‘Het stikstofdecreet is (helaas) geen vrijblijvende optie’, schrijft Andy Pieters na de stikstofdiscussie die afgelopen week weer oplaaide tussen de Vlaamse meerderheidspartijen.
“Van op afstand lijkt stikstof louter een probleem voor de landbouw en de industrie. De implicaties bedreigen evenwel onze hele economie, en vooral onze toekomstige welvaartscreatie. Hoe langer een oplossing uitblijft, hoe groter de schade”. Zo waarschuwden de Vlaamse werkgevers eind 2023. En gelijk hadden ze. Terwijl de onderhandelingen aansleepten, dreigde een complete vergunningsstop. En toen moest de vernietiging van de Ineos-vergunning zelfs nog volgen.
De opluchting in januari 2024, toen Vlaanderen als eerste Europese regio eindelijk een stikstofdecreet goedkeurde, was dan ook immens. Niet omdat het proces een schoonheidsprijs verdiende. Niet omdat het decreet perfect is – de Raad van State denkt daar duidelijk anders over. Maar omdat het precies deed wat nodig was: een wetenschappelijk onderbouwde route uitstippelen om onze natuur te herstellen, en tegelijk maximale rechtszekerheid te creëren voor ondernemers en landbouwers.
Toch waarschuwde toenmalig minister Zuhal Demir terecht dat dit slechts een startschot was. De start van een uitkoopregeling voor landbouwbedrijven die klem zitten of ongelukkig gelegen zijn. De start van grootschalige natuurherstelprojecten in kwetsbare gebieden. De start van een oplossing voor piekbelasters die gewoonweg te veel uitstoten op de verkeerde plaats.
De deal was simpel: wie rechtszekerheid wil, moet het decreet uitvoeren. Punt. Wie dat niet doet, jaagt de hele economie richting afgrond. Daarom werd de integrale uitvoering van het decreet expliciet vastgelegd in het regeerakkoord tot 2030.
En wat zien we nu? Dat huidig minister Jo Brouns zijn eigen creatieve lezing geeft van dat engagement. Het decreet schrijft voor dat alle beschikbare relevante gegevens gebruikt moeten worden bij de aanduiding van piekbelasters. Dat gebeurde niet. Rechtspraak verplicht het gebruik van de meest recente wetenschappelijke cijfers. Ook dat gebeurde niet. Voor het ecohydrologisch herstel van onze natuur is bijna 1 miljard euro voorzien. Dat geld ligt grotendeels stof te vergaren. Om het met de woorden van Voka te zeggen: deze aanpak bedreigt onze economie én onze toekomstige welvaart.
We staan dus op een kruispunt. Ofwel kruipen we terug in de loopgraven der wegkijkers richting juridische problemen en voeren we opnieuw een karikaturale strijd tussen landbouw en natuur, compleet met tractorblokkades en populistisch boegeroep tegen Europese regels die de grootste roepers nota bene zelf ooit goedkeurden. Dan kiezen we voor het Nederlandse BBB-scenario: meer conflict, minder welvaart. Ofwel doen we het enige verstandige: het dossier ontmijnen en de welvaart redden. Mijn keuze is duidelijk.
Dat vraagt lef. Het lef om fouten te erkennen en de uitvoering van het decreet weer op de rails te zetten. Het lef om correcte wetenschappelijke cijfers te gebruiken. Het lef om rechtspraak te respecteren zolang wetten en richtlijnen niet zijn aangepast. En het lef om eindelijk werk te maken van het stikstofsaneringsplan: de belofte om Vlamingen opnieuw gezonde natuur te geven.
Wie dat niet ziet, moet maar eens nadenken over de gevolgen. In Vlaanderen worden jaarlijks meer dan 80.000 vergunningen aangevraagd. Zonder rechtszekerheid komen grote infrastructuurprojecten on hold, blijven landbouwbedrijven en ondernemingen in onzekerheid, en dreigen zelfs zorginstellingen zonder vergunning te vallen. Wie wil dat scenario op zijn geweten hebben?
Terwijl de commissie-Andries net voorstellen voorbereidt om vergunningsprocedures te versnellen, is het laatste wat Vlaanderen nodig heeft nieuwe onzekerheid en politieke spelletjes. Het stikstofdecreet is (helaas) geen vrijblijvende optie. Het is tot nader order een basisvoorwaarde om onze welvaart te beschermen.
Andy Pieters is Vlaams Parlementslid voor N-VA. Hij is voorzitter van de commissie Economie.