een gezamenlijk Europees programma niet haalbaar is. Het wordt dan ook uitkijken hoe de toekomstige EU-begrotingen hun desbetreffende budgettaire steun gaan verdelen.
Dassault
Het FCAS-programma loopt niet bepaald van een leien dakje. Frankrijk wil dat Dassault de leiding moet nemen en dat valt slecht te Berlijn. Spanje, toch al de slechtste NAVO-bondgenoot, kijkt ernaar en het is ook niet duidelijk wat de meerwaarde van Madrid is. President Macron en Bondskanselier Merz krijgen er ook geen lijn is. Bovendien vervangt de Duitse ‘Luftwaffe’ zijn vloot met nieuwe Eurofighters en F-35A en Spanje kiest ook voor de Eurofighter. Dit is toch wel merkwaardig dat beide landen de Franse Rafale niet kopen bij de vervanging van hun vierde generatie toestellen.
België
En wat doet België? De deelname aan een dergelijk hoogtechnologisch onderzoeksprogramma is een medaille met twee zijden, namelijk: een hoge kost aan geld, maar het brengt veel know-how op voor de industrie. Momenteel heeft België 300 miljoen euro gereserveerd om mee te doen aan het FCAS-project.
Uiteraard zal veel meer geld nodig zijn om een degelijke plaats te bekomen in een dergelijk duur programma. Het was reeds de Vivaldi-regering die België in het FCAS-project bracht. Maar België is geen volwaardige partner en de baas van Dassault wil er ons volledig uit. Het voornaamste argument is dat wij de F-35A hebben gekocht en niet de Rafale. Toch wel opvallend dat dit gegeven niet wordt uitgespeeld tegenover andere landen.
Toch laten de Benelux-landen hun 12 mijnenvegers bouwen door de Fransen, wordt het nieuwe rollend materieel voor de landmacht bij de zuiderburen gekocht en loopt de samenwerking betreffende de landmacht compleet vierkant door de schuld van Parijs.
Conclusie
De deelname aan een dergelijk programma is een politieke keuze, die de begroting belast. Maar ze maakt ook een economische opening naar de technologie van de toekomt. Bovendien zijn er alternatieven voor het ‘FCAS’-project. Waarom eens niet polsen bij de Britten en Italianen? Uiteindelijk worden de Belgische F-35A’s toch al deels gebouwd en grotendeels onderhouden in Italië. En ten slotte moet er zeker ook eens gepraat worden met Den Haag over wat de Nederlands gaan doen met het onderzoek naar een zesde generatie gevechtstoestel.