Ewald Pironet

‘Acht jaar op ziekte-uitkering? Symptoom van een veel groter probleem’

Ewald Pironet Senior writer

Al jaren bengelen Waalse regio’s onderaan in elke arbeidsstatistiek. De hoogste tijd om de excuses op te bergen.

Het is verbazingwekkend dat zoveel mensen verbaasd reageerden op wat in de RTL-reportage ‘Werkloos: allemaal fraudeurs?’ van Christophe Deborsu aan het licht kwam. De journalist trok naar Verviers en liet inwoners uitleggen waarom ze al jaren niet werken. Uitschieter was Jacqueline, die zonder gêne vertelde dat ze acht jaar geleden uitgleed over een hondendrol, haar voet brak en sindsdien een ziekte-uitkering opstrijkt.

De kritiek kwam snel. Waarom trok Deborsu naar Wallonië? En waarom geen reportage over rijke belastingontduikers? Klassieke whataboutery, want het leidt de aandacht af van het aangekaarte probleem: het hoge aantal langdurig werklozen en zieken aan de andere kant van de taalgrens. Een brandend actueel thema nu de regering-De Wever de werkloosheidsuitkeringen in de tijd beperkt en de langdurig zieken wil aanpakken.

De cijfers zijn helder en stonden eerder al in Knack. In Vlaanderen is 9,5 procent van de beroepsbevolking langdurig ziek, in Wallonië 14,5 procent. In Vlaanderen is in 7 procent van de huishoudens vrijwel niemand aan het werk, in Wallonië 16 procent. De verschillen zijn steeds groot tussen de aangrenzende provincies aan de taalgrens. Henegouwen telt 21 procent jobloze huishoudens, West-Vlaanderen 6 en Oost-Vlaanderen 9 procent, Luik 15 procent tegenover 7 procent in Limburg.

Ook in Europees perspectief scoort Wallonië ondermaats. Een recente studie van econoom Eric Dor (Iéseg Management School, Rijsel) bevestigt dat van de 25- tot 54-jarigen in Wallonië vorig jaar slechts 80,5 procent werkt, waarmee het op plek 86 van 92 onderzochte regio’s strandt.

Vaak wordt naar het verdwijnen van de steenkool- en staalindustrie gewezen. Dan hoort men Henegouwen en Luik te vergelijken met dichtbijgelegen gebieden die een soortgelijke reconversie doormaakten, zoals Nord-Pas-de-Calais en Saarland. Volgens Eurostat, het Bureau voor Statistiek van de Europese Unie, werkt in Henegouwen 61 procent van de mensen op arbeidsleeftijd, tegenover 68,5 procent in Nord-Pas-de-Calais. In Luik gaat het om 65 procent, tegenover 78 procent in Saarland. Een recente studie van de Nationale Bank besluit dat Henegouwen de laagste werkgelegenheidsgraad heeft van 54 onderzochte overgangsregio’s, Luik doet amper beter.

De voorbije weken ging alle aandacht naar Jacqueline en anderen die liever niet werken. Uiteraard is er de individuele verantwoordelijkheid, maar opvallend weinig wordt gesproken over decennialang beleid dat tekortschiet in controle, opleiding en activering. In zowat alle Europese arbeidsstatistieken bengelen Henegouwen en Luik achteraan.

De politieke verantwoordelijken ontkenden jarenlang de feiten, verbloemden de cijfers en verzonnen excuses. Dat dit nog steeds zo weinig ophef veroorzaakt, is misschien wel het meest verbazingwekkende.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Expertise