Deze Nederlandse fiscalist wil ons belastingstelsel op z’n kop zetten: ‘Die meerwaardebelasting van jullie is een uitstekend idee’

'Het belastingstelsel dient in mijn ogen niet om te herverdelen van rijk naar arm. Dat is een inbreuk op de vrijheid van mensen. Als een overheid wil herverdelen, doet ze dat veel beter aan de uitgavenkant.'
'Het belastingstelsel dient in mijn ogen niet om te herverdelen van rijk naar arm. Dat is een inbreuk op de vrijheid van mensen. Als een overheid wil herverdelen, doet ze dat veel beter aan de uitgavenkant.' © Aurélie Geurts
Peter Casteels
Peter Casteels Redacteur en columnist bij Knack

De Nederlandse fiscalist Reinier Kooiman wil alle belastingen afschaffen en vervangen door een vermogensbelasting. ‘Waarom mag de overheid 50 procent van je inkomen afnemen, maar niet een klein beetje van je spaarrekening vragen?’

Vergeet u voor heel even het geharrewar in de regering-De Wever over de meerwaardebelasting. Al tijdens de regeringsonderhandelingen zorgde die nieuwe belasting voor de moeilijkste discussies, maar de regering is ondertussen vier maanden aan de bak en er is nog steeds geen compromis in zicht.

In vergelijking met de totale begroting gaat het nochtans maar over een symbolische belasting. In zijn nieuwe boek, toepasselijk genoeg getiteld De sterkste schouders, komt de Nederlander Reinier Kooiman met een veel radicaler en uitstekend onderbouwd voorstel: schaf álle belastingen af, en vervang ze door één heldere vermogensbelasting. Hij zal u er zo meteen van proberen te overtuigen.

Dat was nochtans niet zijn oorspronkelijke bedoeling. Kooiman, een fiscalist die verbonden is aan de Universiteit van Amsterdam en die tot voor kort ook voor financieel dienstverlener Deloitte werkte, wilde in de eerste plaats een academische geschiedenis van ons belastingstelsel schrijven. Dat is De sterkste schouders ook, en het is in de Italiaanse stadstaten van de middeleeuwen dat Kooiman de inspiratie vond voor zijn voorstel.

Reinier Kooiman: ‘Mijn onderzoek was louter historisch, omdat er eigenlijk nog geen geschiedenis van onze belastingen bestond. Ik wilde uitzoeken waar de principes daarachter precies vandaan kwamen. Natuurlijk werk ik ook als fiscalist en had ik al wel mijn eigen ideeën. Maar pas toen ik de vergelijking tussen de middeleeuwen en vandaag echt goed doortrok, ontdekte ik een aantal nieuwe inzichten. Ik had er nog nooit echt bij stilgestaan dat ons belastingstelsel vandaag zorgt voor een herverdeling van arm naar rijk. Onze belastingen doen de ongelijkheid enorm toenemen, terwijl ik net als heel veel mensen altijd dacht dat het andersom was. In de Italiaanse stadstaten werd er één vermogensbelasting aan iedereen opgelegd met eenzelfde tarief. Dat klinkt als een primitief systeem, maar het is eerlijker dan wat wij nu hebben.’

Ik geloof dat u dat wat moet uitleggen.

Kooiman: Iedereen betaalt inkomensbelasting naar draagkracht, maar voor heel veel andere belastingen geldt dat al niet. Belastingen op consumptie, zoals de btw of accijnzen en invoerrechten, moet iedereen gelijk betalen. De laagste inkomens besteden het grootste deel van hun geld aan consumptie, dus zij betalen in verhouding meer belastingen.

In landen als Nederland en België is de inkomensongelijkheid historisch gezien nog wel redelijk beperkt, maar de vermogensongelijkheid is veel groter. Ons belastingsysteem is daar de belangrijkste oorzaak van. Op vermogens hoeven namelijk nooit belastingen te worden betaald, terwijl mensen met een laag of middeninkomen niet de kans krijgen om nieuw vermogen op te bouwen. Daarvoor betalen ze te veel belastingen op hun inkomen.

Mensen die al veel geld hebben, kunnen veel makkelijker verder sparen. Die ongelijkheid valt niet te verkleinen door de inkomstenbelasting progressief te verhogen. De superrijken zullen zelfs een hoger percentage van het totale vermogen in handen hebben dan voor die belastingheffing.

‘Voor de economische wetenschap is het al sinds de achttiende eeuw een dogma dat de belastingen het best uit inkomen betaald worden. Tegenwoordig is er een verschuiving bezig, maar zo’n tweehonderd jaar heeft zij dat standpunt verdedigd.’ © Aurélie Geurts

Wat leerde u dan van de Italiaanse stadstaten?

Kooiman: Zij haalden enkel belastingen op als er een grote uitgave moest worden gemaakt. Als Genua oorlog wilde voeren tegen Firenze, werd er berekend hoeveel geld daarvoor nodig was. Laten we ervan uitgaan dat die oorlog 4000 libra (Franse munteenheid in de middeleeuwen, nvdr) ging kosten. Vervolgens keek men naar het totale vermogen: stel dat er in totaal 400.000 libra in bezit was, dan moest iedereen één procent van zijn vermogen bijdragen. In een jaar met meer uitgaven lag dat percentage misschien hoger, maar iedereen betaalde wel een even groot aandeel van zijn vermogen. Het was voor mij fascinerend dat die steden altijd vermogen kozen als maatstaf voor iemands draagkracht, terwijl wij onszelf hebben geleerd om alleen naar iemands inkomen te kijken.

Een belangrijk verschil is wel dat de overheid toen veel kleiner was dan vandaag en ook veel minder geld nodig had.

Kooiman: Klopt. Dat waren kleinere samenlevingen waar burgers als vrijwilligers werden aangewezen om de belastingen te heffen. Het kon goed zijn dat je buurman bij jou dat geld kwam innen. Vergelijk dat met de systemen van vandaag waarbij alles heel efficiënt is gecentraliseerd en geanonimiseerd. Ik woon in Hilversum, en op het einde van mijn straat staat het oude belastingkantoor. Vroeger had je die in het hele land. Je kon daar terecht met vragen, maar ook die tijd is voorbij. Het staat allemaal veel verder van de burger af, en politici debatteren ook zelden over de vraag wie belastingen moet betalen. Dat is een technische discussie geworden, terwijl het een belangrijk vraagstuk is in een land waar de overheid ongeveer 45 procent van de economie aanslaat.

Wanneer is het idee om mensen vooral naar ieders vermogen te belasten in onbruik geraakt?

Kooiman: Naarmate die stadstaten groter werden, werd dat ook wel ingewikkelder. In de middeleeuwen waren het juristen die meedachten over belastingen, vandaag worden vooral economen door politici geconsulteerd. Voor de economische wetenschap is het al sinds de achttiende eeuw een dogma dat de belastingen het best uit inkomen betaald worden. Tegenwoordig is er een verschuiving bezig, maar zo’n tweehonderd jaar heeft zij dat standpunt verdedigd.

Sinds de opkomst van het kapitalisme was veel kapitaal nodig als investering om, bijvoorbeeld, spoorwegen aan te leggen. Dat kapitaal belasten werd dus gezien als de kip met de gouden eieren slachten. In mijn ogen is dat meer elitaire retoriek dan een ernstig argument: als het totaal aan belastingen niet verhoogt, blijft er evenveel kapitaal in omloop. Dat zou alleen anders zijn als vermogenden blijkbaar beter in staat zijn om hun geld te beheren dan gewone mensen die enkel van hun inkomen moeten rondkomen. Maar daarvoor bestaat natuurlijk geen bewijs.

Steeds meer mensen worden rijk zonder iets te doen: moeten de Vlaamse erfbelastingen omhoog? 

Is een inkomensbelasting niet vooral veel eenvoudiger te heffen dan een vermogensbelasting?

Kooiman: België en Nederland kennen allebei successierechten, waarbij iedereen de omvang van een nalatenschap moet aangeven. Dat is niet heel moeilijk. Een inkomensbelasting op arbeid is misschien eenvoudig, maar verder bestaan juist veel discussies over die inkomensbelastingen. Dat is ook de reden waarom rijke mensen zo weinig belastingen betalen.

Kapitaalinkomsten, dividenden en zelfs huur zorgen voor problemen, en vennootschappen waar veel van dat geld in zit zijn heel makkelijk te verplaatsen naar andere landen. Wat is het beste moment om die inkomsten op kapitaal te belasten? Kijk maar naar hoeveel discussies jullie hebben over de meerwaardebelasting. Na 200 jaar moeten we misschien wel besluiten dat we het eens op een andere manier moeten proberen.

‘Het is niet zo heel erg moeilijk om dat allemaal te controleren, want vermogens fluctueren meestal niet heel erg. Als iemand plots een jaar opmerkelijk minder vermogen aangeeft, moet de fiscus maar eens langsgaan om te kijken wat er in de kelder ligt.’ © Aurélie Geurts

Alle belastingen afschaffen in ruil voor één vermogensbelasting, hoe bent u daarop gekomen?

Kooiman: Vrijheid en gelijkheid zijn voor mij de twee leidende principes. Het belastingstelsel dient in mijn ogen niet om te herverdelen van rijk naar arm. Dat is een inbreuk op de vrijheid van mensen. Als een overheid wil herverdelen, doet ze dat veel beter aan de uitgavenkant. Dat is veel minder ingewikkeld.

Iedereen hoort voor en na belastingen verhoudingsgewijs even rijk te zijn, en dat is eigenlijk enkel te bereiken met een vermogensbelasting met één tarief. In die zin is dit geen links of rechts voorstel, het is juist erg liberaal. Maximale vrijheid: iedereen krijgt waar hij voor heeft gewerkt. Maximale gelijkheid: iedereen betaalt procentueel evenveel. Een miljonair zal veel geld moeten betalen, maar hij kan niet zeggen dat hij harder wordt aangepakt dan andere mensen.

‘Een miljonair zal veel geld moeten betalen, maar hij kan niet zeggen dat hij harder wordt aangepakt dan andere mensen.’

Hoe hoog moet dat tarief dan liggen?

Kooiman: Ik heb voor Nederland de berekening gemaakt, en dat zal in België niet heel anders zijn: je hebt een belasting van 8,5 procent nodig om de begroting te doen kloppen. Natuurlijk is dit stelsel veel eenvoudiger en waarschijnlijk ook goedkoper. Twee tot drie miljoen gezinnen in Nederland betalen belastingen én krijgen vervolgens sociale toeslagen van de overheid. Als ze geen belastingen op hun inkomen meer hoeven te betalen, zullen ze die toeslagen misschien ook niet meer nodig hebben.

Elk jaar 8,5 procent moeten afstaan van het eigen vermogen: zeker als je al een huis bezit dat ook wordt doorberekend, is dat best pittig.

Kooiman: Dat valt wel mee, zeker als alle andere belastingen wegvallen. De belastingdruk verschuift eigenlijk van jong naar oud. Ik heb in excel wat zitten rekenen met voorbeelden. Gemiddeld zouden mensen tot vijftig jaar minder belastingen gaan betalen, en vanaf je vijftigste juist iets meer. Jongeren krijgen dus de kans om eindelijk zelf een huis te kopen. Maar zeker gepensioneerden die geen arbeidsinkomen meer hebben, zullen wat moeten interen op hun eigen vermogen.

Is dat heel erg? Ik denk van niet. Vandaag laten ouderen vaak grote erfenissen na aan hun kinderen die niet zelden ook al met pensioen zijn en niet veel anders kunnen doen dan dat geld te beheren tot ze zelf doodgaan. Met dat geld gebeurt niets meer, terwijl jongeren vandaag onder een zware belastingdruk gebukt gaan.

‘Gemiddeld zouden mensen tot vijftig jaar minder belastingen gaan betalen, en vanaf je vijftigste juist iets meer.’

De Belg spaart obsessief voor zijn oude dag. Die gaat u wel midscheeps raken.

Kooiman: Zulke spaarders zijn niet heel erg economisch onderlegd, want geld brengt al meer op door het te beleggen of te investeren. Ze kiezen voor de veiligste weg, omdat hen dat misschien een gevoel van zekerheid geeft. Ze hebben moeite om van een afstandje naar hun eigen situatie te kijken. Want wat is de realiteit? In Nederland bezit 10 procent 60 procent van het vermogen. Die rijkste 10 procent gaan dus 60 procent van alle belastingen betalen. 90 procent van de bevolking gaat erop vooruit. Ik merk ook in reacties op mijn boek dat die mensen toch heel negatief reageren: je gaat het weinige spaargeld dat ik heb afpakken! Heel paradoxaal.

In België krijgen voorstanders van vermogensbelastingen het verwijt: jullie gaan schilderijen aan de muur bij mensen thuis taxeren, en in wijnkelders duiken om te zien of er dure flessen liggen die moeten worden betaald. Dat bent u allemaal ook echt van plan, want werkelijk alles telt mee voor iemands vermogen.

Kooiman: Je kunt je geen uitzonderingen permitteren, want dan hangt plots iedereen zijn huis vol met dure schilderijen om niets te hoeven betalen. Zulke uitzonderingen zijn economisch niet verstandig en ook niet rechtvaardig. Het is ook niet zo heel erg moeilijk om dat allemaal te controleren, want vermogens fluctueren meestal niet heel erg. Als iemand plots een jaar opmerkelijk minder vermogen aangeeft, moet de fiscus maar eens langsgaan om te kijken wat er in de kelder ligt.

‘Ik ben niet rijk, de Kardashians zijn rijk’: waarom de superrijken zo weinig doen voor de samenleving

De weerstand tegen vermogensbelastingen is wel echt immens: het voelt aan als diefstal.

Kooiman: Waarom mag de overheid 50 procent van je inkomen afnemen, maar niet een klein beetje van je spaarrekening vragen? In mijn voorstel zal ook niemand kunnen zeggen dat het geld al eens belast is. We vinden allemaal dat iedereen beloond moet worden voor het werk dat we doen, maar in de praktijk zijn mensen die een erfenis krijgen of met wat mazzel een bedrijf voor veel geld verkopen het beste af. We benadelen mensen die hard werken voor hun geld. Ik denk dat het iets psychologisch is, of een gebrek aan kennis van hoe het systeem in elkaar zit. Als ik het goed uitleg, merk ik dat mensen sympathie krijgen voor mijn idee.

U hebt het in uw boek over kapitaalvlucht. Dat blijft uiteraard een groot risico en is altijd een belangrijk argument geweest tegen vermogensbelastingen. Zijn overheden de voorbije tien jaar eigenlijk beter geworden om dat tegen te gaan?

Kooiman: Er zijn twee types van kapitaalvlucht. Iemand kan gewoon verhuizen naar een ander land. Dat zal altijd een mogelijkheid blijven, maar dat probleem wordt nogal overschat. Heel veel mensen willen niet verhuizen om louter belastingtechnische redenen, en de fiscus controleert streng of iemand ook daadwerkelijk is verhuisd. Het kapitaal dat in vennootschappen zit, kan veel makkelijker geïnvesteerd worden in een ander land.

Als Nederland veel hogere belastingen gaat heffen op huurwoningen, kunnen investeerders makkelijk huurwoningen beginnen te kopen in België. Belastingontwijking wordt wel al veel strenger aangepakt, maar tegelijkertijd hebben landen de belastingtarieven laten zakken uit angst om investeringen te verliezen. Vroeger had je misschien tarieven van 70 procent, maar die werden makkelijk ontweken. Nu dat steeds moeilijker wordt, is de vraag of die tarieven niet weer wat omhoog kunnen.

‘Het probleem van de kapitaalvlucht wordt overschat. Heel veel mensen willen niet verhuizen om louter belastingtechnische redenen.’

U werkte tot voor kort bij Deloitte als fiscalist, en begint binnenkort bij Stibbe, een advocatenkantoor. U probeert de clichés over de beroepsgroep te nuanceren, maar de indruk blijft bij heel veel mensen dat zij betaald worden om te helpen belastingen te ontwijken.

Kooiman: Zonder zulke kantoren zouden er minder belastingen worden betaald. Wij vertellen klanten soms wel op welke manier zij minder kunnen betalen, maar wij zeggen ook heel vaak: dat plannetje van u gaat niet werken, die en die belasting moeten echt wel worden betaald. De wetgeving is zodanig complex geworden dat bedrijven niet zonder juristen en adviseurs kunnen.

Er is zo veel antimisbruikwetgeving dat het steeds moeilijker wordt om de fiscus iets voor te spiegelen, maar vroeger betaalden fiscalisten zichzelf inderdaad wel een keer of drie terug. Je kon bij wijze van spreken met het vliegtuig naar New York om daar aan Amerikaanse klanten te vertellen welke Nederlandse constructie ze moesten opzetten, en achteraf tekenden ze allemaal in.

Maar ik heb genoeg collega’s die, als blijkt dat een klant vijf miljoen euro aan belastingen moet bijpassen, denken: ze hebben geld genoeg, laat ze maar lekker betalen. Aan de andere kant zijn er ook activistische fiscalisten die niet enkel hun klanten adviseren, maar zich geroepen voelen om ook voor hen te lobbyen bij politici. Ze hebben de technische kennis om discussies makkelijk te winnen. Zo zijn we lang niet allemaal, ik vind die meerwaardebelasting van jullie een uitstekend idee. (lacht)

Dat gelobby zorgde er wel voor dat de belastingregels zo extreem complex werden. 

Kooiman: Het zijn vaak belangengroepen die om specifieke regelingen of uitzonderingen vragen, maar soms is het onze schuld. Ook fiscalisten die jarenlang bezig zijn met mogelijkheden te bedenken om belastingen te ontwijken, moeten niet zeuren dat de wetgeving daarna veel ingewikkelder is geworden om net dat tegen te gaan. Ik verzet me alleen tegen het idee dat de wetgeving een trukendoos is waar wij maar iets uit te grabbelen hebben om de belastingen van onze klanten te doen wegsmelten. Zo werkt het echt niet.

Fiscale hervormingen liggen héél gevoelig. In België maken ze het systeem in regel alleen maar complexer en nooit eenvoudiger. Zou u al blij zijn als er een kleine vermogensbelasting werd ingevoerd?

Kooiman: Het zou een goed begin zijn, maar de charme zit natuurlijk in de uitruil. Ik zou het jammer vinden als linkse partijen louter voor een vermogensbelasting pleiten boven op alle belastingen die er al zijn. Het moet altijd duidelijk zijn welke belastingen er vervolgens naar beneden gaan, anders zullen mensen niet erg enthousiast zijn.

Reinier Kooiman, De sterkste schouders, Atlas Contact, 352 blz., 24,99 euro.

Reinier Kooiman

1990: Geboren in Deventer.

Studeerde fiscaal recht aan de Universiteit van Amsterdam.

2016: Promoveert in Leiden op onderzoek naar de Nederlandse belasting bij overlijden.

2009-2025: Werkt als fiscalist bij Deloitte. Begint binnenkort bij Stibbe.

Universitair docent aan de Universiteit van Amsterdam.

 

 

 

 

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content