‘Ik begrijp de emotionaliteit van sommigen in de wereld van de professionele klassieke muziek. Maar wil men dan gewoon business as usual tijdens een volkerenmoord’, vraagt Wim De Temmerman naar aanleiding van de politieke discussie die ontstond na de annulering van een concert met een Israëlische dirigent op het Festival van Vlaanderen in Gent.
Net als treinconducteurs, binnenschippers of bakkers zijn kunstenaars niet verplicht zich in hun professionele praktijk in te laten met politiek. Dat is de befaamde artistieke vrijheid, die vanaf de 18e eeuw vast onderdeel werd van het liberaal waardenpakket in westerse samenlevingen.
Daarom hoeft een dirigent zich niet uit te spreken over (geo)politiek. Het was dus ongepast van Gent Festival van Vlaanderen (FVV) om aan Lahav Shani te vragen klaarheid te scheppen over zijn visie op het beleid van de regering Netanyahu. Bij veel mensen wekte deze vraag afkeuring, er ontstond discussie over artistieke vrijheid.
Dat debat was tegelijk naast de kwestie, want de positie van deze dirigent is niet apolitiek. Wanneer hij in januari jongstleden zijn contract als artistiek leider van het Israel Philharmonic Orchestra (IPO) verlengde tot 2032, koos hij om zijn competenties in dienst te stellen van een orkest dat de israëlische staat cultureel promoot en zo niet formeel dan toch feitelijk vertegenwoordigt.
In zijn eigen woorden: ‘overal waar wij spelen zegt men ons: jullie zijn de beste vertegenwoordiger (Botschafter) van de staat Israël. Wij zien ons ook zo’. (Toch betoogden gentse ethici op TV dat hij een gewoon individu is en ‘alleen zichzelf vertegenwoordigt’).
Shani, die met zijn talent overal ter wereld kansen kan krijgen, koos ervoor om een Israëlisch cultureel instituut te leiden op een moment dat de Israëlische regering al maandenlang de palestijnse burgerbevolking uitmoordt onder het mom van een strijd tegen Hamas en bevrijding van gijzelaars.
Het aantal Palestijnse doden overschrijdt volgens wetenschappelijke ramingen het half miljoen. Israël viel intussen ook vijf buurlanden aan. Laten we dus even ophouden met discussiëren over artistieke vrijheid, neutraliteit en verbindende kunst. Het gaat over politieke keuzes die een kunstenaar maakte, en het ware goed die ook te respecteren door niet te doen alsof dat geen keuzes zijn doch gewoon neutrale feiten zonder belang.
Het IPO speelt in Israël een cultureel ondersteunende rol. Zij werken samen met het IDF. Er zijn concerten voor soldaten, en in maart 2024 gaf IPO een concert met het belangrijkste IDF-orkest, om een nieuwe versie van het Israëlisch volkslied te lanceren. Buiten Israël is het IPO dan weer een ambassadeur die het imago van de staat hoog houdt. Het IPO opereert met geld van de regering, maar vooral met financiële steun van speciaal daarvoor opgerichte stichtingen in de VS en de UK.
Via die weg speelt ook de familie van Jared Kuschner een belangrijke rol in de financiering van dit orkest. Deze schoonzoon van Trump formuleerde al vroeg in de genocide het idee van Gaza als paradijs voor luxevastgoed eens de Palestijnen zijn verhuisd. Hij is gangmaker voor Trumps Rivièra-plan. Gezien de financiering vanuit de UK en VS, concerteert het IPO regelmatig voor deze sponsors en oliet zo de banden van Israël met haar de supporters in het Westen. Want muziek verbindt.
Zij die de annulatie aanklagen zien de dirigent als een neutrale actor. Dit gaat voorbij aan het feit dat het IPO de facto een fel gepolitiseerd cultureel instrument is. Wie kunst inzet voor politieke doelen, hoe impliciet of weinig partijpolitiek dan ook, moet niet verschieten of klagen wanneer daar politieke reacties op komen.
Het is moeilijk in het debat over de annulatie de kaart van de artistieke neutraliteit te trekken voor iemand die zichzelf benoemt als een boodschapper van Israël. Zij die de annulatie aanklagen, wijzen op de betrokkenheid van de dirigent bij het orkest van Barenboim, en op een opinietekst waarin hij pleitte voor vrede en verzoening.
Zo’n containerbegrippen, die de oorzaken van het geweld (bezetting en een apartheidssysteem) niet benoemen, duiden op geen enkele wijze Israëls politiek als
problematisch. Ook Trump en Netanyahu zijn naar hun zeggen voor vrede en verzoening.
Het festival had niet van de dirigent moeten vragen om zich uit te spreken over Gaza. Gezien hun vrije positie is het ongepast zoiets aan kunstenaars te vragen. Door zijn positie was het ook niet realistisch. Het festival had deze dirigent ab initio gewoon niet moeten programmeren. Want indien het klopt wat FVV-voorzitter Briers verklaarde op
VRT, dat die planning een goed jaar geleden gestart is, was op dat moment zowel de institutionele verwevenheid van Shani met de cultuurpolitiek van de Israëlische staat en
met internationale zionistische lobby’s gekend, terwijl de genocidaire acties van die staat ook al manifest zichtbaar waren. Het festival had zichzelf en ons dan al deze
ellende kunnen besparen. De schuld schuiven naar activisten tegen genocide die zouden polariseren en voor onveiligheid zorgen, is behoorlijk onfair. Het begin van de
polarisering en de bron van alle geweld ligt bij zij die genocide plegen en bij hun aanhang.
Er zat bijzonder veel ruis op de discussie, die vooral ideologische doelstellingen diende. Dat werd nog het meeste duidelijk toen de premier zich in het gewoel begaf. Op zaterdag ging hij zover naar Essen te reizen om met Shani op de foto te gaan. In zijn bericht daarover, voor internationale pers, gaf De Wever zijn eigen draai aan de motivering van FVV voor de annulatie.
Hij zei niets over de institutionele positie die Shani inneemt in Israël en over de vermeende onduidelijkheid in welke mate dat een instemming met het beleid van de regering impliceert. Wel schoof hij als reden voor de annulatie het jood zijn naar voor en de nationaliteit: racisme dus en antisemitisme. Door die insinuatie besmeurde de premier
niet enkel FVV bij een internationaal publie als antisemitisch, maar wakkerde hij ook onrust in eigen land aan op basis van leugens.
De Wever gedroeg zich niet als premier maar als politiek agitator en ging Trump achterna.
Het open doel was te verleidelijk om niet uit zijn rol te vallen: terugtrappen naar coalitiepartners die hem maatregelen tegen Israël opdrongen én Gent kunnen schofferen. De Wever zei dat hij ‘de schade moest beperken’. Zijn imagoschade in rechtse europese kringen? Christophe D’Haese, die tot dinsdag namens N-VA in de raad van bestuur van het Festival zat, had het ook nog eens over ’geschonden mensenrechten’.
Het toont hoezeer deze discussie losgekoppeld raakte van de feiten. Het voelt vreemd dat deze mensen plots de artistieke vrijheid hebben ontdekt, terwijl NVA een palmares heeft om die veilig in te bedden in nationalistisch gemeenschapsdenken. Eerlijker ware indien zij toegaven dat de inzet niet de artistieke vrijheid is of de strijd tegen antisemitisme, maar het kant kiezen voor Israël.
Ik begrijp de emotionaliteit van sommigen in de wereld van de professionele klassieke muziek. Maar wil men dan gewoon business as usual tijdens een volkerenmoord? Ook voor wie indirect of direct cultureel met de daders ervan samenwerkt? Alsof er niets aan de hand is? Omdat muziek altijd boven de politiek staat? Omdat muziek sowieso verbindt? Dan begint die boutade zeer hol te klinken.
Wim De Temmerman is filosoof en was als assistent bij Herman De Ley, Jaap Kruithof en Etienne Vermeersch verbonden aan UGent. Sinds 1998 doceert hij filosofie, kunstfilosofie en filosofie van natuur en landschap aan de hogere kunstopleidingen van KASK & Conservatorium in Gent. Als decaan stond hij aan het hoofd van KASK & Conservatorium van 2005 tot 2019 en implementeerde er vernieuwend beleid. Een uitgebreide versie van deze tekst verscheen op DeWereldMorgen.be